Het is een van de oudste routes voor migranten naar Europa, vrijwel buiten het zicht van hulporganisaties en media. Langs de grensrivier de Evros tussen Turkije en Griekenland ging de migratie de afgelopen jaren gestaag door.
Nu de Griekse eilanden potdicht zitten, migranten zitten er vast in kampen, raakt deze noordelijke route zelfs weer meer in zwang.
De Evros vormt een 160 kilometer lange grens. Van Bulgarije in het noorden, tot de delta van de rivier in het zuiden, waar hij uitkomt in de Middellandse Zee. Aan de Griekse oever zijn sinds 1 januari van dit jaar 1469 illegale migranten in handen gevallen van de autoriteiten. Een toename van 128 procent ten opzichte van vorig jaar, zegt de lokale politie in de provinciehoofdstad Alexandroupolis.
Van de Turkse oever, waar de rivier de Meriç heet, zijn geen cijfers bekend. Maar dat het hier dus gaat over een belangrijke route, die meer en meer gebruikt wordt door migranten, is duidelijk. Ook duidelijk: de route lijkt een makkie, maar is levensgevaarlijk. "Ze steken hier regelmatig over. En ze verdrinken, met velen tegelijk."
Schouwarts
We zijn nog geen vijf minuten in zijn kantoor, of we kijken al naar een hele serie foto's van zwaar verminkte lichamen. Dokter Pavlos Pavlidis heeft een sterke maag. "Kijk, na dagen of soms weken in het water, zijn ze onherkenbaar." Pavlidis is de schouwarts van Alexandroupolis. Het is zijn missie de identiteit van omgekomen migranten te achterhalen.
Maar dat is geen eenvoudige klus. "Want er zijn er ook veel die de overkant halen, maar dan alsnog omkomen van de kou." De oever van de Evros is een uitgestrekte, dunbevolkte delta. "Ook zij worden vaak pas na weken gevonden, en zijn dan half vergaan. Vooral waar geen kleding zit, de gezichten," legt Pavlidis uit.
De arts heeft een hele plank in zijn kast ingeruimd voor de dossiers van de doden. Het gaat terug tot de beginjaren '2000. "Ik heb een score van 35 procent identificatie, twee derde gaat ongeïdentificeerd het graf in," zegt de arts.
Aan dit lichaam was behalve de tatoeage niets te herkennen.
Dat niet iedereen geïdentificeerd wordt, komt niet door een gebrek aan inspanning van Pavlidis. Met wat steun van de Griekse overheid heeft hij een systeem opgezet om zelfs de meest onidentificeerbare doden toch nog een identiteit te geven. Of tenminste de kans daarop.
Pavlidis trekt een horizontale vrieskast in zijn laboratorium open. Er rolt een brancard uit, waarop een groene zak ligt. Een lange rits aan de bovenkant. "Aan dit lichaam bijvoorbeeld," legt hij uit, "was behalve de tatoeage op de linkerarm niets te herkennen. We hebben ook geen papieren of persoonlijke bezittingen gevonden, niets."
Toch archiveert hij de tattoo en het DNA van deze dode. Alles krijgt een uniek nummer. Hetzelfde doet hij met alle armbandjes, kettinkjes, kleine persoonlijke spulletjes die hij aan de lijken aantreft. "Als een familielid zich meldt, zijn deze bezittingen soms een eerste aanwijzing," zegt Pavlidis, "en met een DNA-test weten we het dan zeker. Zelfs over tien jaar kan zo een lichaam nog aan een familielid worden teruggegeven."
Laat dit de laatsten zijn
Maar zolang er geen familie is, blijven de lichamen maximaal vijf maanden in een koelcel bij dokter Pavlidis. Daarna worden ze begraven, hoog in de bergen van dit stukje noord-Griekenland. Daar zijn de dorpjes van een kleine gemeenschap Griekse moslims, afstammelingen van Turken. De lokale 'mufti', imam Mehmet Damadoglou, beheert de begraafplaats.
"We begraven deze migranten op dezelfde manier als ik mijn eigen vader en moeder heb begraven. Ze zijn onze broeders," zegt de imam. Hij wijst richting een veld bovenop de heuvel. "Wat je hier ziet, van hier tot daar, zijn allemaal graven. Er liggen hier ongeveer 400 mensen." Hij wijst naast zich. "Dit is de enige plek die ik nog over heb."
Damadoglou heeft vier nieuwe plekken laten uitgraven, de gaten zijn volgelopen met regenwater. "We hebben te horen gekregen dat er nieuwe lichamen aankomen. Iedere keer als ik hier mensen begraaf, zegt ik: 'mijn God, laat dit de laatsten zijn'."
Het grootste aantal bevindt zich onder water.
"In alle jaren samen, heb ik hier bijna 360 lichamen gehad. En dat is alleen van de Griekse kant," zegt dokter Pavlidis. "We weten wat er gebeurt aan de Turkse kant, daar heb ik geen cijfers van. Maar ga er vanuit dat die ongeveer hetzelfde zijn, en je komt op meer dan 700 doden." Sinds 1 januari heeft hij er acht binnen gekregen.
En dat is volgens de dokter hooguit de helft van het aantal doden dat in de Evros viel. "Het grootste aantal bevindt zich onder water," zegt hij. De lichamen die terecht komen, worden meestal gevonden door vissers. "Maar we hebben zoveel families die het lichaam zoeken, maar het niet vinden. Niet aan de Griekse oever, niet aan de Turkse oever. Ze liggen in de rivier."