Het ministerie van Landbouw plaatst vandaag een rekenmodel online waarmee boeren kunnen zien of ze een zogeheten piekbelaster zijn. Dat zijn ze als ze te veel stikstof uitscheiden in de buurt van een beschermd Natura 2000-gebied. Maar niet veel boeren zijn in zo'n uitkoopregeling geïnteresseerd.
Dat blijkt uit een gesprek met meerdere veehouders uit de Gelderse Vallei die dit weekend op uitnodiging van Nieuwsuur hun visie gaven op het voortslepende stikstofdossier.
'Over mijn lijk'
De minister wil met de rekentool zo'n 3000 melkveebedrijven, varkenshouderijen, vleeskalverhouderijen en pluimveebedrijven lokaliseren die in aanmerking komen voor uitkoop. Die regeling betekent dat boeren hun bedrijf voor 100 of 120 procent van de waarde kunnen verkopen aan de Staat. Dit zal vooralsnog vrijwillig zijn.
"Over mijn lijk dat ik wegga. Ik ga verder, al is het met twee koeien, als ik daar mijn passie in kwijt kan", zegt melk- en pluimveehouder Elton van Ginkel resoluut.
Hij en zijn collega-veehouders in de Gelderse Vallei geven aan geen enkel vertrouwen te hebben in de regelingen en het beleid van de huidige ministers Piet Adema en Christianne van der Wal. Die laatste kondigde de rekentool juist aan om uit de impasse te komen. Boeren kunnen daarmee direct zien of ze met hun bedrijf te veel stikstof uitstoten. De stikstofruimte die na het uitkopen vrijkomt, is in eerste instantie bestemd voor boeren die buiten hun schuld zonder vergunning zitten: de zogeheten PAS-melders.
'Waarom meewerken?'
Veel boeren zijn weliswaar nieuwsgierig naar de rekentool, maar geen van de boeren die Nieuwsuur spreekt, wil gebruikmaken van de uitkoopregeling. Kalverboer Ben Apeldoorn: "De sector heeft de afgelopen jaren zelf al 8 procent stikstof gereduceerd ondanks het ontbreken van beleid. Wij zijn bang dat het nooit genoeg zal zijn. Al zouden we stikstof reduceren met de helft, dan is het nog niet goed."
Apeldoorn denkt dat er politieke partijen in de Kamer zitten die pas tevreden zijn "als de laatste boer weg is". "En dat terwijl de rest van de economie gewoon mag doorgroeien. Waarom zouden wij meewerken aan dat traject? Er moet ons gewoon bestaansrecht worden geboden", zegt de veehouder.
Veel jonge boeren zijn zeker niet van plan hun toekomstplannen op te geven, ondanks verscherpte stikstofregels. Kalverboer Henriëtte Rozendaal: "Zonder strijd geen overwinning. Dit alles maakt me alleen maar strijdvaardiger."
'Niks telt mee'
Het gebrek aan vertrouwen in het beleid maakt dat er weinig animo is om een regeling te tekenen. "Je moet geen afspraken maken met partijen die je niet vertrouwt. Momenteel vind ik alles wat in Den Haag en Brussel zit niet te vertrouwen", zegt een van hen.
De meeste boeren willen vooral door met hun boerenbedrijf. En ze willen zelf meedenken over oplossingen voor de stikstofuitstoot. Van Ginkel: "In de Gelderse Vallei is 50 procent reductie in ons eigen tempo wel te realiseren. Als je alle sectoren meetelt. Als nu mijn buurman stopt, dan telt dat niet mee. Ik ga minder eiwit voeren, dan telt dat niet mee. Niks telt mee. Behalve als Schiphol de vergunningen opkoopt om weer extra te kunnen vliegen, dan mag dat ineens wel."
Het wantrouwen in de beleidsmakers ontstaat bij de boeren vooral omdat er geen einddoel in zicht is, zegt melkveehouder Apeldoorn. "Zodra dat einddoel duidelijk is voor boeren kunnen we vooruit. Nu weten we na vier jaar nog steeds niet waar we aan toe zijn. Zolang andere sectoren in de Nederlandse economie mogen blijven doorgroeien, zijn we nooit klaar als boer."