Het conflict tussen het Sudanese regeringsleger en de paramilitaire Rapid Support Forces (RSF) heeft inmiddels geleid tot vele honderden doden. Naast strijders, militairen en burgers zijn onder hen ook kinderen. Alleen al in een weeshuis in de hoofdstad Khartoem zijn zeker vijftig kinderen gestorven sinds het uitbreken van de oorlog, halverwege april.
Abeer Abdullah heeft het van dichtbij meegemaakt. Persbureau Reuters sprak met deze arts van het staatsweeshuis Mygoma, in het centrum van Khartoem. Abdullah verleent zorg aan tientallen kinderen, onder moeilijke omstandigheden. Kogels kwamen neer op het pand. En kinderen werden weggehouden van ramen, om te voorkomen dat ze het slachtoffer zouden worden van de beschietingen.
Door een tekort aan personeel is het bijna onmogelijk om goed voor de kinderen te zorgen. Sommige kinderen stierven aan de gevolgen van ondervoeding en een tekort aan vocht. Voor pasgeboren kinderen, die op de begane grond liggen, is de situatie nog schrijnender.
"Zij moeten elke drie uur gevoed worden. Maar er was helemaal niemand", zegt Abdullah. "We probeerden ze met een infuus te voeden, maar in de meeste gevallen konden we de kinderen niet redden. Zeker vijftig kinderen zijn sinds april gestorven, onder wie minstens twintig baby's. Afgelopen vrijdag was de situatie het ergst: toen overleden zeker dertien pasgeboren kinderen."
De situatie in het weeshuis was altijd al verre van optimaal. Voor de oorlog werden er zo'n 400 kinderen van tussen de 0 en 5 jaar oud opgevangen, vooral baby's. Ze zaten met zo'n 25 kinderen bij elkaar, en baby's lagen met z'n tweeën of drieën samen in een wiegje. In 2003 stierf 75 procent van de kinderen. En in september 2007 ging het om 77 kinderen. De oorzaken destijds? Problemen met de hygiëne, te weinig of slechtopgeleide medewerkers en geen geld.
Mensen die het weeshuis geregeld bezoeken of contact hebben met bezoekers, bevestigen aan persbureau Reuters dat de omstandigheden sinds het uitbreken van de oorlog erg zijn verslechterd en dat het aantal doden fors is toegenomen. Ook een hoge functionaris van het ministerie van Sociale Ontwikkeling, die gaat over de opvanglocaties, erkent de toename van het aantal doden.
Instrumenten moeilijk te steriliseren
De toename wordt volgens hem veroorzaakt door de gevechten, waardoor medewerkers niet meer komen en waardoor de elektriciteit geregeld uitvalt. In Khartoem is het warm en zonder stroom is er geen ventilatie of airconditioning. Ook leidt stroomuitval ertoe dat medische instrumenten moeilijk gesteriliseerd kunnen worden.
De directeur van het weeshuis zegt bekend te zijn met zeker veertig doden. In de eerste dagen van de oorlog kwam het personeel helemaal niet meer naar de locatie, zegt hij tegen het persbureau.
Een arts bevestigt dat beeld: kort na het uitbreken van de oorlog moesten twintig medici zorgen voor 400 kinderen. Dat is één arts op twintig baby's. Normaal gesproken is dat één op vijf.
Mensen die zorg nodig hebben, zijn sowieso hard getroffen door al het geweld in Sudan, een van de armste landen ter wereld. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is meer dan twee derde van alle ziekenhuizen in het strijdgebied buiten bedrijf. In al-Dayat, het grootste kraamziekenhuis van het land, vertrok het personeel eind april vanwege de oorlog. De meeste patiënten zijn toen overgeplaatst, zegt de directeur.
Maar dat geldt niet voor iedereen: de patiënten aan de beademing bleven. Voor hun evacuatie waren ambulances met complexe apparatuur nodig. En die waren er niet, aldus de topman.
Zeker negen baby's stierven in het ziekenhuis. En ook een aantal volwassenen zijn overleden. Ook in ouderenzorgcentra zijn meerdere patiënten overleden, maar volgens de autoriteiten is het aantal slachtoffers daar niet hoger dan gebruikelijk.