Tour telt 70 beklimmingen: 'Kijk vooral naar etappe 17, die staat in ander daglicht nu'
Hij staat aan de vooravond van zijn 24ste Tour de France. "Daarvan deed ik er 16 op de motor", vertelt Sebastiaan Timmerman.
Net als de wielrenners, legt ook de NOS-verslaggever 3.405 kilometer af deze zomer, achterop de motor van motard Kim Tiebergyn. En net als de renners bereidt Timmerman zich minutieus voor op wat hem te wachten staat.
Als de commentator van Radio Tour het routeboek openslaat, valt gelijk op dat het "echt een Tour is voor klimmers. Zeventig beklimmingen! En het is ook de ronde met de minste tijdritkilometers sinds 1934".
Bilbao
Ze beginnen zaterdag in het Spaanse Baskenland, waar etappe 1 start en finisht in Bilbao. En vanaf die eerste dag loopt de weg omhoog. Tot zover geen klachten. "Doorgaans is dat leuker werken voor ons, als ze er een beetje spektakel van maken in de bergen. Dan kunnen we van het ene groepje naar het andere rijden."
Wat valt Timmerman nog meer op aan editie 110 van de Ronde van Frankrijk? "Dat de ASO (organisatie verantwoordelijk voor de Tour, red.) het nu wel heel bont maakt."
"Bij elkaar is het ruim 400 kilometer klimmen", vervolgt Timmerman. "Er zit slechts één tijdrit in en die is maar 22 kilometer lang. En ook daarin krijgen de renners het nodige klimwerk voor de boeg."
"De etappes zijn bovendien relatief kort. Er zijn maar twee ritten langer dan 200 kilometer. De langste etappe is al op de tweede dag, maar valt met 209 kilometer reuze mee qua lengte. Er lijkt op voorhand dus weinig te halen voor klassiekerspecialisten als Mathieu van der Poel en Wout van Aert. Er zitten geen kasseistroken in en qua weer zijn de voorspellingen ook gunstig. Waaiers of slecht weer verwacht ik niet zo snel."
Bonificaties
De bonificaties aan de streep maken na een jaar afwezigheid hun rentree. In vijf etappes zijn er weer seconden (8, 5 en 2) te verdienen boven op een klim in de slotfase.
Zo zien de etappes eruit in de eerste week, tot aan de rustdag op maandag 10 juli (*de ASO maakte maandag bekend dat er géén bonuspunt zal zijn in etappe 1):
"Wat bijzonder is: de Puy de Dôme keert terug na 35 jaar afwezigheid", vervolgt Timmerman. "Dat is een voormalige vulkaan in de Auvergne, bij Clermont-Ferrand. Die vulkaan staat in een natuurgebied en is eigenlijk al jarenlang afgesloten voor al het verkeer, ook voor fietsers. Maar één keer per jaar mogen wielrenners hier tegenop rijden."
Poupou en Van der Poel
"Twee jaar geleden is een nieuwe president van het departement aangetreden en die heeft eigenlijk de deur voor de Tour-organisatie op een kier gezet. Daardoor krijgen klinkende namen zoals Federico Bahamontes (1959), Luis Ocaña (1971 en 1973) en Joop Zoetemelk (1976 en 1978) eindelijk een opvolger."
"Het bekendste gevecht dat hier ooit plaatsvond, was tussen Raymond Poulidor en Jacques Anquetil. 'Poupou' bleek sterker dan zijn rivaal. Maar als hij eerder was aangegaan, dan had hij mogelijk ook de laatste 14 seconden goedgemaakt om zijn eerste gele trui aan te mogen trekken. Dit gebeurde niet en zoals we weten zou de opa van Mathieu van der Poel het geel ook nooit dragen."
Zo zien de etappes in de tweede week eruit, tot aan de tweede rustdag op maandag 17 juli:
Of zijn kleinzoon in deze Tour weer een stunt uithaalt als in 2021, toen hij bij zijn eerste deelname het leiderstricot voor zijn overleden opa veroverde, is de vraag. Timmerman: "In de eerste rit lijkt de klim op tien kilometer voor de streep in Bilbao op voorhand te lastig voor Van der Poel. En de Puy de Dôme is sowieso te lang en te zwaar voor hem."
Grand Colombier
"Na de Pyreneëen en de Puy de Dôme doemen de Alpen op, waar het vijf dagen op rij klimmen geblazen is. Dat begint al op de Franse nationale feestdag 14 juli, als de finish boven op Grand Colombier ligt. Al mis ik de echte Alpenklassiekers. Er zitten geen Galibier, Madeleine, Croix-de-Fer en Alpe d'Huez in."
Zo zien de etappes er in de slotweek uit, tot aan de finish op zondag 23 juli:
Wel in het parcours opgenomen is de Col de la Loze. "Ik kijk uit naar etappe 17. Die springt er op papier het meeste uit. Een slechte dag kan je daar duur komen te staan. In 165 kilometer moeten de renners over de Col des Saissies (eeste categorie), Cormet de Roselend (eerste), Longefoy (tweede) en de 28 kilometer lange Col de la Loze (buitencategorie), met 2.304 meter het dak van de Tour."
Waaghalzen en stuurmanskunstenaars
Timmerman: "Drie jaar geleden lag de finish boven op die klim, nu volgt na de top nog zes kilometer in dalende lijn naar Courchevel, waar de streep ligt getrokken op een landingsstrip die jarenlang behoorde tot de gevaarlijkste 'luchthavens' ter wereld. Het is een rit voor waaghalzen en stuurmanskunstenaars, want ook de afdaling van de Cormet de Roselend is link en in de afdaling van de Côte de Longefoy hebben ze liefst 26 haarspeldbochten in 10 kilometer gepropt."
"Deze etappe is wel in een ander daglicht komen te staan na het tragische ongeval met Gino Mäder in de Ronde van Zwitserland. Het is de vraag of de Tour-organisatie deze afdaling handhaaft in het parcours."
Heeft het voor sprinters wel zin om de Tour te rijden? "Zeker weten! De eerste dagen zijn er heuvelachtige ritten in Spanje, maar vanaf etappe 3 komen er zeker voldoende mogelijkheden. In totaal tel ik acht etappes waarin een massasprint zeer waarschijnlijk is. Waaronder etappe 7 naar Bordeaux, waar voor het eerst sinds 2010 weer een aankomst is."
Acht sprintkansen
"De meest prestigieuze finish voor sprinters is natuurlijk op de Avenue des Champs-Élysées in Parijs, maar twee dagen eerder wacht ook iets speciaals. Aan het einde van de 19de etappe ligt de laatste bocht namelijk op zeven (!) kilometer van de finish in Poligny. Daarna is het één kaarsrechte weg naar de eindstreep. Dat moet toch wel de langste laatste-rechte-lijn ooit zijn."