"Ik loop hier al heel lang mee rond. Het verlaat mij niet meer. Ik heb lang nagedacht wat ik beter had kunnen doen. Ik heb niet kunnen ontdekken wat ik redelijkerwijs had kunnen weten of doen om dit te voorkomen. Dat maakt het alleen nog maar verdrietiger." Die woorden sprak de vandaag opgestapte Wiebes in een korte verklaring, nadat Rutte even daarvoor de val van het kabinet had aangekondigd.
Bij zijn aantreden als minister in het huidige kabinet vond Eric Wiebes het jammer om de Belastingdienst de rug toe te keren. Hij was als staatssecretaris van Financiën drieënhalf jaar verantwoordelijk geweest voor de fiscus die ook de toeslagen uitkeerde, en dat had hij met plezier gedaan.
"Ik vind de Belastingdienst helemaal niet ellendig. Ik ben er eigenlijk dol op", zei Wiebes in 2017 tegen de NOS op de vraag of hij blij was dat hij iets anders mocht gaan doen. Hij had toen net met formateur Rutte gesproken over zijn nieuwe baan als minister van Economische Zaken en Klimaat. "Ik vind dat een hele mooie uitdaging, maar ik ben ook altijd verdrietig over wat ik achterlaat."
'Zeer zwaar medeverantwoordelijk'
Terwijl de Belastingdienst toch geen gemakkelijke portefeuille was. Wiebes volgde in februari 2014 staatssecretaris Weekers op. De VVD-wethouder uit Amsterdam begon zijn nieuwe taken vol ambitie. Hij wilde een bezem over de zolder halen, zoals hij het zelf noemde. Maar het liep anders. Hij moest bijna elke week in de Tweede Kamer uitleg geven over weer een nieuw probleem, zoals de lange wachttijden bij de Belastingtelefoon en de riante vertrekregeling bij de Belastingdienst die tot een exodus van ervaren ambtenaren leidde.
Voor de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslagen biechtte Wiebes onlangs op dat hij niet in de gaten had dat er ondertussen "een sociale bom" aan het ontploffen was, die duizenden ouders trof. Er waren veel losse stukjes, maar niemand overzag de hele puzzel, zei hij. Hij voelde zich "zeer zwaar medeverantwoordelijk" over de uitvoering van een slechte wet die als een "brandende lont" in een sociaal kruitvat was. "Ja, hier is zo enorm iets misgegaan."
Zo kondigde Wiebes zijn vertrek aan:
Eric Wiebes (57) is geboren in Delft. Zijn vader was kernfysicus, zelf studeerde hij werktuigbouwkunde. Daarna werkte hij bij Shell en McKinsey. Hij deed ondertussen een masteropleiding bedrijfskunde. Tussen 2004 en 2009 had hij verschillende hoge functies op het ministerie van Economische Zaken, onder meer als plaatsvervangend secretaris-generaal.
Wiebes werd in 2010 verkeerswethouder in Amsterdam. Hij viel op door zijn intelligentie en eigengereidheid. "Hij laat zich niets gelegen liggen aan politieke stokpaardjes en taboes", schreef de Amsterdamse krant Het Parool destijds. Dat werd toen nog als fris en origineel gezien. Later in zijn politieke carrière wekte het ook ergernis.
Toen Weekers in 2014 vanwege de chaos bij de Belastingdienst moest vertrekken, vloog VVD-leider Rutte Wiebes vanuit Amsterdam in om de vacature op te vullen. Wiebes miste weliswaar een duidelijk 'financieel profiel', maar stond inmiddels wel bekend als een crisismanager die bijvoorbeeld de problemen met de Noord/Zuidlijn goed had aangepakt.
Bij de Belastingdienst lukte het niet om orde op zaken te stellen. De royale vertrekregeling. waardoor ook de beste ambtenaren vertrokken, leidde tot grote ergernis in de Tweede Kamer. Zelfs de coalitiepartijen VVD en PvdA verzuchtten dat er niks was opgelost en dat er belastinggeld was verspild. Dat zich op de achtergrond ook nog een groot drama voltrok waardoor huwelijken sneuvelden en mensen hun huis uit werden gezet, was toen nog niet in beeld.
'Aardbevinkje'
Wiebes werd in Rutte III minister van Economische Zaken en Klimaat en kreeg onder meer de aardbevingen in Groningen in zijn portefeuille. Hij ging voortvarend aan de slag en kondigde in maart 2018 aan de gaswinning in Groningen zo snel mogelijk te stoppen. Dat besluit ging verder dan de coalitiepartijen bij de formatie hadden afgesproken en leverde hem sympathie op in het aardbevingsgebied.
Maar de waardering voor zijn inzet kelderde vervolgens ook weer, vooral door zijn sociale onhandigheid. Zo sprak hij na een voor Nederlandse begrippen forse aardbeving in het voorjaar van 2019 over "een bevinkje". Dat werd hem tot in Den Haag zeer kwalijk genomen. Ook premier Rutte was not amused. Een verspreking moet kunnen, zei de VVD-leider. "Maar deze was echt wel heel ongelukkig." Wiebes maakte excuses voor de pijnlijke uitglijder.
Tenslotte schreef Wiebes vorig jaar het woord van het jaar op zijn naam. Tijdens de eerste coronagolf, op 27 maart, zei de minister van Economische Zaken dat hij druk bezig was om met ondernemers plannen te maken voor de anderhalvemetereconomie, zodat hun zaak open kon. In de weken daarna raakte het ingeburgerd als anderhalvemetersamenleving.