Voor 2030 wil het kabinet zo'n 900.000 nieuwe woningen bouwen. Veel gemeenten worstelen met de vraag waar die huizen kunnen staan. Zeker in de grote steden, waar de grond schaars en duur is, is het vinden van goede locaties een uitdaging.
Zoek niet langer en kijk omhoog, zeggen sommigen in de bouwwereld. Boven op bestaande huizen kunnen vaak nog één of meer woonlagen worden gebouwd. Een oud idee, dat duizenden extra woningen per jaar zou kunnen opleveren.
Bouwen met veel beton, dat moeten we ontleren.
"Luchtgebonden bouw", noemt architect Eric Vreedenburgh het liever. Hij is er al meer dan 25 jaar mee bezig, onder meer in Scheveningen. De stalen woningen boven op het gebouw op de foto aan het begin van dit artikel zijn door Vreedenburgh ontworpen.
"Dit soort bouw genereert innovatie", zegt hij. "Zelfs de meest traditionele aannemer snapt dat je niet met zware materialen, bakstenen bijvoorbeeld, op bestaande bouw moet gaan construeren."
Overlast
Vreedenburgh berekende dat als twee procent van de daken in Den Haag wordt benut, de stad 5000 extra woningen kan creëren. Technisch is het mogelijk. Maar de architect erkent dat er andere uitdagingen zijn. "Als je het doet, zegt de buurman: ik wil het niet." Voor bestaande bewoners zijn er niet echt voordelen, maar wel nadelen: een extra verdieping betekent forse overlast tijdens de bouw.
Projectontwikkelaar Levi Koppenhol denkt hiervoor een oplossing te hebben. Op een Amsterdams gebouw bouwt hij tien nieuwe appartementen. Hij haalde de huidige bewoners over met een aantal voordeeltjes. Zo wordt een deel van de opbrengsten van de nieuwbouw gebruikt om hun jaren 60-woningen te verduurzamen en op te knappen. "En de tien nieuwe bewoners gaan meebetalen aan de vaste lasten, waardoor die naar beneden gaan."
212 appartementen op een pakhuis
Toch kiest Koppenhol er niet voor om gelijk, zeg, drie verdiepingen extra te bouwen. "We willen de appartementen snel plaatsen, met zo weinig mogelijk overlast. En er zijn andere uitdagingen, zoals het bestemmingsplan en de fundering en de constructie."
In Rotterdam pakken ze het wél grootster aan. Met zijn vele platte daken is het een top-optoplocatie. De stad heeft al een aantal markante voorbeelden. Op een oud pakhuis verrees Fenix 1, met 212 appartementen. En in het centrum van de stad staat De Karel Doorman, het grootste opgetopte gebouw ter wereld.
Het complex van 117 appartementen is 54 meter hoog en staat boven op een oud warenhuis van 16 meter, vertelt de constructeur, Michiel Visscher. "Ik heb vaak met mensen hier gestaan die vol ongeloof zeiden: dit kan helemaal niet! Maar het staat er toch echt op. Omdat het gebouw een factor vijf lichter is dan we gewend zijn, is het gewicht op de constructie veel kleiner."
Ondanks deze blikvangers én de wens van de gemeente om meer op te toppen, vallen de aantallen tegen. In 2021 was nog 10 procent van alle nieuwe woningen in Rotterdam een optopwoning, dit jaar zal dat slechts 2 procent zijn en in 2023 3 procent. De gemeente wijst op de complexiteit bij deze manier van bouwen.
'Elk jaar 5.000 tot 10.000 optopwoningen'
Visscher vindt dat een zwak argument. "Bouwen is altijd moeilijk. Het is altijd rekening houden met veel factoren. We zijn in Nederland gewend om zware gebouwen te maken, met veel beton. Om dat anders te doen, moet je vooral veel ontleren."
Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening laat weten "de potentie en de knelpunten van het splitsen en optoppen van woningen" te onderzoeken. Het ministerie wijst erop dat kennisorganisatie Platform31 eerder aangaf dat optoppen jaarlijks kan zorgen voor 5.000 tot 10.000 nieuwe woningen. Voor het eind van het jaar komt minister de Hugo de Jonge er in een kamerbrief op terug.