Op de operatie-afdeling van het Erasmus MC is het personeelstekort goed voelbaar. De chirurgen zijn er en de gloednieuwe operatiekamers staan klaar en toch moeten veel patiënten langer wachten op hun operatie. Dat geldt zelfs voor mensen met minder onschuldige aandoeningen, zoals een hersentumor. De bottleneck: het gebrek aan operatieassistenten. Zonder hen geen operatie en dus staan vier van de 26 operatiekamers leeg.
Het is de dagelijkse realiteit voor Miranda Mendes, manager Operatiekamers (OK) in het Erasmus MC. "Het schuurt aan alle kanten'', zegt ze. "Het blijft frustrerend om niet alle operatiekamers te kunnen openen. Je zal die wachtende patiënt maar zijn.''
Iedere week moeten de specialisten van het Erasmus MC lastige keuzes maken: welke patiënt wordt volgende week geopereerd en welke niet. In geval van spoed worden alle zeilen bijgezet, verzekert Mendes. Dan werkt het OK-personeel langer door. Maar het is op eieren lopen, geeft ze aan. Want het operatiepersoneel is schaars, de werkdruk groot en je wilt de mensen die je hebt, wel behouden. "Ik moet steeds de balans houden. En ja, de grenzen worden opgezocht.''
Haar zorg om personeel te verliezen, is reëel. De uitstroom in de zorgsector is namelijk groot. In 2017 verliet één op de vijf van de werknemers in de sector Zorg & Welzijn zijn of haar werkgever. Ruim acht procent verliet zelfs de sector. In de huidige, bloeiende economie wordt ook buiten de zorg aan deze mensen getrokken.
94 procent van de ziekenhuizen heeft te maken met moeilijk vervulbare vacatures. De lijst van mensen die nu jaarlijks moeten worden opgeleid, lijkt eindeloos: onder andere 1068 operatieassistenten, 545 spoedeisendehulp-verpleegkundigen, 796 Intensive Care-verpleegkundigen en 510 kinderverpleegkundigen.
Tekort zagen we aankomen
Ondertussen lijkt de arbeidsmarkt bijna leeg; het werkloosheidscijfer heeft in jaren niet zo laag gestaan. Dat terwijl de vraag naar zorg door de vergrijzing alleen maar zal toenemen. In 2040 is een kwart van de Nederlandse bevolking 65 jaar en ouder. Tegenover iedere 65-plusser staan dan nog maar twee werkenden.
Het zijn demografische feiten die al lang bekend zijn. Al in 2008 verscheen de commissie Bakker met een alarmerende boodschap. De zorg zou in de toekomst een half miljoen mensen nodig hebben. Hoe kan het dat hier niet slim op is ingespeeld? Dat er niet extra mensen zijn opgeleid, wetende dat we ze nodig zouden hebben?
Ron Bormans, bestuurder van de Hogeschool Rotterdam is er duidelijk over. "Er waren de laatste jaren te weinig stageplekken voor mijn studenten verpleegkunde." De ironie wil dat zijn verpleegkunde-opleiding dit jaar, net als negen andere opleidingen verpleegkunde een studentenstop (numerus fixus) kent. Minder studenten dan zouden willen, kunnen nu verpleegkunde studeren in Rotterdam. "Dat wringt", erkent hij. "Het is paradoxaal."
'De kinderen raken een beetje op'
Vanaf volgend studiejaar zal de studentenstop worden opgeheven. "We gooien de fixus eraf en dan zorgen we met zijn allen (zorginstellingen, red.) dat er stageplekken komen." Maar of daarmee het probleem structureel wordt opgelost, is nog maar de vraag, geeft de bestuurder aan. Het onderwijs en de ICT trekken immers ook hard aan jonge studenten. "Langzamerhand zijn de kinderen een beetje op.''
Maar waarom zijn er niet al eerder genoeg stageplekken gecreëerd? "De werkdruk in een ziekenhuis of zorginstelling is hoog. Je moet studenten wel begeleiden'', geeft Bormans aan. "Een afdelingshoofd in een ziekenhuis zit dus met een probleem. Die is aan het overleven. Want hij heeft eigenlijk te weinig mensen en dan kom ik langs en zeg: 'ik heb eigenlijk twee mensen nodig om die studenten te begeleiden'. Dat is een enorm dilemma.''
De urgentie werd in het verleden ook lang nog niet zo sterk gevoeld als nu, constateert Petrie Roodbol, hoogleraar Verpleegkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. "Het was jaren terug al bekend dat een op de vijf schoolverlaters de zorg in moest", zegt Roodbol. "Maar we hebben niks gedaan om dat aantal te halen. Er werd gedacht: ah, joh, dat valt wel mee. Een op de vijf is wel heel erg veel."
Beroepsgroep 'verwaarloosd'
De zorgsector heeft de uitstroom dan ook aan zichzelf te wijten, vindt Roodbol. De beroepsgroep is 'verwaarloosd': "Voor artsen en patiënten is inspraak wettelijk geregeld, voor verpleegkundigen niet." Hierdoor is de bestuurlijke invloed van verpleegkundigen in een ziekenhuis gering, terwijl ze de grootste beroepsgroep zijn in het ziekenhuis.
Onder druk van de huidige, nijpende personeelstekorten hebben ziekenhuizen wel meer oog gekregen voor de belangen van het verplegend personeel, stelt ze vast. "Dat is mooi. Je wilt gehoord worden."
Spoedhulp dicht
Het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg leidt inmiddels wel veel nieuwe verpleegkundigen op. "Dat hebben we in het verleden, in de crisisjaren omwille van de kosten te weinig gedaan", erkent bestuurder Anita Wydoodt.
Dit is voelbaar op de Spoedeisende Hulp. Op één locatie wordt de SEH vanwege een gebrek aan gespecialiseerde verpleegkundige nu vervroegd gesloten. Ook kijkt Wydoodt hoe het personeel dat er wel is, zo goed mogelijk kan worden vastgehouden. "Het werken op de SEH is heel druk. Vroeger had je pieken en dalen. Nu alleen nog pieken. We willen kijken of verpleegkundigen niet ook afwisselend op de ambulance of de intensive care kunnen laten werken." Dat is voor de afwisseling goed en zo wordt het werk ook beter vol te houden, hoopt ze.