89 of 5961 burgers gedood? De keerzijde van bombardementen in Irak
89 burgerdoden in drie jaar door luchtaanvallen in Irak, zegt de internationale coalitie. 5961 doden, zegt onderzoeksorganisatie Airwars. Nu spreekt ook The New York Times van duizenden onbedoelde slachtoffers door bombardementen, die bestemd waren voor IS-strijders in Irak.
De terreurgroep mag dan uit de laatste stad van het land zijn verdreven, de lokale bevolking heeft er een hoge prijs voor betaald. Dat hoorde correspondent Marcel van der Steen zelf van de inwoners van het in juli bevrijde Mosul.
"Ze vertelden mij dat de stad door de coalitie was platgegooid. Natuurlijk is een groot deel van hen ook blij dat IS is verjaagd. Maar moest het echt op deze manier, vroegen ze aan mij."
Zo min mogelijk Amerikaanse grondtroepen en IS wegvagen vanuit de lucht. Dat is kort door de bocht het uitgangspunt van de VS. Sinds de oprichting eind 2014 heeft de internationale coalitie onder leiding van de VS ruim 14.000 bombardementen uitgevoerd in Irak. Ook Nederlandse F-16's deden mee tot 2016.
De aanpak heeft voor- en nadelen, zegt Erwin van Veen. Hij is conflict- en Midden-Oostendeskundige bij Clingendael. "Je boekt weliswaar op korte termijn met luchtaanvallen militaire successen', op de lange termijn kan het radicalisering in de hand werken."
Hij geeft een voorbeeld: "Als Irakees blijf je zitten met enorme emotionele en fysieke schade. Als je onterecht slachtoffer bent van zo'n air strike, koester je wrokgevoelens tegenover de internationale gemeenschap. Dat werkt de volgende cyclus van geweld weer in de hand."
Ondanks slimme bommen zijn burgerslachtoffers onvermijdelijk.
The New York Times beschrijft het verhaal van Basim Razzo uit Mosul. Die verloor bij een bombardement op zijn woning zijn broer, vrouw, dochter en schoonzus. Dezelfde dag uploadde de coalitie een video van de luchtaanval. Volgens de strijdkracht ging het om de verwoesting van een IS-complex.
Gewone burgers worden volgens de krant regelmatig aangezien voor IS-militanten. Bijvoorbeeld vanwege het gebruik van verouderde informatie over de verblijfplaats van IS'ers.
'Absurditeit'
Het wordt hoog tijd dat de bombarderende landen onderzoeken wat de impact voor burgers is, zegt Air Wars op Twitter. Deze Britse organisatie houdt de militaire inzet van de deelnemende landen in de coalitie bij. "Engeland, Frankrijk, België, Nederland (...) claimen nog steeds dat er nul burgers door hen zijn getroffen. Een absurditeit, gezien het tempo van de oorlog."
Een woordvoerder van de coalitie spreekt van "een van de meest accurate luchtcampagnes in de militaire geschiedenis". Door moderne techniek worden doelen inderdaad veel nauwkeuriger geraakt dan vroeger. "Maar ondanks slimme bommen zijn burgerslachtoffers onvermijdelijk", zegt Van Veen.
Voor de landen die de bombardementen uitvoeren, zijn aanvallen met helikopters en straaljagers volgens hem een begrijpelijke strategie. De kans dat eigen militairen gewond raken of sneuvelen, is bij deze aanpak veel kleiner dan bij een grondoffensief. "Het is uiterst veilig", zegt Van der Veen.
Doden door drones
Oud-president Obama besloot jaren geleden om de troepenmacht op buitenlandse bodem drastisch terug te dringen. Hij gaf de voorkeur aan het gebruik van drones in de zogenoemde war on terror. De VS gaat ervan uit dat tussen 2009 en 2015 in Pakistan, Jemen en Afrika 116 burgers door drone-aanvallen om het leven kwamen. Mensenrechtenorganisaties schatten dat het werkelijke aantal burgerslachtoffers een stuk hoger is.
"Er gaat het nodige bij mis", zegt de conflictdeskundige over het toenemende gebruik van drones en luchtaanvallen. Hij denkt het aantal burgerslachtoffers lager zou zijn als er meer grondtroepen worden ingezet om betere inlichtingen te vergaren voordat er wordt geschoten.
Correspondent Van der Steen benadrukt wel dat de strijd om steden als Mosul er dan niet makkelijker op was geweest. "Een grondoorlog met man-tot-mangevechten had natuurlijk veel langer geduurd zonder luchtsteun."