De Tweede Kamerfractie van D66 wil matchfixing expliciet strafbaar stellen. Volgens de partij maakt een aanpassing van de wet het eenvoudiger voor het Openbaar Ministerie om matchfixers en frauderende sporters te vervolgen. D66 meldt dat een meerderheid van VVD, CDA, ChristenUnie en de SP het voorstel steunt.
Verschillende andere Europese landen hebben al een strafbepaling voor matchfixing, het manipuleren van sportwedstrijden om daar op de gokmarkt geld mee te verdienen. "Ik vind dat Nederland niet aan de zijlijn mag blijven staan", aldus D66-Kamerlid Jeanet van der Laan.
Eerder dit jaar bleek uit onderzoek van de NOS dat er concrete verdenkingen zijn van matchfixing in het darten, voetbal en basketbal. Op dit moment doet het Openbaar Ministerie onderzoek naar verdenkingen van matchfixing in het darten en naar de gele kaart die Sparta-verdediger Tom Beugelsdijk vorig jaar kreeg. Er is echter nog nooit een sporter of gokker in Nederland vervolgd om betrokkenheid bij matchfixing.
Sporters en gokkers die afspraken maken om een sportwedstrijd te manipuleren kunnen op dit moment vervolgd worden in het kader van niet-ambtelijke corruptie, oplichting of witwassen. Het Openbaar Ministerie heeft altijd in het midden gelaten of een apart wetsartikel het makkelijker zou maken om het probleem aan te pakken.
Wel bleek uit onderzoek van het OM (pdf) naar de strafbepaling in andere landen dat de huidige Nederlandse wet mogelijk een aantal hiaten kent. Zo is het nu niet strafbaar voor een matchfixer en een sporter om contact met elkaar te leggen, waarbij de sporter iets krijgt aangeboden zonder dat er al over een tegenprestatie wordt geboden. Dit strafbaar stellen zou kunnen helpen bij de opsporing.
Zodra er concrete afspraken worden gemaakt is dat nu wel strafbaar, maar weer niet voor sporters en scheidsrechters die amateur zijn of een onduidelijke relatie hebben met de organisator van een toernooi of sportbond.
Wel schrijft het OM dat een mogelijk nadeel is dat een apart wetsartikel "de bewijslast zwaar kan maken", omdat je specifiek gedrag moet aantonen. Vervolging onder de huidige wetsartikelen laat ruimte voor "een algemene notie van strafwaardigheid", aldus het OM.
