Ivo Landman
redacteur Online
Ivo Landman
redacteur Online
Als er één plek was waar we dit jaar weinig last hadden van corona, is het in de ruimte. Bijna alle geplande ruimtemissies gingen in 2020 door. We stelden astronaut André Kuipers, planeetwetenschapper Inge Loes ten Kate en astronoom Lucas Ellerbroek dezelfde vraag: wat waren voor hen de kosmische hoogtepunten dit jaar? En waar kijken ze naar uit?
André Kuipers moet er even over nadenken, want er is veel te kiezen. Uiteindelijk gaat hij toch voor de SpaceX-vlucht van de eerste Crew Dragon met astronauten aan boord - en daarmee de terugkeer van de VS in de ruimte met een eigen ruimtevaartuig (in 2011 kwam er een einde aan het Amerikaanse Space Shuttle-programma). "Het was fascinerend om getuige te zijn van een nieuwe stijl van bemenste ruimtevaart tijdens de lancering en koppeling van die eerste Crew Dragon", zegt Kuipers, die zelf de allereerste vrachtversie van de Dragon aan het ISS hielp koppelen in 2012.
Dit waren dé ruimtevaartmomenten van 2020 in beeld:
Voor komend jaar verheugt de astronaut zich het meest op de eerste bemenste vlucht van een andere nieuwe ruimtecapsule, de Boeing Starliner. "Collega en goede vriend Mike Fincke, met wie ik mijn eerste ruimtevlucht maakte, zit aan boord en heeft me uitgenodigd voor de lancering, dus als reizen naar de USA weer mag, ben ik erbij in de zomer."
Andere momenten waar Kuipers naar uitkijkt zijn de lancering van het eerste Orion-ruimteschip rond de maan - nog zonder maanreizigers aan boord - en de lancering van Nauka, een van de laatste geplande uitbreidingsmodules voor het internationale ruimtestation ISS. Op de lancering van Nauka wordt sinds 2007 gewacht. "Beide hebben belangrijke Europese en Nederlandse bijdragen."
Voor astrobioloog Inge Loes ten Kate (Universiteit Utrecht) speelden de hoogtepunten van 2020 zich wat verder weg in het zonnestelsel af: ze was vooral blij met de successen bij het oppikken van kosmisch gruis van twee verschillende planetoïden en het vertrek van een nieuwe lichting Marssondes.
Bij één van die Marsmissies gooide covid-19 trouwens wel degelijk roet in het eten, zegt Ten Kate. De Europees/Russische Marsrover Rosalind Franklin staat nog even op aarde geparkeerd. Experts konden vanwege de pandemie nauwelijks heen en weer vliegen tussen de ruimtevaartbedrijven. Daarom is de lancering uitgesteld tot 2022. Maar, relativeert Ten Kate, de lancering hing al aan een zijden draadje. "Corona was de druppel." Het heeft zijn voordelen: door het uitstel kunnen onder meer de parachutes die gebruikt worden voor de landing, nog eens extra getest worden.
'Seven minutes of terror'
Drie andere Marsmissies gingen dit jaar wel op weg. Ten Kate kijkt vooral uit naar de landing van NASA-rover Perseverance in februari. Dan moet de vluchtleiding van NASA opnieuw nagelbijtend de beruchte seven minutes of terror doorstaan, net als in 2012 bij de landing van voorganger Curiosity. In die zeven minuten moet het maankarretje, zo groot als een kleine auto, afremmen in de atmosfeer en aan een vliegende kraan op de grond neerkomen.
Gaat dat nu ook weer goed? "Waarom niet, zeg ik optimistisch. Als je ervanuit gaat dat het verkeerd gaat, kun je die de missie beter niet doen. We weten nu wat we moeten doen om het goed te doen. maar het blijft Mars. We hebben met de Europese Schiaparelli-lander ook weer gezien hoe het mis kan gaan. En dat was in 2016, niet zo lang geleden."
In deze animatie van eerder dit jaar zie je wat Perseverance moet gaan doen op Mars:
Het buitenaardse hoogtepunt van 2020 was voor Ten Kate het oppikken van gruis van planetoïde Bennu door NASA-sonde OSIRIS-REx. Dat ging niet helemaal goed, er bleven stenen tussen een klep vastzitten waardoor een deel van het kostbare materiaal mogelijk is ontsnapt, maar uiteindelijk lukte het om het resterende gruis in een capsule veilig te stellen. In 2023, wanneer het ruimtevaartuig terugkeert op aarde, zal duidelijk zijn hoeveel er nog in zit.
Voor Ten Kate is iedere kosmische korrel welkom. De Japanse hayabusa-2-sonde bracht dit jaar al gruis terug, van Ryugu, een andere planetoïde. Doordat onderzoekers op aarde precies weten waar de monsters vandaan komen kunnen ze veel vertellen over de geschiedenis en het ontstaan van het zonnestelsel. "Het zijn kleine stukjes in een heel grote puzzel."
Fosfine op Venus
Wat astronoom Lucas Ellerbroek (UvA) dit jaar het meest verraste, was de mogelijke ontdekking van fosfine in de atmosfeer van Venus - wat volgens sommigen zou kunnen duiden op microscopisch klein leven in de wolken. De resultaten werden al snel betwist door andere astronomen, maar dat maakt het alleen maar boeiender, vindt Ellerbroek. "Het was een leuke verrassing. De ontdekking staat nu alweer op losse schroeven, maar er is nu wel veel aandacht voor Venus."
Voor het komende jaar ziet de sterrenkundige de lancering van de James Webb-ruimtetelescoop als een hoogtepunt voor de astronomie. De opvolger van de Hubble die in 1990 de lucht in ging zal zijn lenzen onder meer richten op planeten bij andere sterren. "Wat we willen weten is of de aarde-achtige planeten die nu bij andere sterren zijn gevonden écht aarde-achtig zijn. Daar kunnen we alleen maar achter komen als we een grotere telescoop hebben om verder in te zoomen."