Waarom Jumbo-Visma de Tour verloor: 'Ze reden rond alsof ze al gewonnen hadden'
De Tour de France van 2020 kleurde drie weken lang geelzwart. Jumbo-Visma domineerde de ronde op ongekende wijze. Maar de eindzege? Die ging op het moment suprême aan de neus van de Nederlandse ploeg voorbij.
En dat Tadej Pogacar ermee aan de haal ging, had volgens veel volgers uit de wielerwereld niet gehoeven. "De ploegleiding van Jumbo-Visma heeft fouten gemaakt", zei VRT-analist José de Cauwer.
En ook de baas van Deceuninck-QuickStep, Patrick Lefevere, was scherp in zijn oordeel. Hij zei onder de indruk te zijn van de dominantie van Jumbo-Visma, maar vond ook dat het optreden van de Nederlandse ploeg "iets arrogants" had. "Alsof de Tour al gewonnen was."
We legden de opmerkingen van De Cauwer en Lefevere voor aan de NOS-analisten Stef Clement en Danny Nelissen. En vroegen vanzelfsprekend ook aan hen: waar ging het in deze Tour mis voor Jumbo-Visma?
"Ze waren de afgelopen weken alleen maar bezig met niet te verliezen", zegt commentator Stef Clement. "Ze waren niet bezig de Tour te winnen. Wout van Aert typeerde het onbedoeld heel treffend: hij zei dat ze het nergens hadden laten liggen. Nee, maar ze hebben het ook nergens gepakt."
Jumbo heeft vooral op kop gereden. De Tourorganisatie had laten uitrekenen dat van de 3.470 kilometer de Nederlandse ploeg bijna een kwart op kop had gereden. Dat deed de ploeg op een dusdanige manier dat veel concurrenten overboord werden gegooid, maar toch ook weer niet zodanig dat alle concurrenten moesten buigen.
Eén renner bleek in staat steeds bij de Jumbo-Visma-trein aan te haken: Pogacar.
Analist Danny Nelissen was er tijdens de Tour al bang voor. "We zeiden het een paar keer: je zal maar drie weken lang op die manier door Frankrijk fietsen, jezelf voorbereiden op die afsluitende tijdrit waarin je de zege veilig moet stellen en dan juist tijdens die tijdrit je dag niet hebben. Nou, dat is precies wat er gebeurd is."
De opmaat naar de anticlimax van afgelopen weekeinde begon eigenlijk al zo'n twaalf maanden geleden. Met de prestaties van Primoz Roglic (derde in de Giro, eindwinst in de Vuelta) en Steven Kruijswijk (derde in de Tour van 2019) groeide het vertrouwen dat er nog iets veel mooiers binnen handbereik lag.
De organisatie bij Jumbo-Visma werd nóg professioneler ingericht. Voeding, materiaal, begeleiding - alles werd geperfectioneerd. Er werd een studie gemaakt van de voorbijgaande Tours, de Sky-dominantie van de voorgaande jaren werd ontleed. En nadat met Tom Dumoulin een derde klassementsrenner was binnengehaald, klonk het in december 2019 vol zelfvertrouwen: "We gaan voor Tourwinst."
Met alle kapiteins aan boord moest Team Ineos, het vroegere Sky met Egan Berrnal als voornaamste troef, verslagen worden. Er werden intern afspraken gemaakt: Roglic had als nummer één van de wereld een streepje voor. Mocht de nood aan de man komen, dan zouden Kruijswijk en Dumoulin eerder aan de beurt zijn om te knechten dan de Sloveen.
Het coronavirus leek alle plannen in de war te schoppen, maar in augustus schoot Jumbo-Visma uit de startblokken. Roglic bleek in supervorm, Kruijswijk kon met de besten mee en Dumoulin verteerde zijn eerste kilometers sinds begin 2019 ook goed. Achteraf bleek: "Ze waren te vroeg te goed", weet Nelissen.
Jumbo-Visma oogde in alle voorbereidende wedstrijden als een geoliede machine. Als een Team Ineos, maar dan nog zelfs een stapje beter. Superknechten als Wout van Aert en George Bennett tankten in augustus ook nog eens vertrouwen door klassiekers te winnen; alle seinen stonden op groen voor een historische Tour.
Dat werd het dan ook. Echter zonder Kruijswijk. Hij moest afhaken na een val in de Dauphiné. "Zonde, dit was voor hem een unieke kans geweest op de Tourzege", stelt Nelissen. Maar ook zonder Kruijswijk bedrogen de voortekenen niet. En ook na de Tour stelt Nelissen: "Ik vind de prestatie van Jumbo-Visma onovertroffen. Ik heb nog nooit zo'n sterke ploeg gezien."
Dat geluid vindt zijn weerklank in de hele wielerwereld: de dominantie van Jumbo-Visma overtrof zelfs die van teams als US Postal (Lance Armstrong) en Team Sky (Chris Froome), het grote voorbeeld. Waar die ploegen met drie of vier renners de dienst uitmaakten, deed Jumbo-Visma het met vijf of zes renners.
