Nieuw kabinet 10 januari op bordes: Hoekstra en De Jonge niet terug op zelfde post

Het nieuwe kabinet staat op 10 januari op het bordes. De verdeling van de posten over de partijen is bekend, zondag worden de namen van de kandidaat-bewindspersonen bekendgemaakt.

D66 levert onder meer de ministers van Financiën en Volksgezondheid, de VVD krijgt onder meer Justitie en Veiligheid en Primair en Voortgezet Onderwijs, het CDA krijgt onder meer Sociale Zaken, Buitenlandse Zaken en Binnenlandse Zaken.

Daarmee is zeker dat de ministers Hoekstra (nu Financiën) en De Jonge (nu VWS) niet op dezelfde post terugkeren. Demissionair minister Grapperhaus laat weten niet terug te keren in een nieuwe kabinet. Ook staatssecretaris Knops (CDA) keert niet terug. Carola Schouten (ChristenUnie) wordt vrijwel zeker de nieuwe minister voor Armoedeproblematiek en Pensioenen.

In het nieuwe kabinet krijgt de VVD in totaal acht ministers, onder wie de premier, en drie staatssecretarissen. D66 krijgt zes ministers en drie staatssecretarissen, het CDA vier ministers en twee staatssecretarissen en de ChristenUnie twee ministers en één staatssecretaris.

Opvallend zijn de nieuwe posten. Zo komt er een aparte minister voor Natuur en Stikstof (VVD), een staatssecretaris voor Mijnbouw (D66) , een minister voor Klimaat en Energie (D66), een staatssecretaris voor Toeslagen en Douane (VVD) en een minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen (ChristenUnie).

Formateur Rutte begint maandag met de gesprekken met de kandidaats-bewindslieden. De verwachting is dat hij er vier dagen over doet.

Bekijk hieronder hoe de ministerposten verdeeld zijn over de partijen:

Grapperhaus laat in een brief aan zijn departement weten niet terug te keren als minister. Bij de verdeling van de posten werd vanmorgen bekend dat de VVD Justitie en Veiligheid krijgt. De VVD leverde jarenlang de bewindspersonen op Justitie, van wie de ministers Opstelten en Van der Steur en staatssecretaris Teeven gedwongen opstapten. Daarna kwam in 2017 de CDA'er Grapperhaus als minister op het departement.

Hij zegt terug te kijken op "vier intensieve jaren" waarin het "nodige is gebeurd en gedaan". Grapperhaus zegt te hopen "een bijdrage te hebben kunnen leveren aan de in de afgelopen jaren toegenomen openheid in de werkverhoudingen, en het zorgen voor een veilige werkomgeving" op zijn ministerie.

Grapperhaus ziet ook dat het werk niet klaar is en wijst op de nieuwe zedenwetgeving die nog door zowel de Tweede als de Eerste Kamer behandeld moet worden. Ook noemt hij de strijd tegen de ondermijnende georganiseerde criminaliteit. "Dat gaat nog wel tien jaar en veel inzet van mensen en middelen kosten."