Het Syrische gezin Kenefdi uit Goirle, in Brabant, heeft bij de aardbevingen in Turkije en Syrië tientallen familieleden verloren. "Hoeveel precies weten we nog niet", zegt oudste zoon Mostafa. "Maar van vijftig mensen weten we het zeker." Veel andere familieleden zijn vermist of liggen nog onder het puin.
Vader Abdulrhman (53), moeder Jawhara (47) en de 24-jarige Mostafa leven al dagen tussen hoop en vrees en proberen ieder flardje nieuws tot zich te nemen. Hun andere zoon, Said (21), woont in België. "We hebben al twee dagen niet geslapen", zegt de zoon. "Ik geloof het gewoon niet, het is net alsof we dromen."
Vader en moeder zitten stil op de bank, terwijl de zoon met zachte stem het woord voert. Op de foto willen ze liever niet, daarvoor is het verdriet te groot. "Mijn moeder heeft de laatste dagen aan een stuk door gehuild", vertelt Mostafa met een brok in zijn keel. "Ze heeft kalmeringsmiddelen van de huisarts gekregen."
Naar Turkije gevlucht
Het gezin komt oorspronkelijk uit Latakia, een kustplaats in het noorden van Syrië, en woont sinds 2015 in Goirle. Ook de rest van de familie, die uit meer dan driehonderd personen bestaat, komt uit de omgeving van Latakia. Dat is voornamelijk familie van moeder Jawhara.
Toen de burgeroorlog uitbrak, vluchtte de hele familie. Een klein deel vond zijn weg naar Europa, de rest stak de grens met Turkije over. Het grootste deel van de familie streek neer op verschillende plekken in Hatay, dat nu zwaar getroffen is door de aardbevingen.
Ze kregen het nieuws over het lot van hun familie te horen van een oom die in Istanbul woont. "We kunnen niet rechtstreeks in contact komen met familie in Hatay. Van mijn oom kregen we de namen te horen", zegt Mostafa. "Vanmiddag is een andere oom van mij onder het puin vandaan gehaald. Ook overleden."
De andere overledenen zijn ook ooms, tantes, neven, nichten en kinderen. "De jongste was twee jaar. En een nicht was zwanger."
"Echt alles ligt plat, woongebouwen, ziekenhuizen, scholen, echt alles", zegt Mostafa. Sommige mensen uit de familie konden op tijd naar buiten rennen. Onder hen ook de ouders van Jawhara, haar broer met zijn vrouw en kinderen en een zus met man en kinderen.
"Mijn opa heeft een gebroken arm en mijn oma heeft iets aan haar been", zegt de zoon. "En mijn tante heeft iets op haar hoofd gekregen. We proberen nu om eerste hulp te regelen, maar we weten niet hoe we dat moeten aanpakken. We weten alleen dat ze nu op straat leven en zichzelf warm proberen te houden met een vuurtje. Ze zijn alles kwijt, ze zijn in hun pyjama naar buiten gevlucht. Nu kunnen ze nergens meer heen."
Familie onder puin
Andere familieleden liggen nog onder het puin. Zo weet Mostafa dat er twee van zijn nichten met drie kinderen en nog een nichtje dat bij hen logeerde onder het puin liggen.
Of ze leven weet hij niet, maar hij vreest het ergste. "Mijn oom zegt dat het hele gebouw plat ligt. Dan weten we genoeg hè, die maken geen kans meer. En er zijn al twee dagen voorbij, zonder water, zonder eten. Dan is het klaar."
Het gezin Kenefdi zit met de handen in het haar omdat ze niet weten hoe ze hulp moeten bieden. Het enige wat ze nu kunnen doen is continu hun telefoon in de gaten houden. "We hopen op een telefoontje waarin we horen dat er eerste hulp aan mijn opa en oma geboden kan worden."
Zelf geld of andere hulp sturen lukt ze niet. "Daar is onze situatie hier niet naar", zegt Mostafa. "Het liefst zouden we de familie die het gered heeft naar Nederland halen, want daar hebben ze geen leven meer."