'Nergens echt zelf verschil gemaakt'
Hoogtepunt van de overmacht was het tempo waarmee Wout van Aert, wereldkampioen veldrijden en winnaar van twee massasprints, op de Grand Colombier de groep met favorieten reduceerde tot een kleine twintig man. Erkende klimmers als Egan Bernal en Nairo Quintana moesten lossen.
Maar aan het einde van die klim van de buitencategorie, en dat gebeurde vaker de afgelopen Tour, stak iemand anders zijn handen in de lucht. "Het bleek een voorproefje voor wat er zaterdag in de tijdrit gebeurde. Nergens werd echt zelf het verschil gemaakt", concludeert Nelissen.
"Dat deden Armstrong en Froome wel. Als zij ergens de kans zagen om aan te vallen, deden ze het. Froome zelfs in een afdaling. Dat had Roglic in de eerste week moeten doen: de tegenstanders testen."
Hét moment waar de Tour een negatieve wending kreeg voor Jumbo-Visma, had plaats in de achtste etappe. "Op de Peyresourde", is Nelissen stellig.
Daar verscheen opeens schaduwkopman Dumoulin op kop van de groep met favorieten. Hij begon tempo te rijden, dusdanig hard dat hij even later moest lossen. "Daar heeft hij zelf besloten zijn klassement overboord te gooien", zegt Clement met nog altijd verbazing in zijn stem.
Dumoulin deed het voor Roglic, maar de verwachte demarrage van de Sloveen bleef uit die etappe. Al het werk bleek voor niets geweest. Pogacar demarreerde wel en pakte veertig seconden terug.
"Er is in die etappe en later in de Tour een zwakte blootgelegd in de manier van coaching bij Jumbo-Visma", constateert Clement. "Ze hebben Dumoulin niet zover gekregen dat hij dat heeft gedaan wat hij moest doen voor de ploeg. Dat bleek daar. Hij moest de schaduwkopman zijn, maar hij heeft zijn eigen plan getrokken."
De Cauwer gaat nog een stapje verder. "Doordat de ploegleiding daar niet ingreep, heeft Jumbo-Visma de Tour verloren."
Met een schaduwkopman als Dumoulin had Jumbo meer opties gehad om Pogacar later in de Tour onder druk te zetten. Die optie was er opeens niet meer. Nelissen zag het optreden van de ploeg vervolgens met lede ogen aan. "Ze hebben als dolle stieren door de Pyreneeën en het Centraal Massief gefietst."
"Het zag er indrukwekkend uit, maar waar was het voor nodig? Ze hebben alleen de kracht van de eigen ploeg opgebruikt. Ze reden rond alsof ze al gewonnen hadden! Ik geef Lefevere gelijk, het had iets arrogants."
'Eigen kopman opgerookt'
Wat Jumbo ermee bereikte, was dat de concurrentie niet bij machte was om aan te vallen. Maar Roglic zelf ook niet. "Ja, hij won een sprintje bergop in de vierde etappe. En even dacht ik dat het wel zijn kant op zou kantelen, toen hij in de zeventiende etappe tijd pakte op Pogacar, maar dat was ook maar zeventien seconden."
Analist Maarten Ducrot vult aan: "Jumbo-Visma heeft het hele peloton opgerookt, maar ook de eigen kopman." Clement vergelijkt het met een auto. "Als je zoveel pk's in een auto stopt, maar het chassis is er niet op aangepast, trek je het chassis krom."
Bijkomstigheid van het wegvallen van Dumoulin in (de top van) het klassement, is dat de druk op Roglic nog groter werd.
"Die druk konden ze niet meer verdelen. Het lijkt alsof hij daaronder tenslotte bezweken is", stelt Clement. "Want je kunt toch niet van de een op andere dag zoveel verliezen? Dat moet een mentaal aspect hebben. Natuurlijk ligt het niet aan de helm of het pak. Je hebt als coach dan toch iets niet goed uitgevoerd. Dat zullen ze goed moeten onderzoeken bij de ploeg."
Het rijden van een grote ronde en het ook afmaken, was niet nieuw voor Roglic. Hij won de Vuelta vorig jaar. "Maar de Tour en de opmaat van Jumbo-Visma naar deze Tour toe, is toch nog wat anders", weet Clement.
Los van eventuele tactische fouten en ontbrekende coaching had het evenwel goed uit kunnen pakken zaterdag. Roglic lag een minuut voor. Niemand had een dergelijke prestatie van Pogacar verwacht.
De verrassende ontknoping deed Nelissen denken aan de Giro van 2016. "We dachten allemaal dat het niet erger kon dan de nederlaag van Kruijswijk. Nou, dat kon wel. Dit was de overtreffende trap."
Clement besluit: "Iedereen bij Jumbo-Visma is gaan geloven dat ze de beste renner hadden. Maar die hadden ze uiteindelijk niet. Pogacar heeft bergop wel het verschil gemaakt en was de sterkste. Jumbo-Visma had alleen de beste ploeg."