Als de opkomst bij Tweede Kamerverkiezingen van volgende week ongeveer hetzelfde is als bij voorgaande verkiezingen, gaan ongeveer drie miljoen van de 13 miljoen kiesgerechtigden niet naar de stembus. Wie zijn zij en welke redenen hebben ze om niet te gaan stemmen?
De opkomst in Nederland is vergeleken met andere landen overigens behoorlijk hoog. In Spanje, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk is die meestal stukken lager.
Dit was de opkomst bij de Nederlandse verkiezingen door de jaren heen:
Wie zijn de niet-stemmers?
"We hebben inmiddels een goed beeld van de niet-stemmer", zegt Josje Den Ridder, politicoloog en onderzoeker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). "Het gaat met name om jongeren en mensen met een lagere opleiding. Mensen in de leeftijd van 35-64 jaar stemmen meer, en hoe hoger de opleiding, hoe eerder mensen geneigd zijn om wel te gaan stemmen."
In alle leeftijdsgroepen gaan hbo- en wo-geschoolden het vaakst stemmen. Tussen mannen en vrouwen zit weinig verschil. Niet-westerse migranten stemmen minder vaak.
Bekijk hieronder de verschillen in opleidingsniveau tussen stemmers en niet-stemmers:
Uit onderzoek van electoraal geograaf Josse de Voogd blijkt dat niet-stemmers wat vaker wonen in gebieden onder de grote rivieren. De opkomst is lager dan gemiddeld in gemeenten die van oudsher katholiek waren. Ook in industriesteden zoals Rotterdam, Enschede, Groningen en Amsterdam is de opkomst gemiddeld lager.
"De opkomst is bovendien lager in wijken waar meer jongeren en laagopgeleiden wonen. Zij wonen vaker in stedelijke gebieden waardoor er relatief minder mensen stemmen in de steden ten opzichte van rurale gebieden", zegt Den Ridder.
Bekijk hieronder de verschillen in leeftijd tussen stemmers en niet-stemmers:
Waarom gaan ze niet stemmen?
Na iedere verkiezing wordt er door een groep politicologen een Nationaal Kiezersonderzoek (NKO) gedaan. Daarin staan de redenen die mensen gaven om bij de verkiezingen niet te gaan stemmen. In het rapport wordt dat 'electorale abstinentie' genoemd.
"Niet-stemmers hebben significant minder dan stemmers vertrouwen in politieke partijen, de pers, ambtenaren en de Tweede Kamer", staat als reden in het meest recente onderzoek, na de Tweede Kamerverkiezing van 2017. Naast gebrek aan vertrouwen is een gebrek aan interesse in de politiek een belangrijke reden om thuis te blijven, zo blijkt uit kiezersonderzoek van Ipsos uit 2017.
Ook het Nationaal Kiezersonderzoek stelt dat onverschilligheid een belangrijkere factor is dan ontevredenheid. "Niet-stemmers vertrouwen er minder op dat hun stem ook echt het verschil gaat maken. Of je nu door de kat of de hond wordt gebeten, het maakt niet uit denken ze, de partijen verschillen toch niet van elkaar", vat Den Ridder het samen.
Hieronder de meest voorkomende redenen die mensen gaven om niet te stemmen:
Hoe krijg je mensen toch naar de stembus?
Ietwat rigoureus misschien, maar volgens Den Ridder is meest effectieve manier om de opkomst te verhogen door een opkomstplicht in te voeren zoals in België. "Je weet dan zeker dat ze gaan stemmen, al kunnen ze natuurlijk ook blanco stemmen".
Een meer voor de hand liggende manier om de opkomst te verhogen is door middel van informatiecampagnes en uitleg in de media en via het onderwijs. "Toch blijft het lastig om bepaalde groepen te bereiken die weinig interesse hebben in politiek. Dus wat daarom over het algemeen het beste werkt, is als er spannende verkiezingen zijn. Als mensen denken: 'deze verkiezingen of dit thema doet er toe', dan gaan ze eerder naar de stembus", zegt Den Ridder.
"Een andere manier om de opkomst te verhogen, is als een partij goed bij je past. De opkomst van Pim Fortuyn heeft nieuwe groepen naar de stembus gekregen. Nu zie je dat er meer partijen zijn voor mensen met een niet-westerse migratieachtergrond. Mogelijk helpt dat om hun achterban naar de stembus te krijgen."
Wat als de niet-stemmers toch gaan stemmen?
"We hebben wel onderzocht wat niet-stemmers zouden gaan stemmen als er een opkomstplicht was. Een belangrijk deel zou dan kiezen voor partijen die uiting geven aan politieke onvrede. Vooral PVV krijgt dan extra stemmen. Dus daar zit potentieel voor die partij", zegt Den Ridder.
Uit haar simulaties blijkt dat zeker de helft van de de niet-stemmers - zelfs als ze zouden moeten stemmen - alsnog niet weten wat ze willen of blanco stemmen. Een opkomstplicht zou voor deze groep dus niet per se werken.
Als er ooit een partij ontstaat die juist de groep notoire niet-stemmers weet te mobiliseren met een bepaalde boodschap, dan kan die wél een verschil gaan maken. "In theorie zou zo'n partij tussen de 15 en 20 zetels kunnen halen", zegt Den Ridder.