Duizenden Libanezen die na de verwoestende explosie in Beiroet in het puin op zoek gingen naar slachtoffers en bezittingen, lopen het risico op longkanker. De kans is groot dat ze fijne asbestdeeltjes hebben ingeademd die jaren na blootstelling longkanker veroorzaken, zegt hoogleraar luchtverontreiniging Charbel Afif in The National. Ook de vele vrijwilligers, arbeiders en hulpverleners die in de weken daarna puin hielpen ruimen in de wijken rond de haven lopen risico.
Bijna 200 mensen kwamen om door de explosies op 4 augustus, 6000 mensen raakten gewond. Zo'n 40.000 gebouwen raakten beschadigd, zowel historische paleizen als moderne wolkenkrabbers en woonhuizen. Vooral gebouwen die in de tweede helft van de twintigste eeuw waren gebouwd, bevatten veel asbest in verlaagde plafonds, golfplaten daken en leidingen.
Geen bescherming
Er is veel kritiek op de overheid, die het na de ontploffing liet afweten en pas na twee weken het leger inzette om hulp te verlenen. Daarom gingen bewoners zelf maar aan de slag.
Hoewel de Libanezen via folders en sociale media werden voorgelicht hoe ze zichzelf konden beschermen tijdens de opruimwerkzaamheden, is daar door de overheid niet op gecontroleerd. Veel mensen droegen gezichtsmaskers of mondkapjes, allereerst om zich te beschermen tegen corona. Maar "dat is nog geen bescherming tegen asbest", aldus Afif. "We raadden ze aan een speciaal masker te gebruiken met een goed filter, maar die waren nauwelijks verkrijgbaar."
"Het is nu onmogelijk om te zeggen wat de effecten van deze explosie zullen zijn op de bevolking in en rond het getroffen gebied", zegt Jina Talj, directeur van een milieuorganisatie.
Omdat Libanon zelf de kennis niet in huis heeft om gevaarlijk materiaal te beoordelen, zijn er monsters naar het buitenland gestuurd. "Maar het kan nog weken duren voordat we de uitslagen hebben. Tot die tijd kunnen we niks doen", zegt Talj.
De deskundigen vinden het onbegrijpelijk dat de overheid nooit richtlijnen heeft opgesteld voor het omgaan met asbest en daar ook niet op controleert. "Er moet een duidelijk beheersplan zijn voor het verwijderen van puin, inclusief asbest. Voor zover ik weet, is dat er nooit geweest", zegt milieuwetenschapper Adib Kfoury. "Nu zie ik mensen eigenhandig werkzaamheden verrichten, niemand die het coördineert."
Geen onderwijs
Onder de tienduizenden beschadigde gebouwen zijn bijna 160 scholen. Ramen en deuren zijn eruit geblazen en veel complexen staan op instorten. Naar schatting 85.000 Libanese kinderen en jongeren kunnen daardoor niet beginnen aan het nieuwe schooljaar.
"We proberen zo goed mogelijk te helpen, maar onze capaciteit is zeer beperkt", zei minister van Onderwijs Tarek al Majzoub tegen France 24. Unesco start daarom een noodactie om fondsen te werven voor de herbouw en reparatie van de getroffen onderwijsinstellingen. Daarvoor is zo'n 20 miljoen euro nodig.
Ook hoopt Unesco tijdens een speciale donorconferentie komende maand honderden miljoenen in te zamelen voor de bescherming van de cultuur en het erfgoed van Libanon.
Al voor de havenontploffing en de coronacrisis verkeerde Libanon in zwaar economisch weer, onder meer door corruptie binnen de regering. Het land heeft dringend financiële hulp nodig, maar veel landen stellen als voorwaarde dat de Libanese overheid hervormingen doorvoert. "Ze riskeren het einde van Libanon, als ze die veranderingen niet snel doorvoeren", waarschuwde de Franse minister van Buitenlandse Zaken gisteren.