Wie de klas van juf Margreet op basisschool de Koningin Emmaschool in Haarlem binnenloopt, ziet ze meteen liggen: kleurrijke koptelefoons, die de kinderen op kunnen zetten als de prikkels in de klas ze te veel worden.
Het is één van de kleine aanpassingen die de school biedt aan passend onderwijs. In haar klas is dat hoognodig. Juf Margreet heeft van alles in haar klas: kinderen met autisme, dyslecten, ADHD'ers en kinderen in een moeilijke thuissituatie. Elk kind heeft weer zijn eigen onderwijsbehoefte.
Nanda Klaassen is directeur van de Koningin Emmaschool. "Het vraagt extra inzet van de leerkrachten."
In de praktijk ziet ze dat dit leerkrachten parten speelt. Mensen werken langer door om te zorgen dat er geen inval-leerkrachten voor de klas hoeven te staan. "Soms gaan ze te lang door, waardoor ze er langer uit zijn", aldus Klaassen.
'Je voelt je tekort schieten'
Door het passend onderwijs zitten er nu meer kinderen met een zorgbehoefte in de klas. Dus hebben de ADHD'ers op de Haarlemse basisschool wiebelkussens om ze te helpen concentreren, kinderen met concentratieproblemen hebben een time-timer om ze te helpen bij hun opdrachten en een jongetje heeft een elastiek om de stoel om zijn sensorisch vermogen te ontwikkelen.
Tegelijkertijd moet de juf steeds meer noteren, want als een kind tóch naar het speciaal onderwijs gestuurd wordt, moet de school kunnen bewijzen dat ze er alles aan gedaan heeft om het kind te helpen.
In een groep van 27 kinderen met verschillende behoeftes, kun je nooit iedereen bedienen.
Gesprekken met specialisten vinden plaats buiten lestijd en gaan van de voorbereidingstijd van de lessen af. Daarnaast verwachten ouders dat de school hun kind perfect helpt, terwijl de behoeften soms juist tegenstrijdig zijn.
Het ene kind wil in stilte met een koptelefoon werken en de ander heeft juist een 'buddy' nodig , aldus juf Margreet. "Mede daarom voel je je tekort schieten", zegt ze.
Het verschil maken
De tijd van de juf gaat vooral naar de uitschieters. "In een groep van 27 kinderen met verschillende behoeftes, kun je nooit iedereen bedienen. Er zit nu meer zorgproblematiek in de klas, waar veel aandacht naar toegaat."
"De risicogroep is het gemiddelde kind met goed gedrag. Als ik iets meer tijd en ruimte zou hebben, zou ik voor dat kind misschien het verschil kunnen maken tussen VMBO en Havo", zegt Margreet.
Juf Ria van basisschool De Windroos in Zaandam zit al bijna veertig jaar in het onderwijs. Ze ziet haar klassen veranderen. "Een paar weken geleden was er een meisje in de klas met tafels en stoelen aan het gooien. Dat soort kinderen had je vroeger niet. Je probeert het te sussen en rustig door te gaan met je les, maar er zijn ook dagen dat je zelf niet goed in je vel zit. Dan gaat het niet."
Kinderen doorverwijzen naar het speciaal onderwijs gaat ook steeds moeilijker. Ria vertelt over een kleuter met cognitieve problemen die werd afgewezen voor het speciaal basisonderwijs.
"Zo'n jongetje hoort daar ook niet thuis. Dus zal je hem moeten handhaven op school. Ik kan me voorstellen dat het voor een leerkracht met dertig andere leerlingen een enorm zware belasting is."
Hoe kan ik dat kind helpen zich gelukkig te voelen in de klas? Dat zijn dingen die je uit je slaap houden.
Er gaat veel aandacht naar zo'n moeilijk kind, terwijl Ria nog veel meer aan haar hoofd heeft. De school heeft veel kinderen met een taalachterstand en met sociale problematiek.
"De thuissituatie komt ook in je klas", vertelt ze. "Mishandelingen, ouders die geen vaste woon- en verblijfplaats hebben, dat speelt allemaal mee in de klas. Hoe kan ik dat kind helpen zich gelukkig te voelen in de klas? Dat zijn dingen die je uit je slaap houden. Met passend onderwijs werd gezegd: jullie krijgen meer handen in de klas. Dat hebben we nooit gekregen, we moeten juist meer alleen doen."
Margreet denkt daar hetzelfde over: "Hoe fijn zou het zijn als die jongen met ADHD die met zijn gefrustreerde gedrag de les verstoort, even door iemand uit de klas gehaald kan worden? Dat zou mij zoveel helpen."