Haatmisdrijven in VS zijn terug (van nooit weggeweest)
Eline de Zeeuw
redacteur Buitenland
Eline de Zeeuw
redacteur Buitenland
Het extreem-rechtse geweld in Charlottesville, een moskee in Texas die in vlammen opgaat en vernielde graven op Joodse begraafplaatsen: het aantal meldingen van hate crimes in de Verenigde Staten nam de afgelopen twee jaar toe.
In de VS wordt een misdrijf gezien als een haatmisdrijf als dat gemotiveerd is door vooroordelen. Een moord wordt bijvoorbeeld gelabeld als een hate crime wanneer het slachtoffer vermoord is omdat hij homo is. Of moslim. Of zwart.
Door Obama kregen groepen als de Ku Klux Klan weer verse leden.
De laatst vrijgegeven hate crime-statistieken van de FBI gaan over het jaar 2015. In dat jaar werden 5850 incidenten gerapporteerd, ten opzichte van 5479 in 2014. Maar in de jaren daarvoor waren er nog meer incidenten: 6222 in 2011 en 6628 in 2010.
Een belangrijk verschil zit in het type incidenten. In 2010 werd 47 procent van de hate crimes gepleegd vanwege het ras van een slachtoffer, in 2015 was dat 56 procent. Ook constateerde de FBI een grote toename in geweld tegen moslims. In 2015 steeg dat aantal incidenten met 67 procent ten opzichte van het jaar ervoor.
Helaas zijn de gegevens van de FBI niet volledig. Lokale overheden in de Verenigde Staten zijn namelijk niet verplicht om hate crimes te rapporteren aan de federale overheid.
Met als te verwachten uitkomst dat vele dat ook niet doen: meer dan 2700 lokale overheden (bijna 20 procent) rapporteren deze cijfers niet aan de FBI.
Een organisatie die wel recente cijfers over meldingen van geweld tegen minderheid heeft, is het Southern Poverty Law Center (SPLC). De non-profitorganisatie strijdt sinds 1971 tegen rassendiscriminatie in het zuiden van de Verenigde Staten en geldt als een autoriteit.
In de tien dagen na Trumps verkiezingswinst, eind 2016, kwamen daar 987 meldingen van haatmisdrijven binnen. Dat is ruim 15 procent van het totale aantal hate crime-incidenten dat de FBI het jaar ervoor registreerde.
En volgens de Joodse Anti-Defamation League steeg het aantal antisemitische incidenten het eerste kwartaal van 2017 met 86 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Ook andere organisaties die geweld tegen minderheden registreren, spreken van een toename.
Maar zolang het daadwerkelijke aantal haatmisdrijven niet officieel is vastgesteld door de FBI, blijft het lastig harde conclusies te trekken.
Ook meer haatgroepen
Toch versterken cijfers van SPLC over de opkomst van haatgroepen het beeld van een stijgende trend. Er is een piek in 2011 te zien, daarna neemt het aantal haatgroepen af.
De afgelopen twee jaar is juist weer een flinke toename te zien.
Hoe dat dan komt? Simpel gezegd: deels door presidentiële invloed. In 2008 werd voor het eerst een zwarte man, Barack Obama, verkozen tot president van de Verenigde Staten. "En dat betekende een enorme aanwas in haatgroepen. Door Obama kregen groepen als de Ku Klux Klan weer verse leden", legt correspondent Wouter Zwart uit.
In de jaren daarna neemt het aantal haatgroepen en hate crimes weer af. Niet toevallig, meent Zwart. "Dat gebeurt op het moment dat Obama voor de tweede keer wordt verkozen. Amerika werd steeds progressiever. Extreem-rechtse groeperingen dachten: daar komen we niet meer van af."
Ze krijgen weinig bijval en matigen hun toon richting de buitenwereld. Dat betekent niet dat rechts-extremisten verdwijnen. Zwart: "Ze zoeken elkaar op in de krochten van het internet, waar ze voor de buitenwereld minder zichtbaar zijn."
Herleving onder Trump
Zo'n twee jaar later komt een Republikein op die hen weer een stem geeft: Donald Trump. "Er ontstaat een vliegwieleffect", zegt Zwart. De zakenman spreekt zich in zijn verkiezingscampagne minachtend uit over Mexicanen, wakkert islamofobie verder aan met zijn oproep tot een moslimban en met zijn tweet dat zwarten verantwoordelijk zijn voor 80% van alle moorden op witten.
Daarmee geeft Trump rechts-extremisten, die op sterven na dood leken, weer nieuwe energie. Verschillende groepen, waaronder neo-nazi's, de alt-right en racisten, vinden elkaar in hun afkeer van migranten. "Zij voelen dat hun ideeën door Trump worden gelegitimeerd", zegt Zwart.
Volgens The Center for Investigative Reporting, een non-profit organisatie voor onderzoeksjournalistiek, worden de pieken in terreur en aanvallen, zowel in 2011 als in de recente stijging, voornamelijk verklaard door een toename van rechts-extremistisch geweld.
Hate crimes zijn nooit verdwenen.
De Leidse historicus Chris Quispel deed onderzoek naar de relatie tussen zwart en wit in de Verenigde Staten. Hij trekt een vergelijking met de grote media-aandacht die er de laatste jaren is voor slachtoffers van politiegeweld - vaak zwarte mannen. "Dat leek ook een nieuw fenomeen omdat het opeens veel in de media kwam, maar dit probleem was al jaren gaande."
Datzelfde geldt voor hate crimes. "Ook die zijn nooit verdwenen, al neemt het aantal nu wel toe", zegt hij. "Dat er nu veel aandacht is voor hate crimes heeft ook te maken met sociale media. In tegenstelling tot twintig jaar geleden zijn nu overal gelijk foto's en video's van, dan gaat het al snel leven."
Soms is het lastig te definiëren wat nou een hate crime is of niet. "Niet elke moord van een witte op een zwarte is een hate crime", zegt Quispel. "Het is soms lastig te achterhalen wat iemands motivatie is."
Ook het bestraffen van haatmisdrijven is ingewikkeld. Dat een misdrijf gemotiveerd wordt door haat betekent namelijk niet dat het automatisch valt onder de landelijke hate crime-wetgeving. Slechts bepaalde typen van haat zijn in de wet opgenomen. Zo staat haat tegen mensen om hun politieke ideeën daarin niet benoemd.
Het kan daarom lastig zijn om te bewijzen dat de Charlottesville-verdachte werd gemotiveerd door een van de typen haat die wél is opgenomen in de wet, zoals geweld tegen ras.
Extreem-rechts benoemen
De vraag rest of het niet expliciet en direct benoemen van het geweld in Charlottesville, wat Trump verweten wordt, rechts-extremisme verder aanwakkert. De president veroordeelde de terreurdaad in een eerste reactie 'aan vele kanten', maar noemde het beestje niet bij naam.
Twee dagen na de gewelddadigheden noemde Trump de Ku Klux Klan, neo-nazi's en witte racisten alsnog "criminelen en schurken". Maar gisteravond herhaalde Trump exact de bewoordingen waarmee hij zich zaterdag zo veel woede op de hals haalde. "Hij stelde het geweld van linkse activisten daarmee gelijk aan dat van rechtse extremisten, terwijl dat laatste leidde tot een moord", zegt Zwart.
KKK-steun
Dat had opnieuw protesten tot gevolg in de Verenigde Staten, maar er was ook bijval voor Trump. Voormalig Ku Klux Klan-leider David Duke, van wie Trump tijdens zijn verkiezingscampagne al steunbetuigingen ontving, bedankte de president voor zijn "eerlijkheid en moed om linkse terroristen in Amerika te veroordelen".
De reden dat Trump rechts-extremisten hard weigert te veroordelen, is glashelder, zegt Zwart. "Dat zijn de mensen die op hem gestemd hebben, of hij dat nou leuk vindt of niet. En die wil Trump niet laten vallen."
"Hoe dan ook: het is een ongelofelijke duw in de rug van extreem-rechts."