Elf september 2001 is nog niet voorbij
Het zou uitermate pijnlijk zijn geweest: nabestaanden die president Joe Biden met klem verzoeken om weg te blijven bij de 9/11-herdenking in New York.
Bijna was het zover gekomen. Elfhonderd overlevenden en nabestaanden eisten dat Biden inzage zou geven in een tot dusver geheim FBI-onderzoek over eventuele Saudische betrokkenheid bij de terreuraanslagen. Deed hij dat niet, dan was hij wat hen betreft niet welkom.
Biden boog, en dus krijgt de wereld ergens de komende maanden delen uit een FBI-rapport te zien. De officiële 9/11-commissie vond nooit bewijs voor betrokkenheid van "hoge Saudische functionarissen" bij de terreuraanslagen, maar met die conclusie namen veel betrokkenen geen genoegen. Het FBI-onderzoek ging in het geheim door.
Of vrijgave van een deel van het onderzoek nieuw licht op 9/11 zal werpen? Dat is nog maar de vraag. De kwestie illustreert in ieder geval dat het 9/11-tijdperk nog lang niet voorbij is.
Dodental loopt nog altijd op
Voor duizenden nabestaanden is closure sowieso niet mogelijk, omdat hun geliefden niet zijn teruggevonden. Vorige week nog konden, dankzij nieuwe DNA-technieken, twee namen aan de officiële slachtofferlijst worden toegevoegd. Van meer dan duizend vermisten op Ground Zero, is de dood nooit officieel vastgesteld, en dus gaat het identificatieproces door.
En dan zijn er de zieken. Bij het instorten van de Twin Towers kwamen giftige stoffen vrij die wekenlang op de zuidpunt van Manhattan bleven hangen. Naar schatting zijn zo'n 400 mensen als gevolg van ziekte overleden sinds 9/11. Een half miljoen mensen zou zich in de maanden na de aanslagen in de gevarenzone hebben begeven.
Sommige ziekten dienen zich pas vele jaren later aan. Een aantal advocatenfirma's houdt zich permanent bezig met het bijstaan van slachtoffers, die allemaal een beroep kunnen doen op het slachtofferfonds dat na de aanslagen door het Congres is opgericht. Dat het dodental als gevolg van de aanslagen nog flink zal oplopen, staat vast.
'Zwart gat' Guantánamo Bay
Dan het gevangenenkamp Guantánamo Bay. Daar zitten nog altijd 39 mensen vast. In juli werd nummer veertig, Abdul Latif Nasir, naar zijn thuisland Marokko gebracht. Hij werd vastgezet op verdenking van banden met de Taliban, maar werd twintig jaar lang - zoals de meeste gevangenen - nooit in staat van beschuldiging gesteld. Al in 2016 werd Nasir aangemerkt voor vrijlating, waar hij vervolgens nog vijf jaar op moest wachten.
Nieuwsuur spreekt met Mansoor Adayfi, die vijftien jaar gevangenzat. "Guantánamo is ontmenselijking. Het is een zwart gat in de Amerikaanse geschiedenis":
In het proces tegen vijf hoofdverdachten, onder wie het vermeende operationele brein achter de aanslagen, Khalid Sheikh Mohammed, ging pas vorige week het vooronderzoek verder. Het proces is meerdere malen uitgesteld: vanwege een tropische storm die Cuba teisterde, vanwege een insectenplaag in het kamp, of recentelijk vanwege corona.
De belangrijkste reden voor de vertraging? Dat is de marteling waaraan de terreurverdachten zijn blootgesteld, en die voor hun advocaten aanleiding is geweest voor een lawine aan bezwaren. De verdachten verschijnen voor zogeheten 'militaire commissies': een nieuw juridisch instrument waarmee de VS het normale Amerikaanse recht hoopten te omzeilen.
Omstreden resolutie
De Authorization for Use of Military Force, een resolutie van het Amerikaanse Congres waar president George W. Bush op 18 september 2001 zijn handtekening onder zette, geldt intussen nog steeds. Formeel houdt die resolutie in dat een president militair mag ingrijpen tegen elke groep of individu die hij verantwoordelijk houdt voor betrokkenheid bij de aanslagen.
Maar opeenvolgende presidenten wisten de definitie in de loop der jaren steeds verder op te rekken naar een bredere vrijbrief in de 'oorlog tegen terreur': zo gebruikte Obama de resolutie alsnog voor bombardementen op Libië waarvoor het Congres had geweigerd toestemming te geven.
Inmiddels gaan steeds meer stemmen op voor het intrekken van de resolutie, waar destijds slechts één parlementariër tegen stemde: afgevaardigde Barbara Lee uit Californië. Het is de moeite waard om haar onderbouwing uit september 2001 te bekijken. Lee waarschuwt haar mede-Congresleden dat Amerika in reactie op de aanslagen "niet zelf het kwaad moet worden dat we zo verafschuwen".
Zo werden de aanslag in de Verenigde Staten herdacht:
Journalist Spencer Ackermann zet in zijn pas verschenen boek Reign of Terror op indrukwekkende wijze uiteen hoe Lee's vrees voor het ontsporen van de Amerikaanse reactie bewaarheid werd. Amerika verspeelde in no-time het op 9/11 herwonnen krediet. De bijna-Alleingang naar Irak - een handjevol bondgenoten gaf militaire steun - resulteerde in verwaarlozing van de oorlog in Afghanistan. Op dezelfde dag dat president Biden op Ground Zero de aanslagen herdenkt, installeert de Taliban een nieuwe regering.
Zemari Ahmadi hoeft dat moment niet meemaken. De 43-jarige ontwikkelingswerker werd twee weken geleden het slachtoffer van een Amerikaanse drone-aanval, zo maakt de New York Times aannemelijk in een onderzoek dat gisteren verscheen. De jerrycans met water die hij in zijn auto legde, lijken door het Pentagon vanuit de lucht te zijn aangezien voor explosieven. Tien mensen kwamen om bij de aanval die Washington in eerste instantie als een "succesvolle uitschakeling na een acute dreiging" omschreef.
Zo zal het blijven gaan, schrijft Ackerman. Hij stelt vast dat politiek en pers de afgelopen jaren hebben verdoezeld hoe allesomvattend de antiterreurstrijd nog steeds is.
Er werd nog wel over Guantánamo gesproken, of over drone-aanvallen, maar ze werden nooit meer in één verband genoemd, schrijft Ackerman. Alsof ze niet allemaal onderdeel waren van dezelfde, omstreden strijd. Dat betekent dat een president door het beëindigen van één oorlog de indruk kan wekken dat er ook echt een tijdperk is afgesloten - ook als dat niet het geval is.