Na de aanslagen door Hamas ging de westerse wereld vorige maand grotendeels achter Israël staan. Aan die steun hebben sommige landen inmiddels een 'maar' toegevoegd, met als kern van hun kritiek vragen over de proportionaliteit van Israëls reactie. Maar de steun blijft grotendeels intact.
In de niet-westerse wereld is het beeld divers. Landen, regio's hebben hun eigen belangen en afwegingen. Zo slaagden de landen verenigd in BRICS, de unie van ontwikkelende economieën, er deze week niet in tot een gezamenlijk standpunt te komen. Wij vroegen een aantal van onze correspondenten hoe er in hun regio wordt gekeken naar de oorlog tussen Israël en Hamas.
Arabische wereld
In de Arabische wereld staat de televisie de hele dag aan. Heftige beelden uit Gaza komen rechtstreeks miljoenen huiskamers en koffiehuizen binnen. In hun eigen taal, het Arabisch, kijken mensen de hele dag naar het nieuws dat overwegend het Palestijnse perspectief laat zien.
Al weken hebben mensen slapeloze nachten, de solidariteit met Palestijnse burgers is op de meeste plekken enorm. Maar dat betekent niet dat iedereen in deze regio er hetzelfde over denkt. Het ene land heeft goede banden met Hamas, het andere juist niet. Sommige Arabische landen sloten recentelijk een akkoord met Israël of waren op weg dat te gaan doen. Daar is het nu erg zoeken naar een nieuwe balans. Daarbij is de officiële lijn ook zeker niet altijd hetzelfde als wat mensen thuis zeggen.
Wel hoor je veel mensen over de dubbele standaard en de hypocrisie van het Westen. Ze hebben vaak het gevoel dat er weinig kennis en begrip is voor de regio. Het ongenoegen daarover wordt voor velen door deze oorlog onderstreept. Ook wordt het vergeleken met de westerse houding ten opzichte van de oorlog in Oekraïne. Alles bij elkaar neemt het vertrouwen in de geloofwaardigheid van het Westen hier steeds verder af, wat de komende jaren alsmaar moeilijker te repareren zal zijn.
En dan is er de vrees dat het conflict regionaal zal escaleren, terwijl het in veel buurlanden economisch juist al zo ontzettend slecht gaat. Veel mensen zeggen dat ze hopen dat een bredere oorlog in de regio voorkomen kan worden, omdat ze maar al te goed weten wat dat zal betekenen.
China heeft de terreurdaden van Hamas niet veroordeeld. Sterker nog: het noemt Hamas niet eens bij naam. Wel roept Peking, na enige weifeling aan het begin, steevast op tot de-escalatie en een staakt-het-vuren. Buitenlandchef Wang Yi stelde al snel dat de Israëlische vergeldingsaanvallen "buiten de kaders van zelfverdediging" vielen. "De collectieve straf voor de bevolking in Gaza moet stoppen", zei ook president Xi Jinping.
De economische banden met Israël, een belangrijke technologische partner, zijn hecht. Dit jaar werd er door China al voor ruim 22 miljard euro aan goederen verhandeld. Maar op diplomatiek niveau zijn de banden met Palestina veel nauwer. China was in 1988 een van de eerste landen die de Palestijnse staat erkenden, en stemt in de VN steevast tegen Israël. Door solidair te zijn met Palestina bewijst Xi een vriendendienst aan andere landen in de islamitische en Arabische wereld, en bovenal aan bondgenoot Iran.
Mogelijk ziet China een rol voor zichzelf als mediator, maar het land lijkt weinig trek te hebben in een te actieve rol in wat het toch ook vooral ziet als conflict van westerse makelij. In staatsmedia wordt Israël geportretteerd als proxy van de Verenigde Staten in de regio. Antisemitisme mag op de strak gereguleerde sociale media in China hoogtij vieren: vergelijkingen tussen Israël en nazi-Duitsland worden op Weibo, maar ook in het dagelijks leven vaak gemaakt.
Zuid-Afrika
In Zuid-Afrika valt bij de pro-Palestina-manifestaties een ding op: het grote aantal borden met daarop slogans als 'Israël is apartheid' en 'Boycot apartheid-Israël'. Een groot deel van de Zuid-Afrikanen zegt zichzelf te herkennen in het lot van de Palestijnen. Ze zien vergelijkingen met de apartheidsgeschiedenis, waarbij zwarte Zuid-Afrikanen tweederangsburgers waren.
Dat gevoel van verbondenheid gaat al decennia terug. De eerste democratisch gekozen president van Zuid-Afrika, Nelson Mandela, was een trouwe bondgenoot van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) en bevriend met Yasser Arafat. In Ramallah op de Westelijke Jordaanoever staat zelfs een standbeeld van Mandela. En ook na de apartheid blijft de innige band met Palestina bestaan.
Zuid-Afrika kiest dan ook duidelijk partij. De regering haalde diplomaten terug uit Israël en riep het Internationaal Strafhof in Den Haag op om te onderzoeken of er oorlogsmisdaden zijn gepleegd door Israël in Gaza. De minister van Buitenlandse Zaken belde met Hamas, naar eigen zeggen om humanitaire hulp aan te bieden aan de burgers van Gaza. Daar kwam ook veel lokale en internationale kritiek op.
