Twee meesterwerken van de Rembrandt die in bezit waren van de Franse familie Rothschild komen zeer waarschijnlijk terug naar Nederland. Het kabinet betaalt mee aan de koop en legt samen met het Rijksmuseum 160 miljoen euro op tafel.
Het zijn de huwelijksportretten van Maerten Soolmans en Oopjen Coppit. De meesterwerken werden in 1634 geschilderd, en zijn de grootste portretten die Rembrandt maakte: ze zijn 2,10 meter lang en 1,35 meter breed.
Nieuwsuur spreekt met de directrice van het Mauritshuis Emilie Gordenker, SGP-fractieleider Kees van der Staaij, en Inge van der Vlies, hoogleraar Kunst en Recht, over de aankoop van het kabinet en het Rijksmuseum.
Verzoek
Minister Jet Bussemaker heeft op verzoek van de fractievoorzitters in de Tweede Kamer 80 miljoen beschikbaar gesteld voor de portretten. Ze vindt het van groot belang dat de portretten naar Nederland komen. "Het is nu of nooit", zei Bussemaker. "Als we ze nu niet kopen, komen ze in handen van een of andere rijke oliesjeik en dan kan het publiek ze nooit meer zien."
Over de verkoop van de werken is de afgelopen weken in het geheim onderhandeld in het Mauritshuis. Op verzoek van een groot deel van de Tweede Kamer heeft het kabinet de helpende hand toegestoken.
Bussemaker zou 30 miljoen halen uit een speciaal fonds voor kunstaankopen. De overige 50 miljoen zou van het ministerie van Financiën komen. Dijsselbloem wilde wel meewerken aan de koop, maar alleen op verzoek van de Tweede Kamer.
Mauritshuis
De directeur van het Mauritshuis, Emilie Gordenker, lijkt een cruciale rol te hebben gespeeld bij de aankoop. Gordenker nodigde de fractievoorzitters uit de Tweede Kamer uit om te praten over het belang van de stukken. "De fractievoorzitters waren eigenlijk vanaf het begin heel enthousiast."
Grootste aankoop
De andere 80 miljoen moet het Rijksmuseum bij elkaar sprokkelen. De afgelopen weken heeft het museum met verschillende particulieren gesproken, en de Vereniging Rembrandt stelt geld beschikbaar. Als de deal doorgaat, zou het de grootste aankoop in de geschiedenis van het museum zijn.
Het Rijksmuseum liet al eerder weten alles op alles te zetten op de werken binnen te halen. Toen bekend werd dat de werken in de verkoop gingen, zei Pijbes dat het "als Rijksmuseum zaak is in beweging te komen om de stukken op serieuze wijze proberen terug te krijgen."