Zorgen over Joods cultureel erfgoed buiten grote steden
Bestuurders van stichtingen die het Joodse cultureel erfgoed buiten de grote steden beheren, maken zich zorgen over de toekomst nu de naoorlogse generatie vergrijst.
In Amsterdam, waar een levendige Joodse gemeenschap is, en in enkele provinciehoofdsteden zijn nog vieringen in de plaatselijke synagoge. Maar in de meeste dorpen en kleine steden is er na de Tweede Wereldoorlog nooit meer echt Joods leven geweest. Vooroorlogse gemeenschappen zijn, op een enkele na, nooit teruggekeerd.
Veel Joodse gebouwen zijn tot monumenten verklaard en hebben zo bescherming van overheden. Maar een nieuwe bestemming met bijbehorende inkomsten wordt maar moeilijk gevonden. "Het is een moeizame opdracht om het Joods cultureel erfgoed in Noordoost-Nederland te bewaren", zegt Wim Mak van de stichting Synagogen Noord- en Oost-Nederland (Syneon), een samenwerkingsverband van achttien stichtingen die zich inspannen voor het behoud van synagogen in die regio.
We proberen meer bekendheid te geven aan de godsdienstige en culturele betekenis van het verleden en aan de verschrikkingen van de Shoah.
"De voortzetting van het naoorlogse Joodse leven speelt zich vooral in Amsterdam af, daar wonen de meeste Joden. Maar wij kunnen nauwelijks mensen vinden voor bestuursfuncties en de donateurs sterven uit." Met rondleidingen, exposities en lezingen probeert Syneon meer bekendheid te geven aan "de godsdienstige en culturele betekenis van het verleden en aan de verschrikkingen van de Shoah", vertelt Mak.
Een van die synagogen staat in het Achterhoekse stadje Borculo. Vorig jaar kwam daar onverwachte hulp vanuit Amerika. Het bestuur had de synagoge met een lening en financiële steun van fondsen en overheden in 2008 voor de sloop behoed. De bank zei dat er nu toch echt moest worden afgelost van de lening voor de restauratie. Uit verhuur konden lopende kosten worden gedekt, maar geld voor de aflossing was er niet.
Totdat David Lowenberg uit San Francisco langskwam. Hij was als kind een paar keer in Borculo op bezoek geweest omdat zijn vader Willy daar in de jaren 30 was opgegroeid. Die was met zijn ouders uit Duitsland gevlucht voor de opkomst van het naziregime.
In Borculo had hij een redelijk onbezorgde jeugd, vertelde hij later aan zijn kinderen. Totdat bleek dat ze ook in Nederland niet veilig waren. Hij overleefde in totaal zeven concentratiekampen en emigreerde naar de Verenigde Staten, waar hij fortuin maakte in het vastgoed. Regelmatig kwam hij terug in Borculo, om de plekken uit zijn jeugd en de familiegraven te bezoeken.
Zo leerde zijn zoon David dit stadje kennen. En de synagoge, waar op de buitenmuur een gedichtje hangt dat zijn tante Erika in het poëziealbum van een vriendin schreef. Dankzij zijn gift lijkt de synagoge uit de problemen.
David Lowenberg vindt het belangrijk dat dit soort gebouwen bewaard blijven. "Mijn vader leerde me al dat het belangrijk is om alle feiten en bewijzen van de Holocaust te bewaren. Alleen dan kunnen we herhaling ervan voorkomen."
Het is onze verantwoordelijkheid om een gezicht en verhaal te plaatsen bij alle vermoorde mensen.
Volgens hem wordt het de komende tijd een steeds belangrijkere opgave. "Er is nog maar een handjevol overlevenden in leven; mensen die getuigen waren van de waarheid. En over een paar jaar zullen ze allemaal verdwenen zijn. Dan worden hun getuigenissen tweedehands informatie. Het is onze verantwoordelijkheid, als beschaafde en vriendelijke samenleving, om een gezicht en verhaal te plaatsen bij alle vermoorde mensen. Een van de beste manieren om dit te doen, is om alles wat er over is van hun cultuur te conserveren."
Veel contact met andere nabestaanden van Holocaustslachtoffers is er niet. Daar wil Lowenberg verandering in brengen. Daarom organiseert hij komende zomer een bijeenkomst met hoeders van het Joods cultureel erfgoed in en rond Twente. De Amerikaan ziet kans om familie van Holocaustslachtoffers te verbinden met hun verleden en afkomst. Want, zegt hij: "Hoe mooi zou het zijn als de Joodse nakomelingen na een bezoek aan Auschwitz doorreizen naar de plekken waar hun omgekomen familie is opgegroeid?"