Voorzitter Anneke van Zanen-Nieberg van sportkoepel NOC*NSF hoopt maandag minister Van Rijn van Medische Zorg en Sport in een overleg te overtuigen dat enkele zomersporten eerder dan 1 september in competitieverband kunnen opstarten. Ze denkt daarbij aan honk- en softbal, cricket, roeien en tennis. "In de buitensporten zit volgens NOC*NSF veel ruimte", aldus Van Zanen-Nieberg in een informele persbijeenkomst.
De sportcompetities liggen door de uitbraak van het coronavirus al sinds maart stil en kunnen door de maatregelen van het kabinet pas na 1 september weer worden opgestart. Dan moet er geen opleving van het virus komen.
Van Zanen-Nieberg hoopt echter dat sommige buitensporten eerder aan de slag mogen, alles onder de strikte voorwaarden zoals de anderhalvemeterregel. "Roeien is misschien een probleem. De stoeltjes zitten 1,35 meter uit elkaar."
Gepaste vorm
"De bewijslast dat sport gezond is en de weerbaarheid vergroot, hoeven we door deze crisis niet meer te leveren. In gepaste vorm moeten enkele sporten aan de slag kunnen", zegt de voorzitter van de sportkoepel, die iets meer dan een jaar geleden aantrad.
De door Van Zanen-Nieberg genoemde sporten hebben een uitgebreid veiligheidsprotocol opgesteld. "Maar ik heb het idee dat er meer zorgen zijn over dat sporters en teams zich van A naar B moeten verplaatsen. Je ziet dat het kabinet de vervoersbewegingen beperkt wil houden."
Essentieel
Van Zanen-Nieberg zal in het gesprek met Van Rijn nogmaals benadrukken dat het essentieel voor de sport is dat alle competities na 1 september weer beginnen. Ook de binnensporten.
"En hopelijk ook de contactsporten. Elke sport zal de generieke beperkingen van dit moment moeten vertalen naar de eigen situatie. Het zou mooi zijn als enkele zomersporten op 1 juli weer zouden mogen beginnen, maar sporters hebben tijd nodig om zich voor te bereiden. Dan ligt 1 augustus meer voor de hand."
Hoe eerder de sportsector kan opstarten, hoe minder de schade zal zijn. Het kabinet stelde de sportsector voor de maanden maart, april, mei zo'n 110 miljoen euro beschikbaar. Deels (90 miljoen) was dat om de verenigingen te helpen met de accommodatiekosten en 20 miljoen voor de huurkosten van accommodaties die niet onder de gemeenten vallen.
Van Zanen verwacht eenzelfde bedrag nodig te hebben om de sportsector tot 1 september overeind te houden. "Maar hoe eerder er opgestart kan worden, hoe lager de schade uitvalt."