In het Klimaatakkoord staat dat er veel meer bos bij moet komen om koolstofdioxide (CO2) op te slaan. Tienduizenden hectares bomen moeten er volgens Staatsbosbeheer bij komen. Maar de realiteit is tegenovergesteld: in de praktijk wordt er elk jaar tussen de 1500 en 3500 hectare gekapt.
De ontbossing in Nederland gaat verhoudingsgewijs nog harder dan in het Braziliaanse Amazonegebied, zegt Gert-Jan Nabuurs, hoogleraar Europese bosbouw. Maar hoe kan dat?
Provincies en Rijk, maar ook Natuurmonumenten en andere landeigenaren, ruimen jaarlijks grote percelen bos om plaats te maken voor hei en stuifduin. Dit is jaren geleden afgesproken in het kader van het beleidsplan Natura 2000. Het doel daarvan was het stimuleren van biodiversiteit in Nederland.
Geen herplant nodig
Bomen moeten daarvoor plaatsmaken. En dat is definitief, want de gekapte bomen hoeven volgens Natura2000 niet op een andere plek gecompenseerd te worden. Want het bos wordt omgevormd naar een andere vorm van natuur, dat maakt herplant overbodig.
Op diverse plekken in Nederland merken natuurliefhebbers daar de consequenties van. Bossen verdwijnen, kale vlaktes en bebouwing verschijnen.
Kijk hieronder hoe bos op de Sallandse Heuvelrug verdwijnt.
Overigens zijn onderzoekers en natuurvrienden het erover eens dat het kappen en stimuleren van biodiversiteit op zich niet verkeerd is. Ze pleiten er bij provincies en het Rijk voor om gebieden op te kopen en daar de benodigde tienduizenden hectares nieuw bos te planten, om zo alsnog een bijdrage te kunnen leveren aan het opvangen van CO2. Dat zou honderden miljoenen kosten.