Islamitische Staat gaat verliezen in Irak en in Syrië. Voor minister Jeanine Hennis van Defensie en vice-premier Lodewijk Asscher is dat een vaststaand feit. "We zijn in een nieuwe fase als het gaat om de militaire campagne. Dat betekent IS verder terugdringen en uiteindelijk vernietigen. Maar daar zijn we nu nog niet."
Hennis en Asscher waren de afgelopen dagen in de Iraakse hoofdstad Bagdad, en in de hoofdstad van de Koerdische regio in het noorden, Erbil. Nieuwsuur reisde mee met beide ministers, die op bezoek gingen bij de Nederlandse militairen en bij de Iraakse autoriteiten.
Nietsontziende vijand
Nederland levert met zo'n 130 militairen in Irak een bijdrage aan de strijd tegen Islamitische Staat. In Bagdad trainen de Nederlanders Iraakse commando's. In Erbil worden Koerdische strijders basisvaardigheden bijgebracht als scherpschieten en bermbommen detecteren.
"De militairen hier zijn erg gemotiveerd, maar eigenlijk nog amper militair. Ze moeten nog leren met een wapen om te gaan en bijvoorbeeld gewonden te verzorgen", zegt Asscher. Hij noemt het een zeer acuut probleem. "Deze trainingen zijn hard nodig wil je tegen een nietsontziende vijand als IS een kans maken."
Verdediging
Volgens de Nederlandse ministers is het Iraakse leger door de trainingen sterker geworden, en gaat de strijd tegen IS op dit moment een andere fase in. De islamitische terreurorganisatie raakt meer en meer in de verdediging en verliest terrein.
"Het schiet op, in zekere zin", zegt Hennis. "Op verschillende plekken is te zien dat de Iraakse strijdgroepen met een opmars bezig zijn. En daar waar de opmars van IS eerder gestopt was, is te zien dat ze nu echt in de hoek van de verdediging geduwd zijn."
Geduld
Daardoor moet de internationale coalitie tegen IS ook werken aan een nieuwe strategie in de strijd. "Het is een heel dynamisch proces dat nu steeds verder vorm krijgt", zegt Hennis. "IS is nog niet gebroken, het heeft nog steeds vermogen om te acteren. Dat betekent dat we geduld moeten hebben en vastberaden de strijd moeten voortzetten."
Vice-premier Asscher sluit zich daarbij aan. "IS kan nu een aantal militaire nederlagen krijgen, maar je zult ze echt moeten verslaan om veilig te zijn. De terreurorganisatie moet het nu steeds meer hebben van aanslagen en angst zaaien. Het is belangrijk om dan vol te houden."
Bijdrage coalitie
Het bezoek van de VVD- en PvdA-minister aan Irak vond plaats op een politiek gevoelig moment. Frankrijk en de Verenigde Staten hebben Nederland gevraagd de bijdrage aan de internationale coalitie tegen IS te vergroten.
Voor het kabinet liggen alle opties nog op tafel, variërend van een grotere inzet in Irak, uitbreiden van het mandaat naar bombarderen boven Syrië, of een grotere rol van Nederland in Midden-Afrika. Omdat dit besluit politiek gevoelig ligt, willen Hennis en Asscher zich er nog niet over uitlaten.