De Nederlandsche Bank (DNB) waarschuwt dat er maatregelen genomen moeten worden om zeker te stellen dat contant geld de komende vijf jaar bruikbaar en bereikbaar blijft. DNB wil dat de verschillende partijen in het betalingsverkeer om de tafel gaan zitten om hierover afspraken te maken. Dat schrijft de centrale bank in een brief aan demissionair minister Hoekstra van Financiën.
Nederlanders betalen steeds minder met contant geld. Waar we in 2010 nog ongeveer 65 procent van onze aankopen met cash betaalden, is dat nu nog maar zo'n 20 procent. De trend is door de coronacrisis in een stroomversnelling gekomen, omdat betalen met munten en biljetten tijdens de pandemie werd afgeraden.
Toch vindt 46 procent van de Nederlanders het belangrijk om contant geld te kunnen gebruiken, bijvoorbeeld vanwege de grote mate van privacy die deze betaalvorm biedt. Daarnaast is een groep van 1,3 tot 1,5 miljoen mensen afhankelijk van cash, onder wie senioren, mensen in de schuldhulpverlening en digibeten, blijkt uit onderzoek van DNB.
'Bij cash is duidelijk: op is op'
De centrale bank voorziet dat mensen zonder verdere maatregelen al snel moeite krijgen om contant geld te bemachtigen "door de voortgaande sluiting van geldautomaten". DNB vreest daarnaast dat contant geld op den duur niet makkelijk meer gebruikt kan worden, omdat winkels cashbetalingen ontmoedigen of zelfs niet meer accepteren.
Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (NIBUD) deelt deze zorg. Directeur Arjan Vliegenthart is bang dat kwetsbare groepen sneller in de schulden zullen raken als contant geld uit de samenleving verdwijnt. "Je ziet dat contant geld veel beter duidelijk maakt wanneer op 'op' is dan digitaal geld. Je kunt bij contant geld namelijk letterlijk in je portemonnee zien wat je nog hebt. Voor sommige mensen is het wekelijks opnemen van een bepaald bedrag dé manier om te zorgen dat ze aan het einde van de week genoeg geld overhouden."
Straatkrantverkoper Toon heeft juist een slimme manier gevonden om zijn kranten toch te kunnen verkopen aan mensen zonder contant geld op zak:
Betaalvereniging Nederland snapt de behoefte aan contant geld, maar wijst erop dat men vaak vergeet dat hier hoge kosten aan verbonden zijn. Directeur Gijs Boudewijn: "Het drukken, het waardetransport, het vervoeren - eigenlijk de hele infrastructuur van contant geld is een enorm kostbare operatie. En dat ziet niemand." Volgens Boudewijn moet de overheid op den duur bijspringen om de instandhouding van contant geld te bekostigen.
Geld opnemen kost geld
Ook de Rabobank maakt zich zorgen over oplopende kosten. "Het gebruik van contant geld neemt af, terwijl de kosten die eraan verbonden zijn min of meer gelijk blijven", ziet directeur Betalen Michiel Kwaaitaal. "Hierdoor nemen de kosten per transactie toe, zeker als je dat vergelijkt met een pintransactie of een betaling via je mobiele telefoon."
De Rabobank gaat vanaf 1 september dan ook een bijdrage van 75 cent vragen aan klanten die geld willen opnemen bij een pinautomaat die niet van de Rabobank of Geldmaat is. Dit zal volgens Kwaaitaal in de praktijk vooral invloed hebben op mensen die in het buitenland geld willen opnemen. Toch zijn er ook in Nederland een paar honderd automaten die niet van Geldmaat zijn en waar dus een bijdrage van 75 cent gevraagd wordt.
'Gebruikers contant geld niet schaden'
DNB vindt het begrijpelijk dat banken de kosten van het betalingsverkeer aan klanten willen doorberekenen, maar benadrukt dat ze daarmee niet de gebruikers van contant geld mogen schaden. "Het is aan banken zelf om tarieven te bepalen voor betalingsverkeer", zegt Olaf Sleijpen, directeur monetaire zaken en financiële stabiliteit DNB. "Maar wij zouden het liefst zien dat de kosten van contant geld gewoon worden meegerekend in de totale kosten die aan consumenten in rekening worden gebracht voor het gebruik van het betalingsverkeer. Zo verdeel je het over alle rekeninghouders."
De Consumentenbond stuurde maandag ook een brief aan demissionair minister Hoekstra over de kosten die banken gaan rekenen voor het opnemen van contant geld. De bond roept de minister op om in te grijpen.
In de toekomst ga je misschien betalen met een digitale munt, uitgegeven door de overheid: