Als voetbalsupporters dit weekend zich opnieuw zouden misdragen en "hun bek niet zouden houden", zouden volgende wedstrijden best eens zonder publiek gespeeld kunnen worden. Die laatste waarschuwing van de politiek was duidelijk niet aan dovemansoren gericht, want het was vandaag en gisteren veel stiller in de stadions dan vorige week.
Vooral ook in Rotterdam, waar burgemeester Aboutaleb de Feyenoord-fans had gemaand zich aan de coronaregels te houden. Waar het publiek tijdens de wedstrijd tegen FC Twente nog volop riep, zong en juichte, waren die aansporingen vanmiddag tegen ADO Den Haag nauwelijks te horen. Ook de 1,5 meter afstand werd gerespecteerd.
Stadiondirecteur Jan van Merwijk gaf het legioen na afloop een "groot compliment". "Het was de laatste kans en gelukkig hebben we die met zijn allen gegrepen, dus daar ben ik tevreden over."
Ook het publiek zelf en trainer Dick Advocaat waren te spreken over het gedrag in het stadion:
Sinds 1 juli is publiek weer welkom in stadions, mits supporters zowel erbinnen als erbuiten de anderhalvemeterregel in acht kunnen nemen. Ook spreekkoren en gezang zijn vanwege het risico op de verspreiding van het coronavirus taboe.
Voor clubs en burgemeesters, die gaan over de openbare orde, ontstond een duivels dilemma, want sfeer in een stadion is belangrijk, maar het handhaven van de coronaregels ook. "Het gaat heel lastig worden om dit in toom te houden", zei de Nijmeegse burgemeester Bruls, ook voorzitter van de koepel van veiligheidsregio's. Burgemeester van Breda Paul Depla kondigde namens de speelsteden aan dat hij geen "juichpolitie" zou instellen.
Meteen bij de eerste speelronde twee weken geleden ging het mis, maar het was dan ook wennen, zei de KNVB. Gisteren stelde de voetbalbond dat "het overal echt heel goed in onze stadions gaat" en dat de laatste stevige waarschuwing van minister Van Ark de bond dan ook zeer had verrast.
Van Ark noch Aboutaleb wilden vanavond reageren.