Scholen zien weinig in de proef van onderwijsminister Wiersma met de voltijdsbonus. Die proef is bedacht om het lerarentekort aan te pakken. Maar uit een rondgang van Nieuwsuur blijkt dat er weinig animo is.
Binnen het primair onderwijs werkt een kwart van de docenten fulltime. In het voortgezet onderwijs is dat een derde. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wil dat leraren meer uren maken en heeft daarom bij wijze van een proef een voltijdsbonus in het leven geroepen. Tot nu toe zijn er vijftien aanmeldingen voor de proef. Hieronder vallen in ieder geval 236 scholen.
Eerder uitte de PO-raad, de sectorvereniging voor primair onderwijs, al twijfels bij de bonus. De vereniging zegt dat breder moet worden gekeken naar het probleem van het lerarentekort.
'Er moet een masterplan komen'
Schoolbesturen door heel Nederland laten Nieuwsuur weten dat ze niet van plan zijn mee te doen aan de proef met de voltijdsbonus. "Wij denken dat de bonus niet voldoende is om het lerarentekort op te lossen", zegt bestuursvoorzitter Anko van Hoepen van scholenkoepel SPO Utrecht. "Ik ken geen school in Utrecht die meedoet aan de proef. Op deze manier gaat de bonus er niet komen."
Van Hoepen vindt het fijn dat er aandacht is voor de aanpak van het lerarentekort. Maar: "De bonus is een puzzelstukje in een puzzel van duizend stukjes. Er moet een masterplan komen."
Ook Stichting Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio (OOZ) ziet geen heil in de voltijdsbonus. De scholen daar vinden een financiële impuls niet de juiste oplossing en gaan zich niet aanmelden. "Dat past niet bij onze visie op gezond werkgeverschap", zegt woordvoerder John Beumer.
De proef met de bonus is bovendien te onduidelijk, zeggen scholen. Het is onvoldoende doordacht, waardoor het geen oplossing zal bieden voor het structurele probleem. Daarbij zou een voltijdsbonus voor ongelijkheid kunnen zorgen. "Wat doe je met mensen die al fulltime werken? Krijgen die geen bonus?", vraagt Susanne Olivier van de Almeerse Scholen Groep zich af.
Wat de hoogte van de bonus is, is nog niet duidelijk. Het ministerie maakt de precieze bedragen pas in een later stadium bekend.
Veel docenten hebben een sleutel van het schoolpand zodat ze in het weekend nog wat werk kunnen doen. Eigenlijk is dat krankzinnig.
Andere zaken zijn belangrijker
Ook zeggen scholen andere zaken belangrijker vinden dan een bonus. "Leraren geven aan dat er meer behoefte is aan flexibiliteit om het beroep aantrekkelijker te maken", zegt Bart de Grunt, bestuurder van de Overijsselse onderwijsorganisatie Mijnplein. "Ze willen meer tijd om lessen voor te bereiden. Veel docenten hebben een sleutel van het schoolpand zodat ze in het weekend nog wat werk kunnen doen. Eigenlijk is dat krankzinnig."
Enkele onderwijsbestuurders zeggen tegen Nieuwsuur dat de problemen in de kinderopvang ook meespelen. Er zijn zo weinig plekken dat sommige docenten gedwongen minder werken om voor hun kinderen te zorgen.
'Je moet alles aanpakken'
Scholengroep Primo Schiedam meldt zich wel aan voor de proef met de voltijdsbonus. "Natuurlijk is het niet dé oplossing, maar alle maatregelen die potentieel kunnen bijdragen aan de oplossing van het lerarentekort moeten we gebruiken", zegt directeur Peter Jonkers.
Jonkers heeft wel een idee over hoe de bonus eruit moet komen te zien. "Ik denk dat een geldbedrag op het huidige loon niet gaat werken. Ik zou kijken naar het vergoeden van bijvoorbeeld kinderopvang. Uiteindelijk is het belangrijkste dat er een goede dialoog komt tussen de schoolbesturen en de minister over hoe deze proef wordt vormgegeven."
Natuurlijk is het niet dé oplossing, maar alle maatregelen die potentieel kunnen bijdragen aan de oplossing van het lerarentekort moeten we gebruiken.
Ook De Haagse Scholen heeft zich aangemeld. De scholenkoepel zegt geen kans onbenut te willen laten om het lerarentekort te bestrijden en zegt de proef als een kansrijke optie te zien.
Een woordvoerder van het ministerie ging zelf uit van tien aanmeldingen door schoolbesturen, maar het zijn er nu vijftien. Scholen kunnen zich tot 1 december aanmelden. Daarna zal het ministerie selecteren welke scholen mogen meedoen aan de proef.