Het aangepaste OMT-advies 4 mei 2020, van mail tot mail
Nieuwsuur onthult dat het ministerie van Volksgezondheid tekstuele wijzigingen heeft laten doorvoeren in conceptadviezen van het Outbreak Management Team (OMT). Ook het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft tekstsuggesties overgenomen van het ministerie. Het kabinet heeft juist altijd gezegd dat het OMT volstrekt onafhankelijk is.
In dit artikel zie je stap voor stap hoe een advies na verschillende mailwisselingen wordt aangepast. Je kunt de afbeeldingen op mobiel vergroten door erop te drukken. Inzoomen kan door nogmaals op de afbeelding te tikken.
'Het zou ons helpen'
Begin mei 2020 is het kabinet bezig om grote delen van het land langzaam weer te heropenen. Dat betekent dat mensen weer vaker van het openbaar vervoer (ov) gebruik zullen maken. NS-directeur Roger van Boxtel heeft dan al aangedrongen op extra maatregelen in het ov, zoals mondkapjes. In de trein is het immers lastig om anderhalve meter afstand te houden, en hij is bang dat zonder extra maatregelen mensen niet meer met de trein zullen durven. In buurlanden worden ook mondkapjes in het ov geadviseerd.
Het ministerie besluit om in het ov zelfgemaakte mondkapjes te verplichten voor reizigers - geen medische mondmaskers dus. Het OMT ziet eigenlijk weinig nut in die zelfgemaakte mondkapjes, maar zal zich er niet tegen "verzetten", zo bespreken topambtenaren en bestuurders begin mei in het zogeheten Bestuurlijk Afstemmingsoverleg, waar OMT-voorzitter Van Dissel het advies toelicht aan topambtenaren en bestuurders.
Uit verslagen van dat overleg blijkt dat het ministerie wel huiverig is om die zelfgemaakte mondkapjes op al te veel plekken te verplichten. Bij kappers bijvoorbeeld, waar het net als in de trein ook moeilijk is om anderhalve meter afstand te bewaren, verplicht men mondkapjes liever niet. In de stukken lezen we: "Constateren dat als het gaat schuiven, dat het gebruik van chirurgische maskers ook gaat schuiven." En: "Bij kappers niet omdat je anders hele zorg over je heen haalt." Ook gaat het over het "voorkomen dat iedereen overal met een kapje gaat lopen".
Besloten wordt dat in het ov zelfgemaakte mondkapjes verplicht kunnen worden, maar bij kappers niet. En afgesproken wordt om dat verschil als volgt uit te leggen: bij kappers kan men, anders dan in het ov, zogeheten "triage" toepassen: de kapper kan de klant van tevoren even opbellen, en vragen of diegene klachten heeft. Zo ja, dan blijft de klant thuis. Mondkapjes zijn op die manier niet nodig. In de trein is triage niet mogelijk, dus dáár worden mondkapjes wel verplicht.
Als het ministerie begin mei het concept van het OMT-advies krijgt doorgestuurd, stuurt een ambtenaar het RIVM een "kleine verheldering" toe. In één van de wobdocumenten is deze verheldering zwartgelakt, maar in een stuk verderop is hij ineens zichtbaar. De ambtenaar verzoekt het RIVM om een zin toe te voegen over een passage over mondkapjes in het ov. "Het zou ons helpen ook hier de triagemogelijkheid (of eigenlijk het gebrek daaraan) te benoemen", schrijft een ambtenaar.
Het RIVM schrijft: 'Aanpassingen OK', en laat onderstaande gele zin opnemen in het OMT-advies.
En die zin sluit goed aan bij de politieke spreeklijn van het ministerie, waardoor een consistent verhaal kan worden verteld. Het OMT ziet wellicht niet zoveel in zelfgemaakte mondkapjes, maar schrijft nu dus wel op dat 'individuele triage' in het ov niet mogelijk is. Daardoor kan het ministerie beter uitleggen waarom toch voor de verplichting van de niet-medische kapjes in het ov is gekozen, en is de lijn tegenover het publiek consistent. Het betreft hier een subtiele toevoeging, maar wel een met een duidelijke politieke lading, die vervolgens in een medisch-wetenschappelijk advies komt te staan.