Terwijl de verschuivingen aan het front al maanden beperkt zijn, lijkt het erop dat Oekraïne steeds vaker aanvallen uitvoert op Russisch grondgebied - soms diep in Rusland, vele honderden kilometers over de grens. Ze worden uitgevoerd met drones, die niet zelden op weg worden gestuurd om olieraffinaderijen en -opslagdepots te treffen. Wat wil Oekraïne hiermee bereiken en hoe kunnen de drones de strijd beïnvloeden?
Gisteren nog, op de dag van de Russische (schijn)verkiezingen, berichtte het ministerie van Defensie in Moskou dat zeventien Oekraïense drones waren neergehaald boven de zuidelijke regio Krasnodar, vier rond Moskou en de andere in andere regio's. Bij een raffinaderij in Slavjansk aan de Koeban, in de zuidelijke regio Krasnodar, ontstond brand.
Maar ook dieper in Rusland zijn recent droneaanvallen gemeld op raffinaderijen, bijvoorbeeld in Rjazan en bij Nizjni Novgorod. Rjazan ligt zo'n 200 kilometer ten zuidoosten van Moskou, Nizjni Novgorod nog verder landinwaarts. Ook cijfers onderschrijven dat Oekraïne steeds vaker drones inzet. Waren er in 2022 elf geregistreerde droneaanvallen op Russisch grondgebied, vorig jaar was dit aantal 106 en in de eerste maanden van dit jaar al 33.
Deze aanvallen maken deel uit van Oekraïnes 'diepe operatie', zegt Mart de Kruif, oud-commandant der landstrijdkrachten. "Aanvallen daar zijn gericht op het afgrendelen van het slagveld voor de vijand. Daarbij worden logistieke lijnen, voorraden geraakt."
De Kruif schat dat de effecten voor de Russische oliesector beperkt zijn. "Maar het doel van Oekraïne is niet alleen voorraden treffen, met de droneaanvallen dwingen ze Rusland tot het verplaatsen van hun luchtafweer. Rusland moet daardoor keuzes maken en dat vinden ze niet leuk."
Energie-expert Lucia van Geuns van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCCS) wijst erop dat de Russische olie-industrie enorm is. "Een droneaanval doet pijn, maar voor de hele industrie is het maar een speldenprik."
'Dieper, vaker en harder'
Het zijn volgens haar wel speldenprikken die regionaal impact kunnen hebben. "Schade aan raffinaderijen betekent ongemak, maar die - zo heb ik begrepen - kunnen ze vrij snel repareren. Maar een brandend depot dicht bij de Oekraïense grens betekent dat je die olieproducten niet kunt gebruiken voor oorlogsvoering."
Een recent uitgevaardigd exportverbod voor benzine is volgens Van Geuns niet zonder betekenis. "Raffinaderijen zijn voor binnen- en buitenlands gebruik. Het exportverbod moet het binnenlands gebruik garanderen: net als in de VS geldt: hoe hoger de benzineprijs, hoe ontevredener de mensen worden. Het Kremlin is gebaat bij een stabiele prijs, zonder tekorten."
Defensiedeskundige George Dimitriu (Clingendael) ziet dat Oekraïne zoekt naar manieren om Rusland te raken. "Aan de frontlinie is het vastgelopen, dus kijken ze naar andere methoden. Door droneaanvallen zou je het kunnen laten rommelen in het Kremlin, maar daar blijkt nog weinig van. Daarvoor zouden die aanvallen dieper, vaker en harder moeten zijn."
'Het is afleiding'
President Zelensky kondigde in december aan dat Oekraïne dit jaar meer dan een miljoen drones zou produceren. Het land heeft naar eigen zeggen meer dan 200 bedrijven die ermee bezig zijn. En hoewel Rusland ook niet stilzit, denkt minister Kamysjin, verantwoordelijk voor de militaire industrie, dat Oekraïne in het voordeel is. Massa, aantallen zijn daarbij volgens hem niet doorslaggevend. "Onze kracht zit in onze sterke mensen, onze ingenieurs, die de juiste oplossingen bedenken en die weten toe te passen."
Marina Miron, defensie-expert aan King's College London, zet vraagtekens bij de effectiviteit van de droneaanvallen in Rusland. "Als poging om de Russische oorlogsfinanciering te dwarsbomen, verwacht ik er weinig van. Het is een druppel in een oceaan. Ze zijn hooguit van nut in pr-opzicht: de beelden van de aanvallen laten westerse bondgenoten zien: we vechten nog. Maar het is afleiding van wat er op het slagveld gebeurt."
Daar ziet het er volgens haar niet goed uit. "Oekraïne kampt met grote tekorten aan mankracht en materieel. De droneaanvallen in Rusland zien er op een scherm geweldig uit, maar lossen die tekorten niet op."
'Nederland te laat'
De Kruif onderschrijft dat de droneaanvallen geen 'gamechanger' zijn. "Bepalender is in hoeverre Oekraïne westerse steun houdt. Het leunt steeds meer op Europa. Wij in Nederland zijn veel te laat. We praten al twee jaar over de bouw van munitiefabrieken."
Tegelijkertijd ziet hij positieve ontwikkelingen in Brussel en andere Europese hoofdsteden. "De industrie is aan het opstarten. De steun is niet optimaal, maar je kunt ook zeggen dat het glas halfvol is."
Miron ziet Europa vooral worstelen. "Ze begrijpen dat ze moreel gezien moeten helpen, maar ze kunnen de aanvoer niet snel genoeg opvoeren. Daarbij, wat er in Europa extra wordt gedaan moet worden afgezet tegen Rusland, waar de oorlogsindustrie veerkrachtig is gebleken."
Kijk deze video van Nieuwsuur om meer te weten te komen over de drone-oorlog tussen Oekraïne en Rusland: