De waterpolovrouwen hebben vrijdagochtend voor het eerst in een kleine twee maanden weer in het zwembad mogen trainen. De ploeg van bondscoach Arno Havenga ging in Zeist weer aan de slag.
"De ploeg heeft ongeveer zes weken niet in het water gelegen, dus het is belangrijk dat we nu langzaam opbouwen. Eerst vooral zwemmen en na een week of twee komt de bal er weer bij", legt Havenga uit.
Maar hoe zit het met de praktische kant van het verhaal? Kunnen de waterpolosters volgens de richtlijnen van het RIVM trainen?
"Het zwemmen is geen probleem, net als het gebruik van de ballen, mits we alle ballen voor en na de training desinfecteren, en we uiteraard voldoende afstand van elkaar houden", vertelt Havenga.
Andere sporten uitproberen
De 45-jarige bondscoach had in de afgelopen periode wel dagelijks contact met de waterpolodames. "We hebben dit moment aangepakt om even afstand te nemen van het zwembad en iedereen in zijn eigen omgeving te laten trainen. Een aantal meiden heeft dat als zeer prettig ervaren."
Onder andere Oranje-international Dagmar Genee kon goed gemotiveerd blijven. "Het was leuk om eens andere sporten uit te proberen", vertelt ze. "Ik heb kunnen rennen, fietsen en openwaterzwemmen. Maar waterpolo is nog steeds wat ik het liefste doe. Ik heb er heel veel zin in om weer met de bal te kunnen trainen."
OKT in 2021
In januari 2021 hopen de waterpolosters weer hun topvorm te hebben, als het olympisch kwalificatietoernooi in Italië op het programma staat. "Dan moeten we ons piekmoment hebben, dus daar maken we nu onze planning op", zegt Havenga.
De Nederlandse zwembond KNZB kreeg onlangs een reprimande van sportkoepel NOC*NSF omdat er de afgelopen periode, tegen de toen geldende regels, incidenteel door zwemmers werd getraind in het eigen zwembad in Zeist.
De KNZB heeft daarvoor zijn excuses aangeboden.