Het Zuid-Afrikaanse parlement stemde zelfs met een grote meerderheid voor de sluiting van de Israëlische ambassade en het doorsnijden van de banden met Israël, totdat dat land instemt met een staakt-het-vuren.
Latijns-Amerika
Voor een groot aantal vooral linkse Latijns-Amerikaanse landen is de oorlog in Gaza aanleiding om de banden met Israël te verbreken, dan wel ambassadeurs terug te roepen. Zo riepen Chili, Colombia, Belize en Honduras hun ambassadeurs terug. Bolivia ging zelfs een stap verder en verbrak álle banden met Israël. Ook landen als Mexico en Argentinië - met een grote Joodse gemeenschap - vinden dat Israël veel te ver gaat en roepen het land op "te stoppen met schendingen van internationaal humanitair recht".
Maar de meest verbale en invloedrijke criticus in Latijns-Amerika is de Braziliaanse president Lula da Silva, die zich herhaaldelijk fel uitlaat over het optreden van Israël in Gaza. In speeches beschuldigt hij Israël "geen oorlog te voeren, maar genocide te plegen" en reageert hij emotioneel en betrokken op de vele duizenden gedode kinderen.
In veel landen in de regio wordt een sterk verwantschap gevoeld met Palestina en de Palestijnen, mede door het koloniaal verleden van het continent. Vanuit het perspectief van vierhonderd jaar onderdrukking, waarbij de inheemse bevolking praktisch uitgemoord werd en hun gebieden verloor, identificeren veel latino's zich met de Palestijnse bevolking. Ook de rol van de VS als machtige bondgenoot van Israël draagt hiertoe bij: voor Latijns-Amerika staat de VS symbool voor de onderdrukker die decennialang hier de politiek bepaalde,
Ondanks de kritiek op de oorlog hebben veel Latijns-Amerikaanse landen, ook Brazilië, sinds oudsher een goede band met Israël. De harde uitlatingen van Lula veroorzaakten afgelopen tijd behoorlijke spanningen in die relatie. Volgens Braziliaanse diplomaten nam Israël zelfs wraak door het vrijlaten van Brazilianen die vastzaten in Gaza opzettelijk te vertragen, waardoor het voor hen veel langer duurde om de grens met Egypte over te steken.
India
Onder de hindoe-nationalistische premier Narendra Modi is het Indiase standpunt meer pro-Israël geworden. Traditioneel steunt India Palestina: het land stemde in 1947 tegen de oprichting van Israël en ontwikkelde pas in 1992 diplomatieke relaties met het land. Indiase leiders als Mahatma Gandhi zagen de Palestijnen als een mede-slachtoffer van Brits imperialisme en waren uit de eigen ervaring, met de opsplitsing van India en Pakistan, fel tegen de oprichting van Israël op religieuze gronden.
Toen de Indiase premier Narendra Modi direct na de aanval van Hamas op 7 oktober zijn steun voor Israël uitsprak, was dit vanwege deze geschiedenis opvallend. Tegelijkertijd heeft India onder Modi hechtere banden met Israël opgebouwd. De landen werken samen op het gebied van onder meer defensie. Modi en zijn aanhangers bekijken de huidige situatie vanuit een antiterroristisch en ook anti-islamitisch perspectief. Op hindoe-nationalistische sociale media wordt Hamas bijvoorbeeld met Indiase moslims vergeleken.
De meeste pro-Palestina-protesten zijn verboden of tegengehouden door autoriteiten en in de deelstaat Uttar Pradesh zijn zelfs mensen opgepakt vanwege pro-Palestijnse berichten op sociale media. Overigens blijft het officiële standpunt in India's buitenlandbeleid consequent met steun aan een onafhankelijke Palestijnse staat.
Zuidoost-Azië
In Zuidoost-Azië zijn meerdere vormen van betrokkenheid bij het conflict te vinden. Landen als Maleisië en Indonesië voelen zich religieus betrokken bij de Palestijnen. Vooral Maleisië heeft zich als land met een in meerderheid moslimbevolking hard uitgelaten tegen Israël en z'n westerse bondgenoten. Premier Anwar veroordeelt die landen en noemde de acties van Israël in de Gaza "barbaars" tijdens de grootste pro-Palestijnen demonstratie in Kuala Lumpur.
Indonesië heeft de grootste moslimpopulatie ter wereld. Het heeft officieel geen diplomatieke banden met Israël vanwege "de bezetting van het Palestijnse territorium en volk", maar heeft zich lange tijd niet uitgesproken over het conflict. Het land probeert op het wereldtoneel altijd een rol van neutraliteit te spelen. Maar onder druk van grote demonstraties voelde president Joko Widodo zich gedwongen duidelijker kant te kiezen. Tijdens een bezoek aan Washington verraste Widodo collega Biden onlangs met een stevige oproep aan de VS om te helpen "de wreedheden in Gaza te stoppen."
Thailand voelt zich door heel andere redenen betrokken. Er werkten maar liefst 30.000 Thai bij Israëlische boerenbedrijven. Met 39 doden en 25 gegijzelden is er geen buitenlands land zo hard getroffen door de terreurdaad van Hamas. Onder druk van de bevolking zet de regering alles op alles om de duizenden Thai die terug willen keren te repatriëren, en om de gegijzelden vrij te krijgen.