Harm Brouwer mag als een van de weinigen in alle systemen van de geheime diensten kijken. Brouwer is voorzitter van de CTIVD, de Commissie Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. Hij moet zorgen dat de nationale veiligheid in balans is met de privacy van alle burgers.
Een extra moeilijke taak nu vanaf mei dit jaar vermoedelijk de nieuwe Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Wiv) ingaat, waarbij de veiligheidsdiensten op grote schaal informatie via internet mogen tappen. De CTIVD ziet de Wiv "als een werkbare wet die niet volmaakt is, maar wel in balans", zegt Brouwer vandaag in een publicatie.
Dat de inlichtingenwet niet volmaakt is, schuilt volgens Brouwer in het volgende: de basis is in de wet verankerd, maar in de loop van de tijd zijn er veel moties aan de wet toegevoegd en toezeggingen gedaan door minister Kajsa Ollongren. "Het zou voor de rechtszekerheid op de langere termijn goed zijn als deze in de wet zelf waren opgenomen."
Blinde vlekken
De CTIVD zegt dat er in de nieuwe wet voldoende mogelijkheden zijn voor "effectief toezicht". Dat is volgens Brouwer nog wel afhankelijk van de manier waarop de diensten de gegevens zullen verwerken en gegevens met buitenlandse diensten zullen delen.
De voorzitter vindt de nieuwe inlichtingenwet wel noodzakelijk. De diensten zouden nu blinde vlekken hebben. De huidige Wiv-wet stamt uit 2002 en sindsdien zijn er veel technologische ontwikkelingen geweest. "Daardoor zijn communicatietoepassingen aanzienlijk veranderd."
Ook het tegengaan van cyberdreigingen ziet hij als een belangrijke reden voor de nieuwe bevoegdheden op de kabel.
Informatie op tijd verwijderd?
Op de dag van de gemeenteraadsverkiezingen, 21 maart, kunnen we voor of tegen de nieuwe inlichtingenwet stemmen in een referendum. Tegenstanders zijn bang dat de privacy van burgers geschonden wordt. Ze noemen de nieuwe bevoegdheden een "sleepnet" om gevoelige informatie te verzamelen.
De commissie van Brouwer controleert of de diensten terecht informatie verzamelen, of de analyses juist zijn en of de AIVD en de MIVD irrelevante informatie op tijd verwijderen. Hieronder leggen we uit hoe dat proces in zijn werk gaat.
Volgens de inlichtingen- en veiligheidsdiensten zal ongeveer 2 procent van de data die verzameld worden, daadwerkelijk bewaard worden. "De rest zal direct worden vernietigd, omdat vooraf al kan worden vastgesteld dat die gegevens niet van belang zijn."
Van die bewaarde 2 procent valt na selectie en analyse ook nog een deel af. En dat is een cruciale fase, zegt Brouwer. "De grootste inmenging in de rechten van de burger vindt plaats daar waar de diensten de opgeslagen persoonsgegevens verder verwerken." Uitsluitend relevante gegevens mogen worden bewaard, de rest moet na uiterlijk drie jaar worden vernietigd.
De CTIVD spreekt van "verantwoorde databeperking". Er worden dus wel grootschalig gegevens verzameld, maar die worden niet grootschalig gebruikt, benadrukt Brouwer. "De metafoor van het sleepnet gaat dus maar gedeeltelijk op."
Gegevens delen met buitenlandse diensten
Volgens de nieuwe inlichtingenwet mogen de AIVD en de MIVD gegevens delen met buitenlandse diensten. Dat kan gaan om gegevens die de Nederlandse diensten verzameld hebben en nog niet zelf geanalyseerd hebben. Uit verschillende hoeken klinkt kritiek op die werkwijze.
"Sommige landen misbruiken privé-informatie en pakken activisten of journalisten op", zegt Nine de Vries van Amnesty. "Het ongefilterd delen van gegevens moet niet mogelijk gemaakt worden. Wat ons betreft moet deze optie uit de wet."
Paul Abels, bijzonder hoogleraar Governance of Intelligence and Security Services, noemt het delen van bulkinformatie een stap te ver. "Je weet niet wat daarin staat. Als je geanalyseerde data hebt over bijvoorbeeld een terrorist die van belang is voor een ander land, moet je die natuurlijk wel delen."
Harm Brouwer ziet wel mogelijkheden om zogeheten ongeëvalueerde data met buitenlandse diensten te kunnen delen. "Het moet dan gaan om hechte samenwerkingsrelaties en de risicoafweging moet grondig zijn. De nieuwe wet schrijft voor dat de CTIVD vervolgens geïnformeerd wordt, zodat ze direct toezicht kan houden."