Zelfs kiezers D66, CDA en CU hebben weinig vertrouwen in nieuwe kabinet
Het vertrouwen in het vandaag aangetreden kabinet is beperkt. Drie op de tien kiezers hebben tamelijk (27 procent) tot heel veel (2 procent) vertrouwen in de nieuwe regeringsploeg, terwijl twee derde niet zo veel (40 procent) tot helemaal geen (25 procent) vertrouwen heeft.
Alleen de kiezers die afgelopen maart op de VVD stemden, zien het in meerderheid zitten in Rutte IV. Bij alle andere partijen is de groep die weinig tot geen vertrouwen heeft het grootst. Dat geldt ook voor de stemmers op de overige coalitiepartijen: D66, CDA en ChristenUnie. Twee derde van alle kiezers is het eens met de stelling dat dit het laatste kabinet zou moeten zijn met Mark Rutte als premier.
Twee verklaringen
Een en ander blijkt uit een representatief onderzoek van I&O Research in opdracht van de NOS onder bijna 2800 Nederlanders van 18 jaar en ouder.
Ook op de waterbus in Rotterdam reageert niet iedereen positief:
Volgens I&O Research zijn er twee redenen waarom dit kabinet weinig vertrouwen krijgt. Mensen die ver weg staan van de coalitiepartijen zijn het inhoudelijk niet met de plannen eens: kiezers van PVV, Forum voor Democratie, BBB of SP zouden wezenlijk andere keuzes maken, bijvoorbeeld met betrekking tot klimaat, veiligheid, vluchtelingen, woningbouw en armoede.
Kiezers die dichter bij het kabinet staan zijn vooral sceptisch: 'eerst zien, dan geloven'. Zij twijfelen of dit kabinet het echt anders gaat doen dan het vorige, dat immers dezelfde samenstelling had.
Niet-gevacineerden hebben minste vertrouwen
Het onderzoek laat zien dat het vertrouwen het geringst is onder niet-gevaccineerden (94 procent), mensen met een minimuminkomen, werklozen en arbeidsongeschikten en Nederlanders met een migratieachtergrond. Maar ook benedenmodale inkomens, lager opgeleiden en inwoners van het noorden van het land hebben bovengemiddeld weinig vertrouwen in Rutte IV.
Gevraagd naar de onderwerpen die het kabinet met voorrang moet aanpakken wordt de woningmarkt het vaakst genoemd, gevolgd door de gezondheidszorg en het klimaat. De stikstofcrisis staat niet in de top-10.
Kiezers zijn positief over het aanstellen van aparte ministers voor grote vraagstukken als wonen, klimaat, stikstof en armoede. Maar er is weinig vertrouwen dat het nieuwe kabinet de grootste crises van dit moment daadwerkelijk gaat oplossen.
Bij geen enkel onderwerp denkt een meerderheid dat Rutte IV het probleem in kwestie effectief zal bestrijden. Het meest geldt dat nog voor de coronacrisis; bij dat onderwerp heeft 39 procent hier vertrouwen in. Het minste vertrouwen is er in het onderwerp gasboringen en herstel in Groningen (11 procent) en de vluchtelingenproblematiek (10 procent).
Dijkgraaf en Kuipers populair van links tot rechts
Vertrouwen is er wel in de nieuwkomers in het kabinet. De nieuwe ministers Dijkgraaf en Kuipers krijgen elk gemiddeld een ruime zeven van de kiezers en zijn hiermee de hoogst gewaardeerde ministers. Ze krijgen van vrijwel alle kiezersgroepen een hoge score. Alleen kiezers die in maart 2021 op PVV, FvD of SGP stemden zijn minder positief.
De waardering van kiezers voor Mark Rutte, Sigrid Kaag en Wopke Hoekstra is relatief laag. Ze krijgen een 5,5 of minder. Ook Kajsa Ollongren en de nieuwe landbouwminister Henk Staghouwer scoren relatief laag. De relatief onbekende Staghouwer was tot vandaag gedeputeerde in Groningen. Het zijn vooral de inwoners van de noordelijke provincies die hem een laag cijfer geven: een 4,1, tegenover een 6,1 in de andere provincies.
Gaat het kabinet het anders doen?
Een klein deel van alle kiezers (14 procent) denkt dat het nieuwe kabinet anders zal optreden dan het vorige kabinet. Alleen van VVD-stemmers denkt een aanzienlijk deel (28 procent) dat het nieuwe kabinet echt anders zal opereren.
Een meerderheid van alle kiezers (68 procent) vindt nog steeds dat de politiek te veel met zichzelf bezig is, in plaats van met het oplossen van de problemen in het land. Dit aandeel is sinds mei vorig jaar, toen dit ook werd gemeten, wel afgenomen.
13 procent denkt dat het nieuwe kabinet echt anders zal opereren dan het vorige. Ook het aandeel dat vertrouwen heeft in de belofte van een opener politieke bestuurscultuur is klein.