'Kans is groot dat pieperaanval oorlogsrecht schendt'
Terwijl de operatiekamers in Libanon overbezet zijn als gevolg van de ontploffende piepers, rijst de vraag: valt deze aanval binnen het oorlogsrecht? Nederlandse deskundigen vermoeden van niet. Want hoewel veel informatie over de explosies nog ontbreekt, lijkt het erop dat naast leden van doelwit Hezbollah veel onschuldige burgers zijn geraakt.
Bovendien heeft de aanval veel weg van boobytraps. En die zijn in de meeste gevallen verboden. "Ook onder het recht dat Israël zelf heeft ondertekend", zegt Marieke de Hoon, docent internationaal strafrecht aan de UvA.
Dit is een zeer unieke oorlogsmethode die niet eerder in deze vorm is gebruikt.
Volgens Amerikaanse media is het inderdaad Israël dat achter de ontploffende piepers en walkietalkies zit. Ook de militante beweging Hezbollah wijst met de beschuldigende vinger naar dat land. Israël eist de aanval vooralsnog niet op.
Libanon zegt dat het dodental inmiddels op 37 staat. Bovendien zijn er duizenden gewonden. Het is onduidelijk hoeveel slachtoffers lid zijn van Hezbollah en welke functies zij precies bekleedden.
Dit gebeurde er sinds de de explosies op dinsdag:
Ook Geert-Jan Knoops, hoogleraar Politiek van het Internationaal Recht, beschikt nog niet over alle details van de aanval. Maar op basis van verhalen in de media noemt hij de explosies "een zeer unieke oorlogsmethode die niet eerder in deze vorm is gebruikt". Net als De Hoon noemt ook hij het gebruik van boobytraps zeer omstreden.
Boobytraps zijn volgens Knoops niet altíjd verboden. Maar wel als ze verbonden zijn aan een voorwerp dat makkelijk door burgers gebruikt kan worden. "Dat zou hierbij kunnen. Stel dat die semafoon door het doelwit aan een familielid is gegeven die helemaal niets te maken heeft met terreur."
Nevenschade
Een tweede aanwijzing dat de dader, vermoedelijk Israël dus, het oorlogsrecht overschrijdt is de 'nevenschade'. Niet alleen het beoogde doelwit wordt geraakt, de omgeving mogelijk ook. Wat als een Hezbollah-lid in de rij bij de supermarkt stond? De terreurbeweging zegt dat er inderdaad burgers zijn gedood die niet waren aangesloten bij Hezbollah.
Nevenschade is in het oorlogsrecht niet per definitie verboden, zegt Knoops. Alleen als die onnodig is. "Het gaat dan niet zozeer over een getalsmatige benadering. Maar het militaire doel en de potentiële nevenschade mogen niet in een excessieve wanverhouding met elkaar staan."
Volgens Marieke de Hoon is de nevenschade veel te groot. De aanslagplegers verdedigen zich mogelijk met het argument dat raketten afvuren op de Hezbollah-doelen leidt tot nog veel meer bloedvergieten. Maar die vlieger gaat volgens haar niet op. "Het oorlogsrecht werkt zo niet. Er zijn bepaalde grenzen."
De pieper-aanval valt in oorlogstermen onder targeted killings. Oftewel: het uitschakelen van tegenstanders buiten het slagveld om. Amerika gebruikte die tactiek voor het eerst in de War on Terror die volgde na 9/11. Toen waren het drones die vermeende terroristen doodden in het Midden-Oosten.
Ook destijds woedde de juridische discussie over hoeveel nevenschade in welke situatie acceptabel was. In 2013 verdedigde de toenmalige Amerikaanse president Barack Obama de methode door zich te beroepen op het recht van zelfverdediging.
Er is geen internationaal verdrag waarin staat of targeted killings mogen of niet. En dat is best problematisch, vindt Geert-Jan Knoops. Het gaat volgens hem om "buitengerechtelijke executies".
Criteria opgesteld
Wel is het zo dat de CIA inmiddels criteria heeft vastgesteld waaraan targeted killings van Amerika moeten voldoen. Zo moet vaststaan dat het doel op een lijst van terreurverdachten staat. Ook moet er geen ander middel zijn om de persoon uit te schakelen, bijvoorbeeld door middel van een reguliere aanhouding en uitlevering. Tot slot moet de aanval proportioneel zijn. Dat wil zeggen, zoals hierboven al genoemd, dat er niet (te) veel nevenschade mag zijn.
Verdere escalatie Midden-Oosten
Of de pieperaanvallen nou wel of niet binnen de grenzen van het oorlogsrecht vallen, zeker is dat ze veel olie gooien op het vuur in het Midden-Oosten. Hezbollah-leider Nasrallah zei in een televisietoespraak dat de explosies "gekarakteriseerd kunnen worden als een oorlogsverklaring". Zijn militante beweging is alleen maar "meer vastberaden" geworden de strijd tegen Israël voort te zetten. Ook Iran zegt dat Israël een "vernietigend antwoord van de as van verzet" kan verwachten.