Opkomst landelijk onderwijsprotest boven verwachting
Tienduizenden basisschoolleerkrachten hebben actie gevoerd in het Haagse Zuiderpark. De leraren willen meer geld voor het basisonderwijs.
Vanuit het hele land kwamen bussen naar de manifestatie. Dat veroorzaakte zowel voor als na de demonstratie drukte op de weg. Op de heenweg ontstond een file op de A4 richting Den Haag en ook op de terugweg moesten de leraren geduld hebben.
De vakbonden zeiden zo'n 30.000 stakers te verwachten, maar volgens de organisatie hadden zich zo'n 60.000 mensen verzameld in het Zuiderpark.
Ook kwamen nog enkele duizenden leraren bij elkaar op alternatieve locaties. Zo kwamen er ongeveer 6000 leraren naar Groningen en ook in Arnhem, Helmond en Venray waren bijeenkomsten georganiseerd.
De leraren willen dat er 1,4 miljard euro voor het onderwijs beschikbaar wordt gesteld, waarvan minimaal 900 miljoen voor de salarissen van leraren. De rest van dat geld moet worden gebruikt om de werkdruk te verlichten. Als geen gehoor wordt gegeven aan de eisen, overwegen de leraren in november een tweedaagse staking te houden.
Gisteravond bevestigden Haagse bronnen dat de vier formerende partijen bijna een half miljard willen steken in de verlaging van de werkdruk in het basisonderwijs. Dat bedrag zou bovenop de 270 miljoen euro komen die de partijen beschikbaar willen stellen voor salarisverhoging.
'Betalen pannenkoek!'
Op spandoeken van de stakers in Den Haag stonden teksten als "Betalen pannenkoek!" en "270 miljoen euro is een fooi". Cabaretier Dolf Jansen sprak vanaf het podium de leraren toe. Boven het park vlogen drie vliegtuigjes met de tekst "Geef leraren wat zij verdienen".
De laatste grote onderwijsstaking was in 2012. Toen demonstreerden ongeveer 50.000 leraren en ondersteunend personeel in de Arena in Amsterdam tegen bezuinigingen op passend onderwijs voor leerlingen die extra aandacht nodig hebben.
Kinderen vrij
Dat het onderwijs plat lag vandaag, betekende dat er voor kinderen een alternatief programma bedacht moest worden. Sommige ouders namen hun kinderen noodgedwongen mee naar het werk, maar op de meeste plekken werden kinderen opgevangen op bijvoorbeeld de buitenschoolse opvang.
Ook veel sportverenigingen sprongen in het gat door een open dag te organiseren en kinderen konden met korting naar het zwembad, de dierentuin of de bioscoop.