Hoe effectief zijn pogingen om een extremist van zijn overtuigingen af te krijgen? Dat is de vraag na de arrestaties van gisteren waarbij zeven mannen worden verdacht van het voorbereiden van wat het Openbaar Ministerie "een grote aanslag" noemt. Want de hoofdverdachte, Hardi N., is eerder veroordeeld voor poging tot uitreizen naar Syrië en heeft daarbij een programma doorlopen om zijn radicale overtuigingen te herzien. Het lijkt erop dat dat niet geholpen heeft.
"We hebben het een ideaalbeeld dat we het wel oplossen met praten. Dat vind ik naïef", zegt Renske van der Veer, directeur van het International Centre for Counter-Terrorism (ICCT) in Den Haag. "Als jongens uitreizen, dan willen we niet geloven dat daar gewoon iets heel naars onder schuilgaat. De ideologie kan heel diep zitten. Dat uitreizen doen ze niet zomaar, daar geloven ze in."
"Ik vind dat wij niet goed voor elkaar krijgen om te zien hoe serieus iets is. Dat ook jonge jongens, die we zien als jongens die midden in de maatschappij staan, dat die echt een hele serieuze dreiging kunnen vormen, daar maak ik me zorgen over."
Geen recept voor iedereen
De hamvraag is: kun je ze op andere gedachten brengen? "Ik ben ervan overtuigd dat dat kan. Die voorbeelden zijn er ook wel. Er zijn mensen waarvan bekend is, die geven dat zelf ook wel aan." Van der Veer refereert aan Jason W. die veroordeeld is voor terrorisme, maar zegt dat hij zich gebeterd heeft. "Maar een recept voor iedereen, dat bestaat niet", concludeert Van der Veer.
Ze maakt zich zorgen over de focus op terugkeerders, terwijl de radicalen die hier zijn tegengehouden ook gevaar kunnen opleveren. "Je ziet nu wel dat we op moeten passen met die tunnelvisie. Want het gaat ook over lokale netwerken, zeg maar dat 'home grown' jihadisme. Maar ook heel sterk over mensen die uit de gevangenissen komen. En daar krijgen we er straks steeds meer van."
Hardi N. is volgens Van der Veer daar een goed voorbeeld van. Ondanks zijn eerder veroordeling en behandeling is hij nu weer verdachte. "Het is eigenlijk wel duidelijk dat dat niet geholpen heeft. Ik denk ook niet dat alleen gesprekken met een imam als een de-radicaliseringstraject telt. Dat kan heel nuttig zijn. Maar of dat echt een de-radicaliseringsbeleid is, dat betwijfel ik."