In 2018 kreeg de wereld ineens van alles te horen over de werkwijze van de Russische inlichtingendiensten. Waren ze slordig te werk gegaan, waardoor ze telkens tegen de lamp liepen? Of is er iets anders aan de hand? En waarin verschillen ze eigenlijk van westerse diensten? Vanuit verschillende Europese steden blikt Nieuwsuur terug op 2018: het jaar van de spion.
Onderaan dit artikel is de speciale spionnenuitzending van Nieuwsuur te zien.
Hij was al beroemd, maar na dit jaar helemaal: de kathedraal van Salisbury. En nu is de 13e-eeuwse kerk er ook in chocolade. Russia Today, de propagandazender van de Russische overheid, deed de chocoladekathedraal deze kerstmaand cadeau als relatiegeschenk. Het is een reactie die Rusland kenmerkt als het om de grote spionagekwesties van dit jaar gaat: meedogenloos sarcasme na een lawine aan ontkenningen.
Surrealistisch interview
In Salisbury, zo'n honderd kilometer ten westen van Londen, werden afgelopen voorjaar de Russische oud-spion Sergei Skripal en zijn dochter Julia vergiftigd met het zenuwgas novichok. Beiden overleefden de aanslag; een derde persoon overleed na bij toeval met het middel in aanraking te zijn gekomen.
Beelden van beveiligingscamera's lieten uitvoerig zien hoe twee mannen - naar later bleek agenten van de Russische militaire inlichtingendienst GROe - zich op de fatale dag van Londen naar Salisbury hadden begeven. Ze zouden later een surrealistisch interview aan Russia Today geven: twee vierkante mannen die monotoon wat Wikipedia-wetenswaardigheden over Salisbury en haar kathedraal opdreunden. Er was - buiten Rusland - niemand die ze geloofden.
Beveiligingscamera's speelden ook een cruciale rol in de onthulling van Nieuwsuur en de Volkskrant dat een andere Russische dienst, de SVR, vanaf 2014 Amerikaanse instanties had gehacked, waaronder het Witte Huis, het ministerie van Buitenlandse Zaken en de Democratische Partij.
De zaak was op het bureau van speciaal aanklager Robert Mueller beland, en dat allemaal dankzij de AIVD. Want die had de Russen op heterdaad betrapt, onder meer door het hacken van een beveiligingscamera in Moskou.
Verbijsterend bewijsmateriaal
En die andere Nederlandse dienst, de MIVD, liet dit jaar ook van zich horen. Zomaar een dinsdagochtend in oktober: Defensieminister Ank Bijleveld, MIVD-baas Onno Eichelsheim en de Britse ambassadeur Peter Wilson onthullen hoe een GROe-team had geprobeerd om van dichtbij de OPCW (de organisatie voor het verbod op chemische wapens) in Den Haag te hacken.
Vermoedelijk waren ze onder meer op zoek naar informatie over de Skripal-zaak. De MIVD kwam met een verbijsterende hoeveelheid bewijsmateriaal: foto's van de aankomst op Schiphol, paspoorten, foto's van de arrestatie. Voor Moskou was het niet genoeg: ook deze zaak deed de Russische regering af als Westerse fantasieën.
Waarom gaan de Russen zo te werk? Wat kunnen we in de toekomst nog van ze verwachten? Wat is er veranderd sinds de tijd van de Moscow Rules, de regels die westerse agenten in hun oren moesten knopen (regel 1: assume nothing) zodra ze een operatie gingen uitvoeren in de moeilijkst denkbare omgeving: de Russische hoofdstad, omgeven door KGB'ers? En waarom hebben we het zo vaak over de Russen, maar zelden over westerse inlichtingendiensten die vergelijkbare dingen doen?
Grip op Russische agenten
Nieuwsuur ging met die vragen terug naar Salisbury en sprak in Londen met onder meer Sir Richard Dearlove, voormalig hoofd van de Britse inlichtingendienst MI-6. In Wenen, de plek waar het tweede leven van Skripal begon na een Russisch-Amerikaanse spionnenruil in 2010, bezochten we Siegfried Beer, een van Europa's meest vooraanstaande inlichtingenexperts. In Rome maakten we kennis met 'Alex Finley' (niet haar echte naam), een voormalig CIA-agent die uitlegt hoe de Amerikanen na 9/11 zicht grip op Russische agenten verloren. En in de Baltische Staten bezochten we Sergei Kanev, een Russische journalist die zijn land ontvluchtte na onthullingen over de GROe-verdachten van de aanslag op Sergei Skripal.
Bekijk de uitzending hieronder.