Het Tourpeloton is nog niet in Parijs, maar Jonas Vingegaard kan al wel voorzichtig de champagne gaan ontkurken. De 25-jarige Deen van de Jumbo-Visma-ploeg hield ook in de individuele tijdrit stand en mag zondag in het geel de Champs-Élysées op rijden.
De ritzege was voor Wout van Aert, die daarmee voor het derde dagsucces op rij van de Nederlandse wielerformatie zorgde.
Met het tijdritdrama van twee jaar geleden nog vers in het geheugen, sprak Jumbo-Visma-ploegleider Merijn Zeeman van een 'spannende dag'.
Toch had Zeeman er veel vertrouwen in. "Het voelt anders. We zijn goed voorbereid en de voorsprong is veel groter", vergelijkt hij de situatie met die van 2020, toen Primoz Roglic een voorsprong van 57 seconden in het klassement als sneeuw voor de zon zag verdwijnen.
Dat overkwam Vingegaard niet. De Deen begon met een voorsprong van 3.26 aan de individuele tijdrit over ruim veertig kilometer van Lacapelle-Marival naar Rocamadour en ging als een raket over het parcours. Aan de finish was hij net iets langzamer dan Van Aert, maar wel bijna tien seconden sneller dan Tadej Pogacar.
Specialisten aan het werk
De eerst tijdritspecialist aan de start was Mikkel Bjerg. De Deen, die vooral in de eerste zware Pyreneeënetappe vriend en vijand verraste met een sterk optreden, zette een goede tijd neer. "Ik had Tadej Pogacar achter me in de auto", verklaarde Bjerg na de finish. "Ik wilde een showtje opvoeren voor hem."
Bjerg kon niet lang genieten van zijn plaats in de hotseat. Vlak na hem ging wereldkampioen Filippo Ganna namelijk van start en de Italiaan was onderweg al ruim sneller dan de concurrenten die al binnen waren en aan de finish was er helemaal geen twijfel meer. Hij verpulverde de tot dan toe snelste tijd.
Van Aert wist op dat moment dus wat hij moest rijden om Ganna te verslaan en de Belg was op het eerste tussenpunt al bijna veertien seconden sneller dan de Italiaan. Zijn voorsprong was op het tweede meetpunt nog groter geworden en stabiliseerde vervolgens.
Ganna zag het allemaal gebeuren. Hij had het zelfs al voorspeld. "Wout gaat winnen, makkelijk", waren zijn woorden voorafgaand aan de tijdrit. Het was voor hem dan ook geen verrassing te zien dat Van Aert liefst 41 seconden sneller was op de eindstreep.
Toch begon Ganna's voorspelling te wankelen toen Vingegaard en Pogacar op het parcours verschenen. Beiden doken op het eerste meetpunt onder de razendsnelle tijd van Van Aert.
Pogacars tempo zakte vervolgens wat in. Vingegaard kon het wat langer volhouden, maar ook hij gaf in het laatste gedeelte toe op de tijd van zijn ploeggenoot. Op de laatste klim lag hij ongeveer gelijk aan de tijd van Van Aert en met de finishlijn in zicht trok hij er geen sprintje meer uit. Hij nam genoegen met de tweede plaats in de tijdrit.
In de schaduw van Van Aert zette ook Bauke Mollema een goede tijdrit neer. Hij werd met de zesde plaats de beste Nederlander en was 1.21 langzamer dan de winnaar.