Marie Louise Velder heeft al 25 jaar een koffiewinkel op de Amsterdamse Haarlemmerstraat. Maar er dreigt onheil: ze procedeert tegen de huiseigenaar omdat de huur te hoog wordt. "Het is nu 18.000 euro per jaar, maar het zou 36.000 euro moeten worden. Dat kan ik niet betalen."
Belangenorganisatie MKB neemt het op voor winkeliers zoals Velder. Voorzitter Bart Drenth krijgt alarmerende berichten binnen over de stijgende huren. "Die drukken heel zwaar op de lasten, veel meer dan de ondernemers kunnen dragen. Met name de kleinere en bijzondere winkels zitten in de gevarenzone."
De Haarlemmerstraat is een zeer gevarieerde winkelstraat in het centrum van Amsterdam. De panden zijn gewild bij projectontwikkelaars. De economie bloeit - en dat is niet voor iedereen goed nieuws.
"Kleine winkeliers met een soort vaste omzet zitten min of meer gevangen in een stad die aan het uitdijen is, die steeds welvarender wordt, en waar de huizen- en winkelprijzen fors stijgen", zegt econoom Mathijs Bouman. "Als ik ondernemer was in zo'n straat, en ik zou bij wijze van spreken al twintig jaar voor zo'n straat zorgen, dan zou ik me wel weggedrukt voelen."
'Ook de binnenkant is erfgoed'
Erfgoedvereniging Heemschut beschermt sinds jaar en dag stadsgezichten, waardevolle gevels en gebouwen. Maar het blijft niet bij alleen de buitenkant. "Het gaat eigenlijk misschien wel steeds meer om de binnenkant", zegt Christian Pfeiffer, beleidsmedewerker van de vereniging. "Je kan wel mooi een gebouw aan de buitenkant opknappen, maar het gaat ook zeker om het karakter wat bij zo'n gebouw hoort."
Op dit moment heeft Nederland geen beleid om interieurs te beschermen. Maar dat moet veranderen, vindt Pfeiffer. "We willen dat interieurs gewoon per wet beschermd gaan worden. Ook vinden we dat plaatsen als Amsterdam goed moeten nadenken over wat ze willen uitstralen, dat ze dit soort unieke winkels kunnen behouden. Net als al gebeurt in Parijs en Venetië."
Een ander voorbeeld van waardevol erfgoed is drogisterij Jacob Hooy, sinds 1743 op de Amsterdamse Nieuwmarkt. De eigenaar van het pand verdrievoudigde de huur. Als ze dat niet zouden betalen, moesten ze eruit. En dat leidde tot protest.
"Variërend van huilende mensen aan de toonbank tot mensen die bosjes bloemen kwamen brengen", vertelt eigenaar Rik Oldenboom. "De hele buurtvereniging zei: als het echt gaat gebeuren, laten we ons vastketenen hiervoor op straat. We gaan niet weg, dit mag niet gebeuren. Deze mooie oude winkel moet gewoon blijven."
De winkelstraat verandert: piepend en knarsend, met veel pijn en moeite.
In bijvoorbeeld een populaire winkelstraat als de Amsterdamse Kalverstraat waren vijftig jaar geleden nog veel kleine middenstanders te vinden, zoals slagers en winkeliers. Dat is nu wel anders: in die straat zijn vooral nog grote ketens te vinden.
Maar dat is niet erg, denkt Bouman. "Dingen veranderen: ons winkelgedrag, onze behoeftes, en dus ook de winkelstraat. Piepend en knarsend, met veel pijn en moeite. Maar het gaat gewoon zo."
Oldenboom van Jacob Hooy is het daar niet mee eens. "Ik vind dat oude winkels in stand moeten worden gehouden." Zijn achterban vindt dat ook. Onder druk van de publiciteit en de mensen uit de buurt is de verdrievoudiging van de huur van tafel.
Voor deze drogisterij is er is een oplossing gekomen waarover alle partijen tevreden zijn, maar dat is een uitzondering, Voor andere winkels dreigt nog steeds het einde, vreest het MKB.
"Het belangrijkste deel van de oplossing is drieledig", zegt voorzitter Bart Drenth. "De ondernemers moeten weerbaar zijn, de consumenten moeten blijven besteden bij de kleine winkels, en de overheid moet met ons, met andere partijen en huiseigenaren in gesprek gaan over hoe we een divers aanbod van winkels kunnen houden."