Philipsen sprint naar eerste Tourzege, Kruijswijk verlaat ronde per brancard

Jasper Philipsen dacht hem in de vierde etappe al binnen te hebben, maar het werd de elfde etappe: zijn eerste ritzege in de Tour de France. De 24-jarige Belg van Alpecin-Deceuninck was na ruim 202 kilometer de snelste in de massasprint in Carcassonne.

Hij kwam na de vierde etappe ook al juichend over de finish. Later bleek dat hij koploper en ritwinnaar Wout van Aert over het hoofd had gezien.

Voor de start van de vijftiende etappe noemde Philipsen zichzelf geen topfavoriet, maar mocht het op een sprint uitdraaien, zou hij wel 'een gooi doen'. En dat deed hij met succes. Op de streep versloeg hij Van Aert en Mads Pedersen, die respectievelijk tweede en derde werden.

Kruijswijk naar huis

Op het moment dat het peloton aankwam in de finishplaats was Steven Kruijswijk al onderweg naar het ziekenhuis. De 35-jarige renner van Jumbo-Visma, de best geklasseerde Nederlander op de dertiende plaats, ging met nog zo'n 65 kilometer te gaan onderuit.

Het was direct duidelijk dat het foute boel was bij de Nederlander. Hij bleef zitten op het asfalt en greep naar zijn schouder. Met een brancard werd hij vervolgens de ambulance ingereden. Ploegleider Frans Maassen verklaarde na afloop dat bij Kruijswijk de schouder uit de kom was.

Bekijk in de carrousel de val van Kruijswijk, een uitgebreide samenvatting van de etappe en alle reacties na afloop:

Primoz Roglic besloot zondagochtend al niet meer van start te gaan. De Sloveen van Jumbo-Visma verliet de Tour om zijn eerder opgelopen schouderblessure goed te laten herstellen.

Ook twee etappewinnaars van deze Ronde van Frankrijk verschenen niet meer aan de start: Magnus Cort Nielsen en Simon Clarke. Beiden werden positief getest op het coronavirus.

Relatief vlakke rit

Daags voor de derde rustdag van deze Tour stond er nog een relatief vlakke etappe op het programma. Met twee cols van de derde categorie midden in het parcours, waren alle ogen gericht op de sprinters.

De kopgroep van de dag was snel gevormd, met Van Aert, Nils Politt en Mikkel Honoré. Het peloton was het er niet direct mee eens en de ene na de andere renner probeerde nog de oversteek te maken, met een hoog tempo tot gevolg. Dat was Michael Mørkøv, de belangrijke helper van de Nederlandse sprinter Fabio Jakobsen, te machtig. De sterke Deen moest al vroeg in de etappe lossen.

Toen het drietal voorop eindelijk de zegen van het peloton had gekregen, besloot Van Aert zich toch terug te laten zakken. Dat was het resultaat van overleg met de ploegleiding.

Het leek vervolgens een overzichtelijke etappe te worden, maar valpartijen zorgden toch voor flink wat schade. Vooral de Jumbo-Visma-ploeg kreeg het te verduren. Kruijswijk moest de Tour verlaten na zijn val en even later lagen ook geletruidrager Jonas Vingegaard en Tiesj Benoot op de grond. Zij konden hun weg vervolgen en sloten weer aan bij het peloton.

De kopgroep werd met nog vijftig kilometer te gaan ingelopen. Op het laatste klimmetje van de dag voerde Bauke Mollema het tempo flink op en achteraan wapperden veel sprinters eraf. Onder anderen Dylan Groenewegen, Jakobsen en Caleb Ewan konden niet volgen en hadden bovenop de klim een achterstand van ruim een minuut.

Benjamin Thomas en Alexis Gougeard deden nog een poging om met zijn tweeën naar de finish te rijden, maar zonder succes. Thomas hield het wel tot enkele honderden meters voor de finish vol. Achteraan het peloton kon Groenewegen na een flinke inspanning weer aansluiten.

In de eindsprint kon de Nederlander echter niet meer meedoen om de ritzege. Philipsen was dit keer de sterkste.