Bij meldingen over een onveilige werksituatie voor arbeidsmigranten komt de inspectie niet ter plekke poolshoogte nemen. Vanwege de coronacrisis worden deze meldingen telefonisch besproken met de betroffen werkgevers, in de hoop dat de situatie dan verbetert. Dat blijkt uit een memo van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid die Nieuwsuur in handen heeft.
Arbeidsmigranten vertellen Nieuwsuur dat ze juist nu vaak worden gedwongen om door te werken als ze ziek zijn, of te dicht naast elkaar moeten werken.
Koorts en keelpijn, toch moeten werken
Een van hen is de 28-jarige Poolse Paulina. Zij werkte zeven weken bij een uitzendbureau in het Westland om geld te verdienen voor haar drie kinderen in Polen. Ze maakte spiesjes van kippen- en varkensvlees. Maar toen ze koorts kreeg en begon te hoesten, werd ze niet ziek gemeld. Ze kreeg geen salaris meer en moest haar huis uit, tenzij ze als chauffeur ging werken om arbeidsmigranten in busjes te vervoeren. Begin april nam ze ontslag.
Twee andere Poolse arbeiders willen alleen anoniem hun verhaal vertellen, uit angst ontslagen te worden. Een van hen werkt in een koekjesfabriek in het rivierengebied. Er werken zo'n 150 mensen, van wie zestig procent uit Polen komt. "Een paar weken geleden waren er zo'n dertig mensen in de fabriek ziek. Ze hadden koorts, moesten hoesten en hadden keelpijn. Maar ze moesten van de teamleider en manager toch gewoon naar het werk komen."
Een andere Poolse vrouw werkt op het kantoor van een uitzendbureau in het kassengebied tussen Hoek van Holland en Den Haag. Zij maakte mee dat zieke arbeidsmigranten zelf werden gedwongen hun ontslagbrief te schrijven, zodat de werkgever geen kosten meer had. "Dan stonden ze binnen drie uur buiten, zonder huis, geld of idee waar ze naar toe konden."
De Poolse arbeidsmigranten klagen ook over de werkplek, waar het soms onmogelijk is om anderhalve meter afstand van elkaar te bewaren.
Telefonische inspectie 'wassen neus'
Normaal gesproken houdt de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid toezicht op een veilige werkplek, onder meer met fysieke controles op de werkplek. Maar in een memo dat op 8 april is verspreid staat dat vanwege corona de aanpak nu anders is. "Gezien de uitzonderlijke situatie is besloten om bij de meldingen die de Inspectie verder wil onderzoeken, eerst telefonisch contact te leggen met de werkgever. Dit is onderdeel van de nee, tenzij-benadering."
Alleen als er sprake is van spoedeisende, ernstige arbeidsongevallen of duidelijke signalen van arbeidsuitbuiting, bezoekt de inspectie de werkplek wel.
FNV-bestuurder John Klijn vindt de houding van de inspectie onbegrijpelijk. "Als ze zo'n werkgever bellen krijgen ze natuurlijk negen van de tien keer te horen dat alles in orde is. Maar zolang zij niet fysiek de bedrijven binnengaan om te controleren of het coronaproof is, heeft dit eigenlijk helemaal geen zin. Dit is een wassen neus."
Analyse voor veilig werken
De Inspectie laat weten dat het telefonisch afhandelen van meldingen vrij goed werkt. Maar fysieke controles op de werkplek worden niet uitgesloten. Tot nog toe zijn er 700 meldingen gedaan die met corona te maken hebben, 35 meldingen gingen over de werksituatie van arbeidsmigranten. Het uitzendbureau van Paulina zegt zich niet te herkennen in haar beweringen.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft Jaap Uijlenbroek - de directeur-generaal van de Belastingdienst die in de nasleep van de toeslagenaffaire werd weggestuurd - gevraagd om "te analyseren wat er nodig is om te zorgen dat arbeidsmigranten veilig kunnen werken in Nederland". Het kabinet komt op korte termijn met plan van aanpak.
Vorig jaar liepen we mee met de inspectie en toen hoorden we al over toenemende zorgen over uitbuiting van buitenlandse werknemers: