Nederland moet doorgaan met de steun aan Oekraïne. Uiteindelijk is het aan Oekraïne zelf om te bepalen wanneer de oorlog stopt. Dat zegt Wopke Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken, in gesprek met Nieuwsuur. Hij waarschuwt dat de oorlog nog lang kan duren en dat dit ook Nederland pijn gaat doen.
Vijf maanden is CDA-leider Wopke Hoekstra nu minister van Buitenlandse Zaken. Sinds het begin van de oorlog levert Nederland wapens aan Oekraïne om zich te verdedigen tegen de Russische agressie. Inmiddels levert Nederland ook zwaardere wapens. Volgens Hoekstra is het belangrijk dat Noord-Amerika, Europa en dus ook Nederland doorgaan met het leveren van die wapens, het invoeren van sancties en het helpen bij de wederopbouw.
"Je moet ermee door", vindt Hoekstra. "Deze nieuwe fase vraagt ook weer om ander type wapens. Stel je voor dat we het niet hadden gedaan: je moet niet de illusie hebben dat het hele land door Rusland onder de voet was gelopen. Dan was het nooit met Kiev afgelopen zoals het nu is afgelopen."
Het is volgens Hoekstra niet te zeggen wanneer de oorlog stopt. "Uiteindelijk vind ik het aan Oekraïne om te bepalen hoe lang de oorlog doorgaat. Zij zijn diegene die meest verschrikkelijke verliezen lijden. Zij vechten in de allereerste plaats voor hun eigen vrede en veiligheid. Maar daarmee gaat de oorlog ook over vrede en stabiliteit van heel Europa. Het is essentieel dat we hen daarin blijven steunen. Niet alleen moreel, maar ook geopolitiek."
Kille realiteit
Het doel van de zwaardere wapens is volgens Hoekstra dat Oekraïne zo goed mogelijk in staat is om het eigen grondgebied te verdedigen. "Dat is belangrijk. De kille realiteit is dat ze dat kracht geven op het slagveld, en daarmee ook de best mogelijke positie aan de onderhandelingstafel."
De vrees voor escalatie van de oorlog kan niet worden weggeschoven, zegt Hoekstra: "Op dit moment hebben we geen aanleiding om te denken dat het een groter conflict wordt, een grotere oorlog. Maar het is niet voor niets dat de NAVO individuele landen toestaat om wapens te leveren, om fors bij te dragen, maar niet het luchtruim bewaakt. Dat zou betekenen dat je in rechtstreeks conflict komt met Russische vliegtuigen. Dan loop je een levensgrote kans dat de vlam dan wel in de pan staat."
Het EU-lidmaatschap van Oekraïne blijft voor Nederland een punt van discussie. De Oekraïense president Volodymyr Zelensky gaat ervan uit dat het kandidaat-lidmaatschap later deze maand tijdens de Europese top in Brussel wordt toegekend. Maar tot nu toe staat Nederland op de rem.
Hoekstra zegt dat het kabinet met een open blik zal kijken naar het oordeel van de Europese Commissie. "Het is aan de Europese Commissie om met een verstandig oordeel te komen over wat er moet gebeuren. Dan moet je wel de bereidheid hebben om daar als Nederland ook open naar te kijken."
Vooral de corruptie in Oekraïne is voor Nederland en Duitsland een heikel punt. Gisteren bezocht een Oekraïense delegatie de Tweede Kamer om te lobbyen voor het kandidaat-lidmaatschap. Uitstel zou niet alleen slecht zijn voor Oekraïne, maar ook voor de EU, betogen ze.
Hoekstra waarschuwt dat de oorlog nog lang kan duren. "Je moet niet de illusie hebben dat als Nederland zou ophouden met wapens, dat dan de oorlog voorbij is en dat hier de economische zon weer gaat schijnen. Je moet realistisch zijn dat we niet alleen vermoedelijk in een veel langer conflict, een waardeconflict, verzeild zijn geraakt met Rusland, maar ook dat die oorlog nog wel even kan duren. En dat dit dus ook pijn gaat doen. Ook in Nederland."
Het is volgens hem aan het kabinet om te zorgen dat de gevolgen van de oorlog draaglijk blijven voor de eigen bevolking. "Maar je moet ook eerlijk zijn, die oorlog zal nog een tijd duren. De gevolgen zijn over heel de wereld voelbaar, dus ook in Nederland. Het is een illusie om te denken dat we daar over een paar weken of een paar maanden vanaf zijn."