Sneltesten moeten er volgend jaar in Tokio voor zorgen dat er een veilige omgeving wordt gecreëerd voor de deelnemers en begeleiders aan de uitgestelde Olympische Spelen in Tokio. "Dat is het scenario waar het IOC voor kiest", zegt technisch directeur Maurits Hendriks van sportkoepel NOC*NSF.
De uitbraak van het coronavirus begin dit jaar zorgde ervoor dat de Olympische Spelen in Tokio in juli niet konden doorgaan. Het IOC besloot in overleg met de Japanse overheid het grote sportspektakel een jaar uit te stellen in de hoop dat het in 2021 wel zou kunnen doorgaan.
De vraag is inmiddels niet meer of de Olympische Spelen met een jaar vertraging wel doorgaan in Tokio, maar vooral op welke manier. De Japanse overheid, het organisatiecomité en het IOC lieten de afgelopen tijd geen twijfel meer bestaan. Alleen de manier waarop het sportevenement plaatsvindt, is nog enigszins onduidelijk.
Kan er straks publiek bij de wedstrijden zijn? Moeten de sporters, begeleiders en officials wekenlang in een bubbel plaatsnemen? Dat laatste gaat niet gebeuren, is Hendriks inmiddels wel duidelijk geworden.
"Het IOC gaat uit van een situatie waarin corona nog aanwezig is in de wereld, maar ook dat de eerste vaccins al toegankelijk zijn. En dat met name sneltesten echt heel nadrukkelijk ontwikkeld zijn, waardoor het mogelijk is ervoor te zorgen dat de olympische omgeving veilig is."
De sneltesten gaan dus een cruciale rol spelen om de hele wereld veilig bij elkaar te laten komen in de Japanse hoofdstad. "Die sneltesten kunnen misschien, als je dat zou willen, meerdere keren per dag worden uitgevoerd."
Bij NOC*NSF kunnen ze zich goed vinden in de weg die het Internationaal Olympisch Comité heeft gekozen om de Spelen toch nog mogelijk te maken. "Het IOC zet niet in op een bubbel. Ze zeggen: Met deze realiteit, met het hebben van een aantal vaccins en het hebben van sneltesten kunnen we de topsporters en de begeleiding een veilige omgeving aanbieden."