Milena Holdert en Renee van Hest
Milena Holdert en Renee van Hest
Medewerkers en bestuurders in de verpleeghuis- en thuiszorgsector vinden dat zij in de coronacrisis in onveilige situaties zijn gebracht. Belangrijkste reden daarvoor waren de RIVM-richtlijnen. Die schreven voor dat het dragen van beschermende kleding zoals mondmaskers in allerlei gevallen "niet nodig" was.
Zorgmedewerkers zeggen dat zij daardoor ouderen besmet hebben, die later zijn overleden. Bovendien zijn veel medewerkers zelf ziek geworden en kampen zij nu met gezondheidsproblemen.
Dat blijkt uit onderzoek van Nieuwsuur naar de coronacrisis in de ouderenzorg. Daarvoor werden documenten ingezien en de totstandkoming van verschillende richtlijnen onderzocht. Ook is gesproken met tientallen directbetrokkenen uit de sector.
Spijt
Twee zorgkoepels, de Vereniging van Verpleegkundigen en Verzorgenden en branchevereniging ZorgthuisNL zeggen nu dat ze spijt hebben van het volgen van de RIVM-richtlijnen.
Zij kaartten de situatie de afgelopen maanden meerdere keren aan bij het ministerie van Volksgezondheid, maar het RIVM veranderde de richtlijnen nauwelijks. De twee koepels willen nu hun eigen richtlijnen opstellen en niet meer automatisch het RIVM volgen. Het ministerie benadrukt in een reactie dat de richtlijnen zijn geschreven in overleg met de koepels in de ouderenzorg.
Ministerie: werkgevers verantwoordelijk
Zorgmedewerkers zijn nu bezig met de vraag waar de verantwoordelijkheid ligt. Sommigen zijn ernstig ziek geworden. Het ministerie zegt dat als er echt onveilige situaties zijn geweest, uiteindelijk de werkgevers verantwoordelijk zijn. Maar de werkgevers moesten van het ministerie juist de RIVM-richtlijnen volgen.
Inspectie SZW (de voormalige Arbeidsinspectie) laat weten dat zij niet onderzocht heeft of de RIVM-richtlijnen wel overeenkomen met de arbowetgeving. Bovendien zegt de inspectie dat ze van het kabinet de instructie kreeg om tijdens de coronacrisis tijdelijk de RIVM-richtlijnen te gebruiken als uitgangspunt bij het toezicht.
Het RIVM zei in maart dat je zonder klachten niet besmettelijk was en raadde het preventief gebruik van mondmaskers in de ouderenzorg steeds af. Het was "niet nodig" en vanwege de schaarste ook "niet gewenst", volgens het Outbreak Management Team (OMT). Dat leidde ertoe dat medewerkers in verpleeghuizen alléén mondmaskers droegen op afdelingen waar corona was vastgesteld. Op zogeheten 'schone' afdelingen werkte het personeel zonder bescherming.
Ook toen berichten over het toenemende aantal besmettingen in de verpleeghuissector het OMT bereikten, bleven de richtlijnen hetzelfde.
Op het hoogtepunt van de crisis kreeg Nieuwsuur een inkijkje in een door corona getroffen verzorgingstehuis in Boxtel. Een medewerker filmde de ramp die zich daar voltrok:
Volgens het ministerie van Volksgezondheid waren de RIVM-richtlijnen niet gebaseerd op schaarste, maar gingen zij uit van een zo veilig mogelijke situatie voor de patiënt en medewerker. Het RIVM kan echter niet concreet onderbouwen waarom het veilig zou zijn om binnen 1,5 meter onbeschermd een coronapatiënt te verzorgen, en verwijst alleen naar "algemene principes uit de infectiepreventie".
Maar in eerdere Nederlandse richtlijnen over infectiepreventie in de ouderenzorg komt dit principe niet voor. De oud-voorzitter van de werkgroep die die eerdere richtlijnen schreef, Christina Vandenbroucke, herkent deze regel ook niet.
Het kabinet riep het personeel in de verpleeg- en thuiszorg publiekelijk op om de RIVM-richtlijnen te volgen. Het RIVM zegt nu dat het slechts richtlijnen betrof en dat zorgmedewerkers er vanaf hadden mogen wijken. Maar dat bleek in de praktijk niet makkelijk. Zorginstellingen die méér mondmaskers wilden inzetten dan volgens richtlijnen nodig was, konden daarvoor niet terecht bij het landelijk verdeelorgaan van de overheid. Dat verdeelde de beschermingsmiddelen namelijk op basis van de RIVM-richtlijnen.
In andere landen wél mondmaskers
Opvallend is dat in andere landen vaak strengere regels golden. Zo droegen volgens de richtlijn in Duitsland alle zorgmedewerkers die in contact kwamen met ouderen, preventief mondmaskers. Volgens het Duitse RIVM konden zorgmedewerkers zonder klachten het virus namelijk bij zich dragen en overbrengen op ouderen.
In Duitsland was het ook verplicht dat iedere medewerker in de ouderenzorg bij het betreden van de kamer van een (verdachte) coronapatiënt een FFP-masker droeg. In Nederland werden FFP-maskers alleen voorgeschreven bij "hoogrisicovolle handelingen", die voornamelijk in het ziekenhuis plaatsvinden.
Ook schreven de RIVM-richtlijnen voor dat bij de verzorging van (verdachte) coronapatienten niet altijd mondmaskers nodig waren. Kon een zorgmedewerker bijvoorbeeld anderhalve meter afstand houden tot de patiënt, of ging het slechts om "vluchtig contact" van "minder dan 5 minuten", dan was bescherming "niet nodig".