Nog nooit viel-ie zo vroeg: Earth Overshoot Day. De dag waarop we officieel meer van de aarde eisen dan de aarde ons kan geven. Want eigenlijk hebben we bijna twee aardes nodig.
In deze video leggen we uit hoe het komt dat de aarde voor dit jaar eigenlijk 'op' is.
Het zit zo: het Global Footprint Network berekent ieder jaar onze ecologische voetafdruk en onze biocapaciteit.
Onze voetafdruk is hoeveel land en water we gebruiken om te voorzien in ons voedsel, woongebied en grondstoffen. En hoeveel bos en water er nodig is om onze uitstoot te absorberen.
De biocapaciteit is hoeveel de aarde van al die dingen in een jaar kan aanvullen. Hoeveel nieuwe vis en koeien erbij komen, hoeveel onze landbouwgrond kan produceren en hoeveel uitstoot alle bossen en zeeën bij elkaar kunnen opnemen.
Als je die twee van elkaar aftrekt, dan kom je er snel achter dat we veel te veel gebruiken. "Het is een goede maat voor de impact die we hebben op de planeet", legt ecoloog Joop de Kraker uit. Hij is hoogleraar Sustainability Assessment aan de Universiteit van Maastricht. "We gebruiken twee keer zo veel in een jaar als de aarde kan opbrengen. Het gaat dan over het aanvullen van hulpbronnen, van voedsel en hout."
We moeten nooit opgeven, ook al krijg je de indruk dat de klimaatproblemen en de afnemende biodiversiteit onomkeerbaar zijn.
Er is wetenschappelijk gezien wel het een en ander aan te merken op het idee van de voetafdruk, legt De Kraker uit. "Het is een vrij simpel concept, maar communicatief heel sterk." De voetafdruk wordt uitgedrukt in aardbolletjes. Zo hebben wij wereldwijd 1,7 aardes nodig om in onze behoeften te voorzien. En als iedereen zou leven als een Nederlander is dat zelfs zo'n 3,5 aarde.
"Maar het is niet het hele verhaal", zegt De Kraker. "Wat het niet meeneemt is onze impact op de biodiversiteit op aarde. Alles wat wij doen heeft impact op de natuur en op de hoeveelheid verschillende planten en dieren die hier leven." De biodiversiteit neemt al jaren sterk af. Vooral door massale ontbossing en intensieve landbouw verdwijnen veel dieren en planten.
Ook is overbevolking een groot probleem. Als er meer mensen bij komen, moeten we de planeet met meer delen. Omdat de gezondheidszorg wereldwijd beter wordt, worden mensen ouder en gaat kindersterfte omlaag. Inmiddels leven wij met zo'n 7 miljard mensen op aarde. In 2050 zijn dat er 10 miljard. En in 2100 met 11 miljard, schrijft de Wereldgezondheidsorganisatie.
'We hobbelen vrolijk door'
Toch is De Kraker niet pessimistisch. "We moeten nooit opgeven, ook al krijg je de indruk dat de klimaatproblemen en de afnemende biodiversiteit onomkeerbaar zijn. Klimaatverandering gaat door. Verder gebeurt er niet zo veel. We weten totaal niet of al die biodiversiteit wel nodig is voor mensen. Voorlopig hobbelen we vrolijk door."
En als we er toch iets aan willen doen? Er zijn al verschillende internationale verdragen om biodiversiteit te beschermen en klimaatverandering tegen te gaan. Ook kan scholing van meisjes en jonge vrouwen in arme landen helpen om de bevolkingsgroei te remmen. Jonge vrouwen met scholing leren over anticonceptie en voorplanting én gaan werken en geld verdienen. Daardoor zijn ze financieel niet meer afhankelijk van kinderen, schrijft het Global Footprint Network.
"Daarnaast is het belangrijk dat we letten op onze uitstoot en op ons afval. En we zouden eigenlijk genoegen moeten nemen met de ene planeet die we hebben."