Blok openbaart per abuis staatsgeheimen over Syrische strijdgroepen

  • Milena Holdert en Ghassan Dahhan

  • Milena Holdert en Ghassan Dahhan

De Nederlandse hulp aan Syrische opstandelingen was expliciet bedoeld voor de strijd, zo valt op te maken uit documenten die zijn opgevraagd door Nieuwsuur en Trouw. Dit staat in schril contrast met verklaringen van minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken in de Tweede Kamer, waar hij stelde dat de hulp 'civiel van aard' was. En de regering onthult informatie die eerder als staatsgeheim is bestempeld.

De documenten zijn vrijgegeven na een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en werpen nieuw licht op de Nederlandse rol in de Syrische burgeroorlog. In september berichtten Nieuwsuur en Trouw al over het Nederlandse hulpprogramma aan Syrische strijdgroepen. Daaruit bleek dat sommige van die strijdgroepen mensenrechtenschendingen begingen en zelfs eerder als 'terroristisch' door het OM waren bestempeld.

Nu blijkt dat vrijwel alle door Nederland geleverde goederen door de Syrische opstandelingen voor de militaire strijd zijn ingezet. Niet alleen zijn pick-uptrucks in aanvalsmissies gebruikt, ook leverde Nederland 'tactische vesten' voor wapens als de M-16 en AK-47. Verder hadden onschuldige spullen als voedselpakketten, generatoren en meubels militaire waarde: vooral om het moreel van de strijders op te vijzelen. Laptops werden gebruikt voor het selecteren van militaire doelwitten.

Blok openbaart per abuis staatsgeheimen

Staatsgeheime informatie

In de vrijgegeven documenten blijkt bovendien onbedoeld staatsgeheime informatie te staan. Zo worden onder meer namen genoemd van de betrokken strijdgroepen, informatie waar Blok tot op heden over zweeg. Zo wordt nu 'Levant Front' (Jabhat al-Shamiya) genoemd, een groepering die Nieuwsuur en Trouw eerder al noemden, maar Buitenlandse Zaken weigerde te bevestigen.

Ook wordt in de documenten een nieuwe strijdgroep genoemd: Hama Rebels Gathering. Deze beweging was al in beeld bij Nieuwsuur en Trouw, maar werd vanwege gebrek aan bewijs niet genoemd in eerdere publicaties. Blok weigerde de namen van de betrokken groepen te noemen omdat hij daarmee mogelijk levens in gevaar kon brengen.

De naam van het controversiële Jabhat al-Shamiya komt voor in een Nederlandse leveringsovereenkomst van een aantal pick-uptrucks. De beweging wordt door mensenrechtenorganisaties beschuldigd van standrechtelijke executies, verkrachtingen, martelingen en ontvoeringen.

Invasie van Afrin

Opmerkelijk detail: de voertuigen werden op 9 februari van dit jaar aan Jabhat al-Shamiya geleverd. Dit is achttien dagen na de Turkse invasie van de Koerdische regio Afrin, waaraan ook Jabhat al-Shamiya deelnam. Dat is belangrijk omdat de Nederlandse regering in een vertrouwelijke brief aan de Kamer stelde dat het op 22 januari alle hulp had gestaakt aan groeperingen die betrokken waren bij de inval.

Op 1 februari herhaalde toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Halbe Zijlstra aan de Kamer: "Wanneer wij informatie hebben dat een groepering die van Nederland non-letale hulp ontvangt, deelneemt aan de strijd in Afrin, en aan Turkse zijde strijdt, dan is dat in totale tegenstrijd met de uitgangspunten en wordt die onmiddellijk gestopt."

Actief betrokken

Uit openbare informatie uit die periode was al duidelijk dat Jabhat al-Shamiya actief betrokken was bij de inval in Afrin. Een commandant van de strijdgroep, Mohammed Hamadin, sprak in de eerste dagen van de inval onder meer met The New York Times over de deelname van zijn organisatie. Uit de stukken die zijn vrijgekomen na het Wob-verzoek blijkt dat Nederlandse leveranties desondanks doorgingen. De nieuwe informatie uit de Wob-documenten brengt minister Blok in een lastige positie. Hij kon zich tot nu toe beroepen op het stempel staatsgeheim en daarmee lastige vragen over de steun aan de opstandelingen ontwijken.

In de vrijgegeven documenten staat onbedoeld staatsgeheime informatie. Zo wordt dus onder meer de naam genoemd van de strijdgroep 'Levant Front' (Jabhat al-Shamiya). Dit is informatie waar minister Blok tot op heden over zweeg. "Als deze namen op deze manier bij jullie zijn gekomen, dan hebben we een fout gemaakt die we niet hadden mogen maken", reageert een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Vanaf 23.00 uur gisteravond zijn de documenten door Buitenlandse Zaken van internet verwijderd en daarmee niet meer openbaar.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl