Sjors Hofstede
datajournalist Nieuwsuur
Sjors Hofstede
datajournalist Nieuwsuur
Het aantal Nederlandse sloten, beken en rivieren dat niet voldoet aan Europese normen voor stikstof en fosfor blijft hoog, en neemt zelfs iets toe. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Informatiehuis Water (IHW), die door Nieuwsuur zijn geanalyseerd. Het overschot aan mest is een belangrijke factor voor de slechte kwaliteit van het Nederlandse water.
Van de 745 oppervlaktewateren die zijn getest door waterbeheerders, en waarvan het IHW de resultaten verzamelt, bevatten er 364 een te hoge concentratie fosfor. Dat zijn er drie meer dan vorig jaar. Het aantal wateren dat te veel stikstof bevat, is harder gestegen: van 296 naar 336. Dat gaat in tegen de trend van de afgelopen jaren, waarin langzaamaan steeds meer wateren een voldoende kregen voor de concentraties stikstof en fosfor.
Met hun aanwezigheid behoren stikstof en fosfor - samen met onder meer vlamvertragende PBDE's die vanuit consumentenproducten in het water terecht komen én het gewasbeschermingsmiddel heptachloor - tot de tien grootste problemen voor de waterkwaliteit. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) schrijft voor dat alle wateren in 2027 van goede kwaliteit moeten zijn.
Daarvoor is er jaarlijks onderzoek naar de aanwezigheid van zo'n honderd stoffen in alle oppervlaktewateren. Als de concentratie van één stof te hoog is, wordt het hele water afgekeurd. In Nederland voldeed de afgelopen jaren geen enkel water aan alle criteria, en dat is dit jaar niet anders.
Fosfor en stikstof zijn slecht voor de waterkwaliteit omdat zij de groei van ongewenste algen stimuleren. De waterkwaliteit is ook de reden dat boeren het uitrijden van hun mest moeten beperken. Nederland had lange tijd een uitzonderingspositie in Europa, de zogenoemde derogatie, maar die loopt in aanloop naar 2027 af.
Omdat de productie van fosfor en stikstof door de veestapel niet snel genoeg afneemt, dreigen boeren nu te blijven zitten met grote mestoverschotten die duur zijn om af te voeren. Dit brengt landbouwminister Femke Wiersma (BBB) in een lastig parket: zij wil de boeren helpen en hen niet dwingen om minder dieren te houden, maar zich tegelijkertijd ook committeren aan Europese afspraken.
Als Nederland in 2027 niet voldoet aan de KRW kunnen er boetes volgen vanuit Brussel. Ook kunnen actiegroepen, die bezwaar maken tegen vergunningen voor bouwactiviteiten die de waterkwaliteit aantasten, procedures beginnen. Om die reden waarschuwden overheidsadviseurs van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur vorig jaar al: er zou een vergelijkbare situatie kunnen ontstaan als in de stikstofcrisis.
Onderzoeker Piet Verdonschot, van de universiteiten van Wageningen en Amsterdam, gaat zelfs verder dan dat: "De waterkwaliteitscrisis is veel groter dan de stikstofcrisis. Het gaat niet alleen om stikstof, maar ook om veel andere stoffen als fosfor en milieuvreemde stoffen."
Droge zomers
Als belangrijkste oorzaak voor de stagnatie van de waterkwaliteit noemt Verdonschot het uitblijven van maatregelen die de uitscheiding van stikstof en fosfor écht terugdringen. Maar ook het afbouwen van de derogatie noemt hij als verklaring. "Daardoor nemen boeren die nog niet aan hun maximale bemestingsplafond zitten tegen betaling mest over. Dat leidt tot extra mest in gebieden die eerst nog beter werden."
Gerard Ros van de Wageningen Universiteit ziet ook een effect van een reeks droge zomers. "Door droogte groeien gewassen minder goed en wordt er minder stikstof via gewassen afgevoerd. De hoeveelheid stikstof in de bodem groeit dan. Tegelijkertijd is er minder water waarmee de stoffen uit de bodem wegspoelen", zegt Ros, die ook vindt dat dat weersomstandigheden geen excuses mogen zijn. "Nederland zal in de toekomst vaker te maken krijgen met droge zomers. Dat beseft de landbouwsector zelf ook."
Beide wetenschappers zeggen dat alleen minder uitscheiden - door innovaties of krimp van de veestapel - niet voldoende is om de waterkwaliteit op tijd te verbeteren. Daarvoor zitten er nog te veel resten stikstof en fosfor in de bodem. Verdonschot noemt het daarom een "voldongen feit" dat Nederland de Europese doelen "bij lange na" niet gaat halen.
Volgens Unie van Waterschappen, de koepelorganisatie van waterbeheerders, is het duidelijk dat Nederland voor een grote uitdaging staat: "We pleiten al langer voor actie, want hoewel de waterkwaliteit over afgelopen decennia sterk is verbeterd, staan water en bodem onder behoorlijke druk."
Dat is niet de verantwoordelijkheid van één sector, laat een woordvoerder weten: "Landbouw, industrie, inwoners en het Rijk zijn allemaal aan zet. Sleutelwoord daarbij is bronaanpak: voorkomen van vervuiling. Wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit."