Telstar-voorzitter De Waard over weren fans: 'Offer dat we kunnen dragen'
De twijfelachtige eer om voorlopig als laatste club in het betaald voetbal supporters te mogen ontvangen is maandagavond voor Telstar, dat om 21.00 uur FC Den Bosch ontvangt. "Doodziek zijn we ervan, maar over welzijn en gezondheid bestaat geen discussie", zegt voorzitter Pieter de Waard van de kleine eerstedivisionist uit Velsen.
Na versoepelingen van het kabinet in de zomer mochten de clubs in het betaald voetbal de competitie beginnen met beperkte aantallen toeschouwers in het stadion. Telstar speelde voor maandag al twee keer thuis. Beide keren zaten er zo'n 800 fans, terwijl het stadion ruimte biedt aan 4.000 mensen.
Maandagavond besloot het kabinet publiek bij voetbalwedstrijden voorlopig te weren in een poging de snelle verspreiding van het coronavirus te stoppen. Het is één van de maatregelen uit een omvangrijk pakket van maatregelen dat de overheid heeft afgekondigd.
'Clubs kunnen het volgens mij aan'
"Heel jammer", zegt De Waard. "We hebben enorm veel investeringen gedaan om een veiligheidsbubbel voor de wedstrijden te creëren. Dat wordt nu tenietgedaan."'
Het gevolg is het wegvallen van inkomsten uit kaartverkoop en horeca-omzet. "Een periode van drie weken is een offer dat we kunnen dragen. De clubs kunnen dit volgens mij aan, maar het moment dat de clubs het niet meer aankunnen komt wel steeds dichterbij", weet De Waard.
De Waard benadrukt dat het betaald voetbal niet de enige sector is die te lijden heeft onder de nieuwe maatregelen. "Dat geldt ook voor het amateurvoetbal en alle andere sporten. En de kas moet wel gevuld worden om een club te laten draaien."