Onderzoek: tevredenheid over coalitieakkoord, maar zorgen over daadkracht nieuwe kabinet
Kiezers zijn relatief tevreden over het vorige week gesloten akkoord tussen PVV, VVD, NSC en BBB. Zij zijn in ieder geval positiever dan bij de start van het laatste kabinet-Rutte in januari 2022.
Toen was 34 procent tevreden over het beginnende kabinet. Bij de nieuwe coalitie is dat 50 procent, blijkt uit een representatief onderzoek van Ipsos I&O onder 2141 stemgerechtigde Nederlanders. Stemmers op PVV (92 procent) en BBB (85 procent) zijn het meest enthousiast.
Wel leeft er breed bij de kiezer zorg over de vraag of de coalitie waar kan maken wat ze belooft.
Frisse wind
Kiezers die blij zijn met het nieuwe kabinet vinden dat het tijd is voor verandering en hopen dat er een frisse wind gaat waaien. Ook zijn zij van mening dat de rechtse samenstelling van de coalitie recht doet aan de verkiezingsuitslag.
Vier op de tien Nederlanders zijn juist ontevreden. Dat geldt met name voor de achterban van GroenLinks-PvdA, waarvan 97 procent de nieuwe coalitie niet ziet zitten.
Bij dit alles moet wel worden aangetekend dat ruim twee jaar geleden de tevredenheid werd gemeten op het moment dat alle bewindslieden waren benoemd. Dat is nu nog niet het geval; zelfs de naam van de nieuwe premier is nog niet bekend.
Vrees voor snelle val kabinet
Opvallend is dat ook tevreden kiezers weinig optimistisch zijn over de daadkracht van een nieuwe regeringsploeg. Circa een derde (35 procent) heeft daadwerkelijk vertrouwen in het komende kabinet. "Je hoort veel: eerst zien, dan geloven", zegt onderzoeker Asher van der Schelde van Ipsos I&O.
Kiezers zijn onder meer bang dat het kabinet snel ten val zal komen vanwege inhoudelijke onenigheid. "Ze verwijzen dan naar de verhoudingen tussen PVV en NSC en meer in het bijzonder tussen de leiders Geert Wilders en Pieter Omtzigt", valt Van der Schelde op.
Scepsis over klimaataanpak
Als het gaat om de concrete plannen, is er bij de vluchtelingenproblematiek bij een substantiële groep (47 procent) het gevoel dat het nieuwe kabinet effectief zou kunnen zijn. Dat is veel meer dan bij de start van Rutte-IV het geval was.
Bij de andere grotere politieke problemen van deze tijd is dat gevoel van effectiviteit er minder, hoewel over het algemeen nog altijd meer dan 2,5 jaar geleden. De meeste twijfel is er over de aanpak van de klimaatcrisis: slechts 11 procent denkt dat het rechtse kabinet hier verschil kan maken. Alleen op dat punt was er destijds juist duidelijk meer vertrouwen in Rutte.
De positieve stemming over het hoofdlijnenakkoord wordt vooral bepaald door de asielmaatregelen: het gedwongen uitzetten van afgewezen asielzoekers (79 procent staat hier achter) en het niet langer voorrang geven aan statushouders bij de verdeling van sociale huurwoningen (73 procent). Ook de plannen die de criminaliteit moeten terugdringen - zoals de zwaardere bestraffing van ernstige misdrijven, 83 procent is daar voor - hebben veel steun.
Twee maatregelen wijst een meerderheid van de kiezers af: 58 procent vindt niet dat kleine natuurgebieden hun beschermde status moeten verliezen en 51 procent is tegen de btw-verhoging op cultuur.
Ronald Plasterk
Bij de kandidaten voor het Torentje valt op dat Ronald Plasterk, die afgelopen weekend liet weten dat hij afziet van het premierschap, nog het meeste vertrouwen had onder kiezers. Dat vertrouwen was er bij een derde (32 procent), waar Mona Keijzer (BBB, 18 procent), Fred Teeven (VVD, 12 procent) en Marco Pastors (ex-Leefbaar Rotterdam, 5 procent) minder goed scoorden. Bij de laatste speelt een rol dat 57 procent hem niet kent.