Protestactie tegen windturbines op het Museumplein in Amsterdam afgelopen maart

Verzet tegen windmolens leidde tot meer inspraak, maar het gaat toch weer mis

Aanstaande vrijdag doet de rechter uitspraak in de zaak tegen Jan H. (59) en Jan Nieboer (63). Het Openbaar Ministerie verdenkt hen van bedreigingen, gericht tegen bedrijven en personen die meewerkten aan de bouw van windmolens in Drenthe. Ook brengt het OM ze in verband met dumping van asbest op de plek van de windmolenparken.

Volgens justitie hebben de acties enorme onrust en angst veroorzaakt. De twee Jannen zouden daar niet slechts verantwoordelijk voor zijn; ze zouden de angst welbewust hebben gecreëerd.

Sinds hun felle verzet realiseert de overheid zich dat omwonenden van toekomstige windmolenparken meer te zeggen moeten krijgen. Al lijkt die les inmiddels alweer vergeten.

Overheid negeerde omgeving

De acties in Drenthe waren het eerste grote windmolenprotest in Nederland. Het begon toen windondernemers ruim tien jaar geleden plannen ontwikkelden voor molens bij de N33 bij Meeden en de Drentse Veenkoloniën. Typerend voor de aanpak was dat de omgeving, inclusief de gemeente, niets te vertellen had. De Rijksoverheid nam de regie meteen in handen.

Jurist en politicoloog Sanne Akerboom onderzoekt de Drenthe windmolenzaak. "Pas op het moment dat de overheid bijna klaar is met het besluit, horen mensen die er wonen er voor het eerst van. De bewoners denken dan dat ze mogen meepraten over de manier waarop zo'n park er komt of zelfs óf zo'n park er komt. Maar op dat moment heeft de overheid al aan alles gedacht: geluidsnormen, afstandsnormen, de bescherming van de natuur."

De jarenlange windmolenprotesten waren een gevolg van deze top down-benadering, zegt Akerboom. "De overheid vraagt in de inspraak niet meer om input. Dat is voor die mensen heel frustrerend, het is heel moeilijk te begrijpen."

Molotovcocktails en asbestdumpingen

De afgelopen jaren escaleerde het protest. Er werd brand gesticht, met molotovcocktails gegooid en asbest gedumpt. Boeren die de turbines bouwen, vonden met beton volgegoten blikken met pinnen op hun land, bedoeld om voertuigen te beschadigen. En er werden dreigbrieven verstuurd. In 2019 worden twee mannen opgepakt, Jan H. en Jan Nieboer. Het blijken de twee leiders van het protest.

Een inwoner vertelt hoe omwonenden zich geschoffeerd voelden. "Op den duur zei het dorp: rot dan maar op, met je windmolens."

'Wat er is gebeurd is foute boel, maar het komt ergens uit voort'

De overheid, maar ook de initiatiefnemers van windmolenparken, schrokken van de felheid van de protesten. Ze vreesden voor de gevolgen voor andere windparken en realiseerden zich dat de omgeving een veel grotere rol moet krijgen. Akerboom: "Het verzet in Drenthe en Groningen heeft geleid tot een besef dat het echt anders moet."

"Waar voorheen het Rijk besliste waar grootschalige parken voor duurzame energieopwekking zouden komen, zijn nu de gemeenten en de provincie aan het roer. Die moeten de verschillende stappen - wel of geen wind, zon, waar en hoeveel - met omwonenden en andere belanghebbenden overleggen."

In het Klimaatakkoord van 2019 is vastgelegd dat omwonenden meer moeten participeren bij dit soort projecten. "Dat is echt een verandering ten opzichte van hoe we dat tot 2020 deden."

Door het uitwisselen van argumenten, laat je mensen zien wat je hebt gedaan aan hun zorgen. Dan is het makkelijker te accepteren dat je verliest.

Gerlach Velthoven, directeur Betuwewind

Een voorbeeld van hoe die participatie eruit kan zien, is Betuwewind, een windcoöperatie waar burgers lid van kunnen worden. De initiatiefnemers gingen wél met de wijde omgeving in gesprek over de plannen, en konden bovendien mensen lokken met het vooruitzicht dat ze er zelf aan konden verdienen door mede-eigenaar van molens te worden.

Volgens Betuwewind-directeur Gerlach Velthoven is het belangrijkste voor goede participatie dat van tevoren helder is welke doelstelling moet worden gehaald. Vervolgens moeten mensen vanaf het begin kunnen meepraten over de bouwplek en het aantal turbines. Ook moeten ze vragen en bezwaren kunnen aandragen, zegt hij.

"Door dat debat, door het uitwisselen van argumenten, door moeite te doen aan bezwaren tegemoet te komen, laat je mensen zien wat je hebt gedaan aan hun zorgen. Dan is het makkelijker te accepteren als je verliest."

Het gaat toch weer mis

Inmiddels wordt het Klimaatakkoord uitgewerkt in allerlei plannen voor de verschillende regio's. Maar hier gaat het volgens Akerboom toch weer mis. "Burgers werden bij de plannen voor de regionale energiestrategie in slechts een derde van de plannen betrokken, blijkt uit een analyse van het Planbureau voor de Leefomgeving."

Akerboom maakt zich zorgen. "Want we hebben wel wat beloofd. Mensen houden er rekening mee dat ze ergens over mee mogen praten. Als je dat belooft en het gebeurt niet, kan dat heel frustrerend zijn."

De zaak rond Jan H. en Jan Nieboer laat zien waar die frustratie toe kan leiden. Het OM eist nu tegen beiden vijftien maanden cel.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl