Rolf Schuttenhelm
Rolf Schuttenhelm
Het opwarmende effect van CO2 is 50 procent sterker dan jarenlang is gedacht. Dat zegt de Amerikaanse klimatoloog James Hansen van Columbia-universiteit in zijn nieuwste onderzoek. Hij verwacht in de komende decennia een versnelling van de opwarming.
Sommige wetenschappers gaan nooit met pensioen. Een daarvan is James Hansen, voormalig hoofd klimaatonderzoek van NASA. Hansen is beroemd omdat hij al in 1988 getuigde over klimaatverandering voor de Amerikaanse Senaat. De mondiale opwarming bleek toen al onweerlegbaar uit de NASA-metingen.
Hansen is ook een autoriteit in berekeningen over het opwarmende effect van CO2. En juist daarom is het opmerkelijk dat hij met de nieuwe studie niet alleen breekt met de gangbare wetenschap, maar ook met zijn eigen eerdere onderzoek.
Opwarming gemaskeerd
Het effect van CO2 op het klimaat is volgens zijn nieuwe onderzoek ruim anderhalf keer zo hoog als ook Hansen zelf tot enkele jaren geleden dacht.
Een gedeeltelijke verklaring is dat de opwarming is gemaskeerd door een andere menselijke klimaatinvloed. Het gaat dan om 'aerosolen', een mix van zwevende deeltjes luchtvervuiling, zoals zwaveloxiden, die ook vrijkomt bij de verbranding van fossiele brandstoffen. Die deeltjes weerkaatsen zonlicht en hebben daardoor een koelende werking. Dat koelende effect houdt relatief kort aan, waarna de (sterkere) opwarming door CO2 de overhand krijgt.
Foute inschatting uit 1982
De belangrijke aanwijzing vonden Hansen en zijn co-auteurs in het verleden van de aarde. "Daar heeft altijd de sleutel gelegen om de precieze gevoeligheid van het klimaat te bepalen. Dat kun je met modellen niet goed doen", vertelt Hansen aan de NOS.
Probleem was dat gegevens uit het verleden twee verschillende verhalen vertelden. Warmere periodes van bijvoorbeeld 3 miljoen jaar of zelfs 15 miljoen jaar geleden gaven al hints dat de aarde mogelijk sterker reageert op CO2-stijgingen, maar dat was strijdig met onderzoek naar een iets minder ver verleden: de ijstijden.
Volgens het team van Hansen is een foutieve inschatting uit 1982, die steeds is blijven doorsijpelen naar nieuwere studies, daar debet aan. Nieuwer onderzoek geeft volgens Hansen aan dat de laatste ijstijd twee keer zo koud was als eerder gedacht, wat ook nieuw licht werpt op de rol van CO2. "We hebben eindelijk een antwoord gekregen op een 40 jaar oud mysterie", zegt Hansen, op 82-jarige leeftijd nog actief als hoogleraar aan Columbia-universiteit.
Hansen zette al in de jaren 80 een ander belangrijk begrip op de kaart: 'warming in the pipeline'. Onder andere door de grote massa van de oceanen reageert het klimaatsysteem van de aarde vertraagd op een CO2-stijging. Dat betekent dat als die CO2-stijging stopt, de opwarming nog lang doorgaat.
Het is een belangrijk besef: de urgentie van het klimaatprobleem is aanzienlijk hoger dan thermometers aangeven, omdat die thermometers achter de feiten aanlopen.
Hoeveel opwarming er de komende decennia nog in de pijplijn zit, hangt er ook vanaf hoeveel aerosolvervuiling er zal overblijven, zegt de Nederlandse co-auteur Leon Simons. Als die vorm van luchtvervuiling helemaal zou wegvallen, zou de aarde op basis van de huidige concentratie broeikasgassen binnen deze eeuw nog zo'n 3,6 graden warmer worden, bovenop de waargenomen 1,2 graden opwarming.
Concentratie stijgt nog
Ook na de huidige eeuw is het na-ijlen van de opwarming niet voorbij: de vorming van een nieuw, warmer evenwicht duurt duizenden jaren. Op die tijdschaal zit er volgens het nieuwe onderzoek nog 7 tot 9 graden opwarming in de pijplijn, als de concentratie broeikasgassen vanaf nu constant zou blijven op het huidige niveau.
Dat is overigens geen onvermijdelijke opwarming. Voorwaarde is ook dan dat de concentratie broeikasgassen tijdig omlaag zou moeten. Probleem is wel dat die concentratie nu nog elk jaar stijgt, zegt Simons.